u
- 1 PERS VNW vos
- 2 WEDERK VNW vos
UAC
- 1 (Afk.: uniforme artikelcodering) codice de barras
- 2 (Afk.: universele auteursrechtenconventie) convention universal de derectos de autor
U.B.
- 1 (Afk.: universiteitsbibliotheek) Bibliotheca Universitari
überhaupt BW
- 1 absolutemente
- 2 in general
Übermensch ZN
- 1 superhomine
uberteit ZN
- 1 ubertate
ubiquitair BN
- 1 ubiquitari
- mussen zijn -- in Nederland = le passeres es ubiquitari in Nederland
- natrium is een -- element = natrium es un elemento ubiquitari
ubiquiteit ZN
- 1 ubiquitate
U-boot ZN
- 1 submarino, submersibile
U.D.C.
- 1 (Afk.: universele decimale classificatie) C.D.U. (= classification decimal universal)
udometer ZN
- 1 udometro, pluviometro
udometrie ZN
- 1 udometria
udometrisch BN
- 1 udometric
UFO
- 1 (Afk.: unidentified flying object) UFO, O.V.N.I. (= Objecto Volante Non Identificate)
ufologie ZN
- 1 ufologia
ufoloog ZN
- 1 ufologo, ufologista
ui ZN
- 1 (bolgewas) cepa, cibolla
- rok van een -- = tunica de un cibolla
- rist --en = corda de cibollas
- --en poten = plantar cibollas
- le --s germina = de uien schieten
- van --en gaan mijn ogen tranen = le cibollas me face plorar
- 2 (grap) burla
- --en tappen = contar burlas
uiachtig BN
- 1 alliacee
uienbed ZN
- 1 quadro/quadrato de cibollas
uienblad ZN
- 1 folio de cibolla
uienblad ZN
- 1 folio de cibolla
uienbrood ZN
- 1 pan al cibolla
uiengeur ZN
- 1 Zie: uienlucht
uienloof ZN
- 1 folios de cibolla
uienlucht ZN
- 1 odor de cibolla
uienplant ZN
- 1 cibolla
uiensaus ZN
- 1 sauce (F) al cibolla
uienschil ZN
- 1 tunica/pelle de un cibolla
uiensmaak ZN
- 1 gusto de cibolla
- met -- = al gusto de cibolla
uiensoep ZN
- 1 suppa al/de cibollas
- gegratineerde -- = suppa al/de cibollas gratinate
uiensorteermachine ZN
- 1 machina classificatori de cibollas
uientaart ZN
- 1 torta al cibolla
uienvlieg ZN
- 1 anthomyia antique
uienzaad ZN
- 1 semine de cibolla
uier ZN
- 1 ubere
- zware -- = ubere pesante
- volle -- = ubere plen
uierontsteking ZN
- 1 mastitis
uiig BN
- 1 comic
uil ZN
- 1 (vogel) strige, uluco
- (strigidae) --en = strigides
- 2 (vlinder) papilion de nocte, noctuella
- 3 (sukkel) homine stupide/simple, imbecille, cretino
uilachtig BN
- 1 idiota, stupide, simple
uilenbal ZN
- 1 pelota de uluco
uilenbril ZN
- 1 grande berillos (in montatura) rotunde
uilenkop ZN
- 1 testa/capite de uluco
uilennest ZN
- 1 nido de uluco(s)
uilenspiegel ZN
- 1 buffon, clown (E)
uilenveer ZN
- 1 pluma de uluco
uilig BN
- 1 Zie: uilachtig
uilskuiken ZN
- 1 (jong van een uil) juvene uluco
- 2 (sukkel) Zie: uil-3
uiltje ZN
- 1 (kleine uil) parve uluco
- 2 (vlinder) papilion de nocte, noctuella
- 3
- een -- vangen/knappen = facer un (parve) somno
uit VZ
- 1 de, ab, ex, per, foras de, foris de
- -- het gebouw komen = sortir del edificio
- -- school komen = sortir del schola
- hij schenkt -- een fles = ille versa de un bottilia
- iets -- het raam gooien = jectar un cosa per le fenestra
- de treinen -- Frankrijk = le trainos que veni de Francia
- vertaling -- Interlingua = traduction ab Interlingua
- één -- duizend = un inter mille
- een kilometer -- het strand = un kilometro del plagia
- -- de stad = foras del urbe
- -- eigen ervaring = per proprie experientia
- -- liefde = per amor
- -- medelijden = per compassion
- -- dankbaarheid = per gratitude
- -- principe = per principio
- -- een pijp roken = fumar un pipa
- -- het land trekken = emigrar
uit BN
- 1
- de school is -- = le schola es terminate/finite
- de kerk is -- = le servicio/officio es terminate
- (TENNIS) de bal is -- = le balla es out (E)
- dat moet nu eens -- zijn = isto debe finir
- het is -- met de pret = le bon vita es finite
- op iets -- zijn = visar un cosa
uit BW
- 1
- hij loopt de kamer -- = ille sorti del camera
- ik moet ook die kant -- = io va anque in iste direction
- dag in dag -- = die/jorno post die/jorno, cata die/jorno, tote le dies/jornos
- het zal mijn tijd wel -- duren = isto non cambiara durante mi vita
- dat duurt nog de hele week -- = isto va durar tote le septimana
- ik zou er graag eens -- willen zijn = io volerea ben esser disembarassate de tote iste cosas
- er even helemaal -- zijn = esser lontano del problemas quotidian
- ik ben er helemaal -- = (ik heb het opgelost) io ha solvite iste problema, (ik begrijp het helemaal) io lo comprende toto
- ik kan er niet over -- = (ik kom steeds op hetzelfde terug) io reveni sempre/semper al mesme cosa/thema/subjecto, etc., (ik kan het niet geloven) io non pote creder lo
- voor zich -- praten = parlar toto sol
- voor zich -- zitten kijken = reguardar/mirar ante se/in le spatio
- -- eten gaan = ir mangiar (in un restaurante)
uitademen WW
- 1 (adem uitblazen) expirar, exhalar
- met kracht -- = expirar con fortia
- 2 (uitwasemen) (ook FIG) exhalar, respirar
- rook -- = exhalar fumo
- het bos ademde een sfeer van rust = le bosco respirava un atmosphera de pace/de tranquillitate
uitademing ZN
- 1 expiration, exhalation
- inademing en -- = inspiration e expiration
uitademingsspieren ZN MV
- 1 musculos expiratori
uitbaatbaar BN
- 1 exploitabile {plwa}
uitbaggeren WW
- 1 excavar con draga, dragar
- het -- = dragage
uitbaggering ZN
- 1 excavation con draga, dragage
uitbakenen WW
- 1 jalonar
uitbakening ZN
- 1 jalonamento
uitbakken WW
- 1 facer frir, facer friger
uitbal ZN
- 1 (SPORT) balla foras de joco, balla out (E)
uitbalanceren WW
- 1 balanciar, equilibrar
- uitgebalanceerd dieet = dieta/regime (F) balanciate/equilibrate
- een wiel -- = balanciar/equilibrar/centrar un rota
uitbannen WW
- 1 (verbannen) bannir, exilar, expeller, expulsar
- 2 (verdrijven) bannir, expeller, expulsar
- de oorlog -- = bannir le guerra
- hun twijfels -- = expeller/expulsar lor dubitas
- de duivel -- = exorcisar/conjurar le demonio/diabolo
uitbanning ZN
- 1 bannimento, banno, expulsion, (van de duivel) exorcisation
uitbarsten WW
- 1 erumper, exploder, facer explosion, (van een vulkaan) facer eruption
- in tranen -- = erumper in lacrimas
- in lachen -- = erumper in riso/risada
- in verwensingen -- = exploder/erumper in imprecationes
- in woede -- = dar libere curso a su furor
uitbarsting ZN
- 1 explosion, eruption
- -- van woede = explosion/transporto de ira/de cholera
- onder-zeese -- = eruption submarin
uitbaten WW
- 1 (exploiteren) exploitar {plwa}
- 2 (uitbuiten) exploitar {plwa}
uitbater ZN
- 1 exploitator {plwa}, (manager) gerente
uitbazuinen WW
- 1 divulgar/proclamar/annunciar al sono del trompa, trompettar, critar super tote le tectos
uitbeelden WW
- 1 representar, figurar, interpretar, mimar, depinger, exprimer, describer in detalio
- een personage -- = interpretar un personage
- iets in gebarentaal -- = representar/exprimer un cosa per medio del linguage del gestos/per mimica/per gestos
uitbeeldend BN
- 1 figurative
uitbeelder ZN
- 1 interprete
uitbeelding ZN
- 1 (het uitbeelden) representation, figuration, evocation, depiction, expression
- -- van een landelijk tafereel = figuration de un scena campestre
- 2 (voorstelling in beeld) representation (graphic), portrait (F)
- 3 (vertolking in een rol) interpretation
uitbeenmes ZN
- 1 cultello a/de/pro disossar
uitbeitelen WW
- 1 cisellar, gravar, (beeldhouwen) sculper
- een opschrift in steen -- = cisellar/gravar un inscription in petra
uitbenen WW
- 1 (van vlees) disossar
- een kalkoen -- = disossar un gallo de India
- (FIG) (uitmelken) een persoon -- = pressar un persona como un citro
- een onderwerp -- = tractar un thema de maniera exhaustive
uitbening ZN
- 1 (van vlees) disossamento
- -- van een kalkoen = disossamento de un gallo de India
uitbesteden WW
- 1 (elders in de kost doen) mitter in pension, allogiar
- de kinderen een week -- = confider le infantes a parentes/amicos, etc. durante un septimana, allogiar le infantes un septimana in le casa de altere personas
- 2 (aan een onderaannemer overdoen) confider a un subcontractor
uitbetalen WW
- 1 pagar, versar, disbursar, (bankwezen) discassar
- een cheque -- = pagar/discassar un cheque (E)
- een loon -- = pagar/versar un salario
- iemand -- = pagar (un summa) a un persona
- een bedrag in guldens -- = pagar un summa in florinos
- per giro -- = pagar/transferer per giro, girar
uitbetaling ZN
- 1 paga, pagamento, disbursamento, (bankwezen) discassamento
- opdracht tot -- = ordine de pagamento/de pagar
uitbetten WW
- 1 tamponar
uitbijten WW
- 1 (door een bijtende stof verwijderen) corroder, (met bleekmiddel) discolorar
- 2 (met de tanden wegnemen) morder (ab un cosa)
- 3 (door een bijtende werking aangetast worden) corroder se, (door bleekmiddel) discolorar se
- uitgebeten plekken op het tafelblad = maculas de corrosion super le tabula
uitbijting ZN
- 1 corrosion
uitbikken WW
- 1 hachar {sj}, taliar
uitblazen WW
- 1 (door blazen naar buiten brengen) sufflar, (uitademen) expirar, exhalar
- een ei -- = sufflar/vacuar un ovo
- de laatste adem -- = exhalar/dar/render le ultime suspiro, expirar
- 2 (doven) sufflar, extinguer
- een kaars -- = sufflar un candela
- 3 (op adem komen) respirar, reprender halito
- laat u mij even -- = lassa me respirar
uitblijven WW
- 1 (wegblijven) non venir, non apparer, restar/remaner absente, facer se attender, (niet gebeuren) non occurrer, (ontbreken) mancar
- lang -- = tardar
- de voorspelde groei is uitgebleven = le crescimento previste non se ha producite
- de gevolgen zijn niet uitgebleven = le consequentias non ha tardate a/in manifestar se/producer se
- de koorts is uitgebleven = le febre non se ha manifestate
- het antwoord bleef uit = on non ha respondite
- protesten bleven uit = il non habeva protestos/protestationes
- dit kan niet -- = isto debe occurrer, isto es inevitabile
uitblijver ZN
- 1 retardatario, noctambulo
uitblijving ZN
- 1 retardamento
uitblinken WW
- 1 exceller, brillar, distinguer se
- bij een examen -- = exceller a/in un examine, passar brillantemente un examine
- -- door behendigheid = exceller/brillar per agilitate
uitblinkend BN
- 1 eminente, preeminente, excellente, egregie
uitblinker ZN
- 1 persona brillante, asse, crack (E)
uitbloeden WW
- 1 perder tote su sanguine, sanguinar
uitbloeien WW
- 1 cessar de florar/florir, disflorar, disflorescer
uitblusbaar BN
- 1 extinguibile
uitblussen WW
- 1 extinguer, (van kalk) hydratar
- het vuur -- = extinguer le foco
- een uitgebluste blik in de ogen = un reguardo extincte
- haar levenslust is uitgeblust = illa ha perdite le gusto de viver
uitblussing ZN
- 1 extinction, (van kalk) hydratation
uitboeken WW
- 1 rader (de un lista/de un registro, etc.)
uitboenen WW
- 1 fricar, nettar
uitboeten WW
- 1 expiar
uitboren WW
- 1 fresar, forar
- iemand die uitboort = fresator, forator
uitborstelen WW
- 1 brossar
- een mantel -- = brossar un mantello
uitbotten WW
- 1 gemmar
- het -- = gemmation
uitbotting ZN
- 1 gemmation
uitbouw ZN
- 1 (aanbouwsel) construction saliente, parte adjuncte, aggrandimento, extension
- 2 (bijgebouw) edificio annexe
- 3 (FIG) disveloppamento
uitbouwen WW
- 1 (naar buiten bouwen) aggrandir, adder/adjunger un ala a (un edificio)
- een uitgebouwde vleugel = un ala adjuncte
- 2 (verder ontwikkelen) disveloppar
- een redenering -- = disveloppar un rationamento
uitbouwing ZN
- 1 Zie: uitbouw
uitbraak ZN
- 1 evasion, fuga, escappamento, escappata
uitbraakpoging ZN
- 1 tentativa de escappamento
uitbraaksel ZN
- 1 vomito
uitbraden WW
- 1 rostir completemente
uitbraken WW
- 1 vomer, vomitar, disgorgar, ructar
- de vulkaan braakt lava uit = le vulcano vomita lava
- verwensingen -- = vomer/proferer injurias/insultos
- godslasteringen -- = vomitar blasphemias
- zijn gal tegen iemand -- = discargar su bile contra un persona
uitbraking ZN
- 1 vomito
uitbranden WW
- 1 (opbranden) extinguer se
- het vuur is uitgebrand = le foco se ha extinguite
- (FIG) haar kaarsje is uitgebrand = illa ha pagate su tributo/debita al natura
- 2 (door vuur verwoest worden) esser consumite per le foco, esser reducite a cineres
- 3 (door vuur verwoesten) comburer, reducer in cineres
- 4 (MED) cauterisar
- het -- = cauterisation
- wratten -- = cauterisar verrucas
uitbrander ZN
- 1 reprimenda, reprehension, objurgation
- een -- geven = dar un reprimenda, reprimendar
uitbranding ZN
- 1 (MED) cauterisation
uitbreiden WW
- 1 (vergroten) extender, expander, aggrandir, ampliar, amplificar, accrescer, multiplicar, disveloppar
- de contacten -- = multiplicar le contactos
- de stad breidt zich uit = le urbe/citate se extende
- de brand breidde zich uit = le incendio se extendeva
- een ziekenhuis -- = extender/aggrandir un hospital
- een fabriek -- = ampliar un fabrica
- zijn werkzaamheden -- = expander su activitates
- zijn kennis -- = extender/accrescer/disveloppar/inricchir su cognoscentias/cognoscimentos
- zijn woordenschat -- = ampliar/inricchir su vocabulario
- de betrekkingen -- = extender/intensificar le relationes
- een maatregel -- tot = extender le application de un mesura a
- een administratieve maatregel -- tot alle categorieën = generalisar un mesura administrative
- het aantal leden -- tot acht = augmentar/ampliar le numero de membros a octo
- 2 (uitstrekken) extender, displicar
- de vleugels -- = displicar le alas
uitbreiding ZN
- 1 extension, expansion, aggrandimento, ampliation, amplification, accrescimento, augmentation
- -- van een spoorlijn = extension de un ferrovia
- -- van onze zaken = extension/expansion de nostre negotios
- -- van een fabriek = ampliation de un fabrica
- -- van een epidemie = extension/propagation de un epidemia
- -- van de brand = propagation/progresso del incendio
- -- van een bepaling in een contract = extension de un clausula de un contracto
- -- van de betrekkingen = intensification del relationes
- -- van een verzameling = inricchimento de un collection
- -- van zijn kennis = extension/accrescimento/inricchamento de su cognoscentias/cognoscimentos
- een welkome -- van mijn bibliotheek = un addition benvenite a mi bibliotheca
uitbreidingskosten ZN MV
- 1 costos de extension/de ampliation
uitbreidingsmogelijkheid ZN
- 1 possibilitate de extension/de ampliation
uitbreidingsplan ZN
- 1 plano de extension/disveloppamento, projecto de ampliation
uitbreken WW
- 1 (ontsnappen) evader, escappar, fugir
- -- uit de gevangenis = evader/fugir del prision
- er een uurtje -- = liberar se durante un hora
- 2 (plotseling zich vertonen) apparer, declarar se
- er brak een epidemie uit = un epidemia se declarava
- er brak brand uit = un incendio se declarava
- 3 (in alle hevigheid beginnen) erumper, discatenar
- de oorlog is uitgebroken = le guerra ha erumpite
- de oorlog kan elk ogenblik -- = le guerra es imminente
- het -- van de oorlog = le discatenamento del guerra
- in tranen -- = erumper in lacrimas
- de crisis brak in 1929 uit = le crise/crisis ha supervenite in 1929
- 4 (lucht geven aan) erumper
- in klachten -- = erumper in planctos
- 5 (door breken wegnemen) remover
- een muur -- = demolir/abatter un muro
- stenen -- = distachar {sj} petras de un muro
uitbreker ZN
- 1 prisionero evadite/escappate, fugitivo
uitbreking ZN
- 1 (ontsnapping) evasion, escappamento, escappata
- 2 (plotselinge vertoning) apparition
uitbrengen WW
- 1 (van zich doen uitgaan) emitter, exprimer, proferer, dicer
- hij kon geen woord -- = ille non poteva proferer/dicer/pronunciar/producer/articular un parola/emitter un sono
- 2 (kenbaar maken) dar, emitter
- een advies -- aan de minister = consiliar un ministro
- zijn stem -- op een kandidaat = votar pro un candidato, dar su voto a un candidato
- een verslag -- aan de vergadering = dar/presentar un reporto al reunion
- 3 (openbaren) revelar, facer public
- een geheim -- = divulgar un secreto
- een complot/samenzwering -- = revelar un complot/conspiration
- 4 (op de markt brengen) mitter in le commercio, lancear, (publiceren) publicar
- nieuwe modellen -- = lancear nove modellos
- boeken -- = publicar/lancear libros
uitbrieven WW
- 1 Zie: rondvertellen
uitbroeden WW
- 1 (eieren doen uitkomen) covar, incubar
- eieren -- = covar/incubar ovos
- 2 (FIG) conciper, (PEJ) preparar, tramar, machinar, elucubrar, ordir
- een plan -- = conciper/elucubrar un plano
- een complot -- = tramar/ordir un complot/conspiration
uitbroeding ZN
- 1 incubation
uitbrullen WW
- 1 mugir, rugir, critar
- het -- van de pijn = rugir de dolor
uitbuigen WW
- 1 (re)curvar verso foras
uitbuiten WW
- 1 exploitar {plwa}
- het -- = exploitation
- arbeiders -- = exploitar travaliatores/laboratores/obreros
- een vergissing -- = exploitar in error
uitbuiter ZN
- 1 exploitator {plwa}, (woekeraar) usurero
uitbuiting ZN
- 1 exploitation {plwa}
- -- van de mens door de mens = exploitation del homine per le homine
uitbulderen WW
- 1 (ten einde bulderen) cessar de mugir/rugir/critar/vociferar
- 2 (bulderend uiten) mugir, rugir, critar, vociferar
uitbundig BN
- 1 (bovenmatig) exuberante, phrenetic, enthusiasta, enthusiastic, (overdreven) excessive
- -- applaus = applausos enthusiastic/phrenetic
- 2 (uitgelaten) exuberante, expansive
- -- persoon = persona exuberante
- -- temperament = temperamento exuberante
uitbundigheid ZN
- 1 exuberantia, enthusiasmo, (overdreven) exaltation
uitchecken WW
- 1 passar le controlo
uitcijferen WW
- 1 (uitrekenen) calcular, contar
- 2 (uitvlakken) excluder, ignorar, disdignar
- 3 (nauwkeurig onderzoeken) examinar scrupulosemente
uitclub ZN
- 1 equipa visitante
uitdagen WW
- 1 provocar, defiar
- iemand tot een wedstrijd om de titel -- = defiar un persona pro un campionato
- iemand tot een partij schaak -- = defiar un persona al chacos {sj}
- iemand tot een duel -- = defiar/provocar un persona a un duello
uitdagend BN
- 1 defiante, provocante, provocative, provocatori
- -- gebaar = gesto provocatori
- --e houding = attitude defiante
- --e blik = reguardo de defia
- iemand -- aankijken = reguardar/mirar un persona provocativemente
uitdager ZN
- 1 provocator
uitdaging ZN
- 1 provocation, defia, defiantia
- schriftelijke -- = cartel de defia
- een -- aan de wetenschap = un defia al scientia
- een -- aannemen = acceptar un defia
uitdagingsbrief ZN
- 1 cartel de defia
uitdampen WW
- 1 (doen uitdampen) evaporar, exhalar
- het -- = evaporation, exhalation
uitdamping ZN
- 1 evaporation, exhalation
uitdelen WW
- 1 distribuer, dispensar, dar, repartir, (rijkelijk geven) dispender
- opnieuw -- = redistribuer
- folders -- = distribuer prospectos
- snoep aan de kinderen -- = distribuer bonbones/cosas dulce al infantes, repartir bonbones/cosas dulce inter le infantes
- rake klappen -- = dar colpos forte
uitdeler ZN
- 1 distributor, dispensator, repartitor
uitdelgen WW
- 1 (verdelgen) extirpar, exterminar, eradicar
- 2 (betalen) extinguer, amortisar, pagar, redimer
- een schuld -- = extinguer un debita
uitdelging ZN
- 1 (verdelging) extirpation, extermination, eradication
- 2 (betaling) extinction, amortisation
- -- van een schuld = extinction de un debita
uitdeling ZN
- 1 distribution, dispensation, repartition, apportionamento
- -- houden = distribuer un cosa
uitdelven WW
- 1 disinterrar, excavar, extraher
uitdelving ZN
- 1 disinterramento, excavation, extraction
uitdenken WW
- 1 conciper, inventar, imaginar, idear, excogitar
- een plan -- = conciper un plano/projecto
uitdenker ZN
- 1 inventor, excogitator
uitdenking ZN
- 1 invention
uitdeuken WW
- 1 lisiar, planar, applanar, explanar
- het -- = lisiamento, applanamento
- iemand die uitdeukt = lisiator, applanator
uitdienen WW
- 1 facer/complir su (tempore de) servicio
- het zal mijn tijd wel -- = isto va durar mi tempore
uitdiepen WW
- 1 (ook FIG) render plus profunde, profundar, approfundar
- een kanaal -- = approfundar un canal
uitdieping ZN
- 1 (ook FIG) approfundamento
- -- van een kanaal = approfundamento de un canal
uitdijen WW
- 1 expander se, amplificar se, dilatar se, crescer
- het heelal dijt uit = le universo se expande
uitdijing ZN
- 1 expansion, amplification, dilatation
- de -- van het heelal = le expansion del universo
uitdoen WW
- 1 (uittrekken) levar, remover, retirar
- zijn schoenen -- = discalcear se
- zijn kleren -- = levar su vestimentos
- 2 (doven) extinguer, (uitschakelen) disconnecter, clauder
- het licht -- = extinguer le lumine/luce
- de radio -- = disconnecter/clauder le radio
- de televisie - = disconnecter/clauder le television
- 3 (reinigen) mundar, nettar
- 4 (schrappen) rader
- je kunt haar wel -- = tu pote rader la (de tu lista)
uitdokteren WW
- 1 inventar, decifrar
uitdoofbaar BN
- 1 extinguibile
uitdoppen WW
- 1 Zie: doppen
uitdossen WW
- 1 vestir
- zich wonderlijk -- = vestir se bizarremente
- zich belachelijk -- = vestir se de maniera ridicule
uitdossing ZN
- 1 vestimentos
uitdoven WW
- 1 (blussen) extinguer, (uitgaan) extinguer se
- uitgedoofde vulkaan = vulcano extincte
uitdoving ZN
- 1 extinction
uitdraai ZN
- 1 (COMP) listage, output (E)
uitdraaien WW
- 1 (FIG) (ten einde draaien) terminar (in), finir (in)
- op een mislukking -- = terminar/finir in un fiasco
- op niets -- = conducer a nihil, non dar un resultato, esser sin resultato
- 2 (door draaien uithalen) disvitar
- een schroef -- = laxar un vite
- 3 (de verbinding verbreken) extinguer, disconnecter
- het licht -- = disconnecter le lumine/luce
- het gas -- = extinguer/clauder le gas
- 4 (COMP) imprimer
uitdragen WW
- 1 (naar buiten dragen) portar foris/foras
- een lijk/dode -- = portar un morto foris pro le interramento
- 2 (verbreiden) divulgar, diffunder, transmitter, propagar, disseminar, predicar
- ideeën -- = diffunder ideas
- het geloof -- = propagar/predicar le fide
uitdrager ZN
- 1 mercante/mercator de antiqualias/de cosas de secunde mano
uitdragerij ZN
- 1 boteca/commercio de antiqualias/de cosas de secunde mano
uitdrijven WW
- 1 (verjagen) expeller, expulsar, chassar {sj}
- vee -- = chassar bestial al campos
- boze geesten -- = exorcisar demones/demonios
- door zweten -- = exsudar
- 2 (op de stroom verder drijven) lassar se flottar
uitdrijvend BN
- 1
- -- middel = medicamento expulsive
uitdrijving ZN
- 1 expulsion, (mbt de duivel) exorcisation
- 2 (MED) expulsion
uitdrijvingsweeën ZN MV
- 1 dolores expulsive
uitdrinken WW
- 1 biber toto/completemente, vacuar
- zijn glas -- = vacuar su vitro
uitdrogen WW
- 1 (droog worden) siccar se, exsiccar se, desiccar se, (MED) dishydratar se
- de grond droogt uit = le terra/solo se desicca
- de huid droogt uit = le pelle se dishydrata
uitdrogend BN
- 1 exsiccante, desiccante, exsiccative, desiccative
- een -- middel = un desiccativo
uitdroging ZN
- 1 exsiccation, desiccation, (MED) dishydratation
- mummificatie door -- = mumification per desiccation
uitdrogingsscheur ZN
- 1 fissura de desiccation
uitdruipen WW
- 1 deguttar
uitdrukkelijk BN
- 1 expresse, explicite, formal
- --e goedkeuring = approbation/consentimento expresse
- --e voorwaarde = condition explicite/expresse
- -- bevel = ordine explicite/formal/expresse, injunction
- tegen mijn -- verbod = contra mi prohibition/interdiction expresse
- zich -- distantiëren van = distantiar se explicitemente/formalmente de
- iets -- verbieden = interdicer/prohiber un cosa explicitemente
- iets -- zeggen = dicer un cosa formalmente
- hij heeft -- verklaard dat = ille ha explicitemente declarate que
- zijn --e wens was = su desiro/desiderio expresse esseva
- behalve wanneer -- is bepaald = salvo exception formal/explicite
uitdrukkelijkheid ZN
- 1 character explicite/expresse/formal
uitdrukken WW
- 1 (onder woorden brengen) exprimer
- zijn gedachten duidelijk -- = exprimer/render clarmente su pensata/pensamento
- zijn gevoelens -- = exprimer su sentimentos
- zich in een onberispelijk Interlingua -- = exprimer se in un Interlingua impeccabile
- zich correct -- = exprimer se correctemente
- zich vaag -- = exprimer se in terminos vage
- zich in gebarentaal -- = exprimer se per gestos
- een onbeholpen manier van -- = un elocution disgratiose
- dat is wat al te sterk uitgedrukt = isto es un exaggeration, isto es un pauco/un poco exaggerate
- 2 (uitknijpen) pressar, exprimer
- een citroen -- = pressar/exprimer un citro
- 3 (doven) extinguer
- 4 (naar buiten drukken) pressar
- de tandpasta -- = pressar le dentifricio foras del tubo/tubetto
- 5
- in guldens uitgedrukt = calculate in florinos
uitdrukking ZN
- 1 (uiting) expression
- -- geven aan = dar expression a, exprimer
- vol -- = expressive, plen de expression
- 2 (sprekende gelaatstrek) expression
- zijn gezicht bleef zonder -- = su facie remaneva inscrutabile/impassibile/sin expression
- 3 (gezegde) expression, locution, termino, phrase
- gangbare/courante -- = expression currente/usual
- vulgaire -- = expression vulgar, vulgarismo
- figuurlijke -- = expression figurate
- dialectische -- = expression dialectal, dialectismo
- spreekwoordelijke -- = expression proverbial
- gewestelijke -- = regionalismo
- -- uit de volkstaal = expression popular
- -- uit de omgangstaal = expression familiar
- geijkte/staande -- = expression consecrate/fixe
- alledaagse -- = colloquialismo
- voegwoordelijke -- = locution conjunctive
- bijwoordelijke -- = locution adverbial
- werkwoordelijke -- = locution verbal
- spreekwoordelijke -- = locution proverbial
- nieuwe -- = locution neologic
uitdrukkingskracht ZN
- 1 fortia expressive/de expression, expressivitate
uitdrukkingsloos BN
- 1 sin expression, inexpressive, inscrutabile, impassibile
- --e blik = reguardo inexpressive
- -- gezicht = visage inexpressive
uitdrukkingsmiddel ZN
- 1 medio/forma/modo expressive/de expression
uitdrukkingsmogelijkheden ZN MV
- 1 possibilitates expressive/de expression
uitdrukkingsvaardigheid ZN
- 1 aptitude/habilitate a exprimer se, facilitate/claritate de expression
uitdrukkingsvermogen ZN
- 1 facultate/poter/potentia de expression, habilitate/aptitude a exprimer se, expressivitate
uitdrukkingsvol BN
- 1 plen de expression, expressive
- --le blik = reguardo expressive/eloquente
uitdrukkingsvorm ZN
- 1 Zie: uitdrukkingsmiddel
uitdrukkingswaarde ZN
- 1 valor expressive
uitdrukkingswijze ZN
- 1 modo de expression, diction, maniera de dicer
- onbeholpen -- = elocution disgratiose
uitdruppen BN
- 1 Zie: uitdruipen
uitduiden WW
- 1 indicar, explicar, monstrar, (omschrijven) describer
- iemand de weg -- = indicar le cammino a un persona
- iets met gebaren -- = explicar con/per gestos
uitduiding ZN
- 1 indication, explication, description
uitduwen WW
- 1 expeller, expulsar
uitdweilen WW
- 1 nettar
uiteen BN
- 1 separate, lontan/distante le un del altere
uiteenbarsten WW
- 1 exploder, erumper
uiteendoen WW
- 1 separar
uiteendrijven WW
- 1 dispersar, dissipar, disseminar
- de menigte -- = dispersar/dissipar le multitude
uiteengaan WW
- 1 separar se, dispersar se
- het echtpaar gaat uiteen = le conjuges se separa
- hier gaan onze wegen uiteen = nostre camminos se separa hic
uiteenhalen WW
- 1 (demonteren) disassemblar, disarticular
- het -- = disassemblage, disarticulation
uiteenhouden WW
- 1 tener separate, distinguer, non confunder
uiteenjagen WW
- 1 Zie: uiteendrijven
uiteenleggen WW
- 1 displicar
uiteenlopen WW
- 1 (niet in dezelfde richting lopen) diverger
- 2 (verschillen) differer, diverger, variar, esser differente
- de meningen liepen zeer uiteen = il habeva un grande differentia de opinion, le opiniones differeva/divergeva/variava multo
- de schattingen lopen uiteen van zes tot tien miljoen = le estimationes varia de sex usque a dece milliones
uiteenlopend BN
- 1 divergente, differente, varie, variate, diverse, dissimilante, dissimile, diverse, discrepante, dispare, heteroclite, discrepante, (sterk --) opposite
- --e verklaringen = interpretationes divergente
- sterk --e karakters = characteres opposite/multo divergente, grande disparitate de characteres
- --e meningen = opiniones dispare/diverse, disparitate de/diversitate de opiniones
- --e belangen = diversitate de interesses
- --e berichten = novas varie/variate/contradictori
- essays over --e onderwerpen = essayos miscellanee
- harde wind uit --e richtingen = ventos forte variabile
uiteenneembaar BN
- 1 dismontabile
uiteennemen WW
- 1 dismontar, disassemblar, disunir, decomponer, disfacer
uiteenrafelen WW
- 1 (ook FIG) disintricar
uiteenrollen WW
- 1 disrolar
uiteenrukken WW
- 1 disrumper
- het -- = disruption
uiteenscheuren WW
- 1 lacerar
- het -- = laceration
uiteenspatten WW
- 1 exploder, disintegrar se, fragmentar se
- de bom spatte uiteen in talloze deeltjes = le bomba ha explodite in particulas innumerabile
uiteenspringen WW
- 1 exploder, disintegrar se, fragmentar se
uiteenstuiven WW
- 1 dispersar se
uiteenvallen WW
- 1 cader in pecias/in partes/in gruppos, etc., disassociar se, dissociar se, disaggregar se, disgregar se, decomponer se, dismembrar se, fragmentar se, divider se, disintegrar se
- het keizerrijk viel uiteen = le imperio se dismembrava
- een gezin uiteen doen vallen = dismembrar un familia
- de organisatie valt uiteen in drie groeperingen = le organisation se divide in tres gruppos
- -- in twee delen = scinder se in duo
- affixen vallen in drie soorten uiteen = le affixos cade in tres gruppos
uiteenvliegen WW
- 1 dispersar se
uiteenwerken WW
- 1 disjunger se
uiteenwijken WW
- 1 diverger
- het -- = divergentia
uiteenzetten WW
- 1 (van elkaar verwijderd zetten) poner/mitter separatemente/a parte, separar
- 2 (verklaren) exponer, explicar, explanar, presentar, enarrar, (analyseren) analysar, (tot in details) detaliar
- zijn mening -- = exponer su opinion
- de principes -- = explicar le principios
- een probleem -- = exponer/presentar un problema
- een plan -- = exponer/presentar un projecto
- ik zal u de zaak -- = io va exponer/explanar vos le factos
- iets glashelder -- = explicar un cosa con claritate
- iemand die iets uiteenzet = expositor
uiteenzettend BN
- 1 expositive, expositori
uiteenzetting ZN
- 1 exposition, explication, explanation, enarration
- -- van de feiten = exposition del factos
- een -- geven over iets = dar/facer un explication de un cosa, exponer un cosa, dissertar super un cosa
uiteinde ZN
- 1 (uiterste punt) extremitate, termino, (puntig) puncta
- tot aan de --n van de wereld = usque al confinios/ultime terminos del terra
- de beide --n van de brug = le duo extremitates del ponte
- de twee --n van een as = le duo extremitates de un axe
- 2 (afloop) fin
- iemand een goed -- wensen = desirar un bon fin del anno/un felice Anno Nove a un persona
uiteindelijk BN
- 1 (aan het einde) final, ultimate, (onomkeerbaar) definitive
- --e beslissing = decision final
- --e gebruiker = usator ultimate
- --e oorzaak = causa ultimate
- het --e resultaat was positief = le resultato final/ultimate esseva positive
uiteindelijk BW
- 1 finalmente, ultimatemente, al fin
uiten WW
- 1 exprimer, manifestar, emitter, enunciar, proferer, professar, pronunciar, exteriorisar, formular
- zijn bewondering -- = manifestar su admiration
- een mening -- = emitter/exprimer un opinion
- een gedachte -- = exteriorisar un pensata
- zijn dankbaarheid -- = exprimer su recognoscentia/gratitude
- zijn gevoelens -- = exprimer/manifestar/exteriorisar su sentimentos
- zijn vreugde -- = exprimer/manifestar/exteriorisar su gaudio/joia
- zijn verontwaardiging -- = exprimer su indignation
- godslasteringen -- = proferer blasphemias, blasphemar
- bedreigingen -- = proferer menacias
- klachten -- = formular planctos
- wensen -- = formular desiros/desiderios
- een woord -- = emitter un parola
- geen woord kunnen -- = non poter articular un parola
- binnensmonds verwensingen -- = grunnir insultos
- hij kan zich moeilijk -- = ille ha difficultates pro exprimer se
- zijn verdriet niet -- = tacer su affliction
- zich in welgekozen bewoordingen -- = exprimer se in terminos ben seligite
- de behoefte om zich te -- = le besonio de exprimer se
- een ziekte uit zich in bepaalde symptomen = un maladia se monstra/se manifesta in certe symptomas
uit-en-te(r)-na BW
- 1 (telkens) mille vices, constantemente, cata vice de novo, con insistentia, usque a satietate
- iets -- herhalen = repeter mille vices/un cosa usque a satietate
- 2 (grondig) a fundo, usque al plus fin detalio, detaliatemente
uitentreuren BW
- 1 perpetualmente, continuemente, incessantemente, sin interruption
uiteraard BW
- 1 naturalmente, obviemente, evidentemente, sin alicun dubita
- hier kunnen we -- niet van leven = naturalmente il nos es impossibile viver de isto
uiterlijk BW
- 1 (naar buiten toe) exteriormente, apparentemente, in apparentia
- -- scheen hij kalm = ille dava un apparentia de calma
- 2 (op zijn laatst) al plus tarde, non plus tarde que
- -- de eerste november = le prime de novembre al plus tarde
uiterlijk ZN
- 1 (voorkomen) apparentia, exterior, aspecto, aere, (gezicht) facie, visage
- hij heeft zijn -- niet mee = su aere es contra ille
- mensen op hun -- beoordelen = judicar homines secundo lor exterior
- het -- van een artikel = le aspecto/presentation de un articulo
- 2 (schijn) apparentia (exterior), semblante, semblantia
- dat is alleen maar voor het -- = isto es unicamente pro le apparentia/pro le forma/pro salvar le apparentias
uiterlijk BN
- 1 (uitwendig) exterior, externe, visibile
- de --e gedaante van iets = le aspecto exterior de un cosa
- --e kentekenen = signos/characteristicas exterior
- --e indruk/verschijning = apparentia
- op de --e schijn afgaan = judicar secundo le apparentias
- 2 (van buiten komend) extrinsec
uiterlijkheid ZN
- 1 aspecto/apparentia exterior, exterioritate
- -- van een gevoel = exterioritate de un sentimento
- op grond van --en oordelen = judicar secundo apparentias exterior
uitermate BW
- 1 extrememente, excessivemente, extraordinarimente, summemente, in grado extreme
- -- belangrijk = extrememente/summemente importante
- hij is -- geschikt vor dat werk = ille es le persona le plus adaptate pro iste labor/travalio
- dat verheugt mij -- = isto me place multo
uiterst BN
- 1 (het meest verwijderd) extreme
- het --e puntje = le extreme puncta
- --e grens = limite extreme, extremo
- (van evenredigheid) --e term = extremo
- 2 (hoogst) ultime, supreme, summe
- --e poging = ultime tentativa, tentativa supreme
- --e krachtsinspanning = effortio supreme
- --e voorzichtigheid betrachten = prender le plus grande precautiones
- 3 (laagst) ultime, final
- dat is mijn --e prijs = isto es mi ultime precio/offerta, isto es mi offerta final
- 4 (laatst) ultime
- op het -- ogenblik = al ultime momento
- --e datum = data limite
- --e verkoopdatum = data limite de vendita
- --e wil = ultime voluntate, testamento
uiterst BW
- 1 (in de hoogste mate) extrememente, excessivemente, summemente
- een -- klein verschil = un differentia infime
- die bloem is -- zeldzaam = iste flor es extrememente rar/es rarissime
- die gevallen zijn -- zeldzaam = iste casos es toto exceptional
uiterste ZN
- 1 (het hoogste in zijn soort, het meest uiteenliggende) extremo, opposito
- de --n raken elkaar, de --n hebben steeds punten van aanraking = le extremos se tocca/se incontra
- 2 (mbt een rangorde/intensiteit) extremo, excesso, limite
- het andere -- = le altere extreme, le extremo opposite
- van het ene -- in het andere vervallen = cader/passar/ir de un extremo/excesso al altere
- --n trekken elkaar aan = le extremos se attrahe
- het -- wagen = ir al limite, tentar le impossibile
- de prijs tot het --e verhogen = augmentar le precio al extremo/maximo
- hij ligt op het -- = ille es agonisante/in su ultime momentos
- tot het -- = usque al extremo/limite, à outrance (F), a ultrantia
- tot het -- gebracht = desperate
- iemand tot het --e brengen = exasperar un persona
- 3 (einde) extremitate
uiterwaard ZN
- 1 lecto alte (del fluvio)
uiteten WW
- 1 (leeg eten) finir, vacuar (un platto)
- 2 (arm maken) exploitar {plwa}
- 3 (ten einde eten) finir/terminar su repasto
uitfiltreren WW
- 1 filtrar
- ruis -- = filtrar ruito
uitflappen WW
- 1 dicer sin reflecter
- er alles maar -- = dicer tote lo que veni super le lingua, dicer tote lo que passa per su testa/capite
uitfloepen WW
- 1 (mbt licht) extinguer bruscamente
uitfluiten WW
- 1 (door fluiten afkeuren) sibilar, conspuer
- een spreker -- = conspuer un orator
uitfoeteren WW
- 1 reprimendar, insultar, injuriar, apostrophar
uitfrezen WW
- 1 fresar
uitgaan WW
- 1 (naar buiten gaan) sortir, exir
- de kamer -- = sortir del camera, quitar le camera
- op inlichtingen -- = ir/partir pro haber informationes, colliger informationes
- het ene oor in-, het andere -- = entrar in un aure e exir del altere
- 2 (van huis gaan) sortir
- een avondje -- = passar un vespere/vespera (in le theatro/in le cinema, etc.)
- het huis -- = sortir del casa, quitar le casa
- 3 (doven) extinguer se
- het vuur gaat uit = le foco se extingue
- 4 (verlaten worden)
- de school gaat uit = le schola es finite
- de bioscoop gaat uit = le cinema se vacua
- 5 (als uitgangspunt nemen) partir (de), basar se super
- van een veronderstelling -- = partir de un supposition/hypothese (-esis)
- van een beginsel -- = partir de un principio
- er van -- dat = partir del idea que
- -- van de laatste opiniepeilingen = basar se super le/partir del ultime sondages de opinion
- het denkbeeld is van de directeur uitgegaan = le idea ha partite del director
- de maatregel is van u uitgegaan = vos ha prendite le initiativa del mesura
- er gaat geen enkele dreiging van uit = isto non constitue nulle menacia
- er gaat een goede invloed van hem uit = ille emana un influentia positive
- 6 (verspreid worden) manar, emanar
- deze verklaring gaat uit van het ministerie = iste declaration emana del ministerio
- er gaat een geweldige invloed van haar uit = illa emana/exerce un influentia enorme
- er gaat niets van hem uit = ille non face proba/prova de nulle initiativa
- een brief met richtlijnen doen -- = facer circular un littera continente instructiones
- 7 (georganiseerd worden) esser organisate
- deze concerten gaan uit van een vereniging = iste concertos es organisate per un societate
- het onderwijs gaat hier in dit land van de Kerk uit = le inseniamento es in iste pais in le manos del Ecclesia
- 8 (ten einde gaan) ir al fin
- 9 (verwijderd worden) ir via, remover se
- met dit wasmiddel gaan de vlekken er uit = con iste detersivo le maculas va via
- 10 (eindigen) terminar (se)
- vele infinitieven in Interlingua gaan uit op -AR = multe infinitivos in Interlingua (se) termina in -AR
- 11
- vrij -- = esser sin culpa, esser innocente
- dat gaat boven de partijpolitiek uit = isto transcende le politica del partito
- onze gelukwensen gaan uit naar je broer = nostre felicitationes es pro tu fratre, transmitte nostre felicitationes a tu fratre
uitgaand BN
- 1 que sorti, sortiente
- --e brieven = litteras que sorti
- --e goederen = mercantias exportate/de exportation
- --e lading = carga sortiente
- --e rechten = derectos de exportation
- 2
- het --e publiek = le publico que va al theatro/que frequente le theatros
uitgaander ZN
- 1 persona qui sorti multo/qui ama sortir
uitgaansavond ZN
- 1 vespere/vespera que on sorti habitualmente/in lequal on sole sortir
uitgaanscentrum ZN
- 1 quartiero del restaurantes/cinemas/theatros, etc., centro de intertenimento, centro de activitates recreative
uitgaansdag ZN
- 1 die/jorno que on sorti
uitgaansgelegenheid ZN
- 1 cinemas, theatros, restaurantes, etc., loco de intertenimento
uitgaanskleding ZN
- 1 vestimentos elegante
uitgaansleven ZN
- 1 vita nocturne
uitgaansverbod ZN
- 1 prohibition/interdiction de sortir
- een -- uitvaardigen = imponer/decretar un prohibition/interdiction de sortir
uitgalmen WW
- 1 facer resonar, (zingen) cantar a plen voce
uitgang ZN
- 1 (opening, uitweg) exito, egresso, porta
- zich naar de -- begeven = diriger se/ir al exito
- kunstmatige -- = ano artificial
- 2 (TECHN) (van versterker) output (E)
- 3 (TAAL) termination, desinentia, accidente
- -- van het meervoud = termination del plural
- -- van de genitief = desinentia del genitivo
- grammaticale -- = termination/accidente grammatical
- vrouwelijke -- = termination feminin
- de --en van het werkwoord = le desinentias verbal
uitgangsimpedantie ZN
- 1 impedantia de output (E)
uitgangspositie ZN
- 1 Zie: uitgangspunt
uitgangspunt ZN
- 1 puncto/position initial/de partita, base
- -- van een redenering = base de un rationamento
- als -- nemen = partir de
- op zijn -- terugkeren = retornar a su puncto de partita
uitgangsstelling ZN
- 1 (oorpronkelijke positie) position initial/de partita
- 2 (grondstelling) principio, presupposition
uitgangsvermogen ZN
- 1 (AUDIO) potentia output (E)
uitgave ZN
- 1 (het laten drukken van boeken) edition, publication, impression, tirage, tirada
- 2 (druk) edition
- volledige -- = edition integral
- eerste -- = edition original
- -- voor schoolgebruik = edition (pro usage) scholar
- kritische -- = edition critic
- gekuiste -- = edition purgate
- eenmalige -- = edition unic
- clandestiene -- = edition furtive
- definitieve -- = edition ne varietur (L)
- goedkope -- = edition popular
- nieuwe -- = reedition
- tweetalige -- = edition bilingue
- herziene -- = edition revisate/revidite/emendate
- een -- bezorgen van = editar, eder
- bezorger van een -- = editor
- 3 (het uitgeven van geld) dispensa
- 4 (uitgegeven geld) expensa, dispensa, costo(s)
- overtollige --n = expensas superflue
- collectieve --n = expensas collective/pro le collectivitate
- buitensporige --n = expensas immoderate/extravagante/exorbitante
- onvoorziene -- = expensas impreviste
- --n in de privésfeer = costos personal
- de --n dekken = coperir le expensas
- de --n beperken/besnoeien = reducer/restringer le expensas
- beperking/besnoeiing van de -- = reduction/restriction del expensas
uitgavenpatroon ZN
- 1 patrono de expensas
uitgebalanceerd BN
- 1 equilibrate
- -- dieet = dieta equilibrate
uitgeblust BN
- 1 extincte
- een --e indruk maken = facer un impression extincte
- er -- uitzien = parer exhauste/extenuate
uitgebreid BN
- 1 (uitgestrekt) extendite, extense, extensive, ample, vaste
- --e bezittingen = vaste proprietates
- -- wegennet = systema extensive de camminos
- 2 (veelomvattend) extendite, extense, extensive, vaste, ample, comprehensive
- een --e kennis van iets hebben = haber cognoscentias/cognoscimentos extendite/extensive/comprehensive de un cosa
- --e woordenschat = vocabulario extendite/ric
- 3 (uitvoerig) extensive, detaliate, prolixe, ample
- --e stijl = stilo prolixe
- -- dineren = dinar copiosemente/sumptuosemente
- iets -- behandelen = tractar un cosa in le detalio
- het onderwerp kwam -- aan de orde = on ha tractate le thema extensemente
- een machine -- testen = testar un machina extensivemente
- hij vertelde me er -- over = ille me parlava amplemente de illo
uitgebreidheid ZN
- 1 (grootte) extension, dimension
- 2 (oppervlakte) extension, superficie
- 3 (grote omvang) extension, spatiositate, amplitude, immensitate, vastitate
- 4 (uitvoerigheid) extension, (te grote --) prolixitate
uitgediend BN
- 1 perimite, consumite
uitgedoofd BN
- 1 extincte
- --e vulkaan = vulcano extincte
uitgedroogd BN
- 1 sic
- 2 (dorstig) assetate
uitgehongerd BN
- 1 affamate, famelic
- de --e bevolking = le population affamate
- --e bedelaar = mendico/mendicante famelic
- --e kat = catto famelic
uitgekeken BN
- 1
- -- op iets zijn = haber perdite le interessse pro un cosa
uitgekiend BN
- 1 calculate, astutiose, ingeniose
- -- plan = projecto/plano astutiose/ben calculate
uitgekookt BN
- 1 astute, astutiose, maligne
- --e tante = femina/dama astute/astutiose
uitgelaten BN
- 1 multo joiose/gaudiose/gai, euphoric, exuberante, delirante, hilare, (woelig) turbulente
- -- vreugde = joia/gaudio exuberante
- -- zijn = exuberar, delirar
uitgelatenheid ZN
- 1 grande joia/gaudio/gaitate, exuberantia, hilaritate, (woeligheid) turbulentia
- de -- van de kinderen = le turbulentia del infantes
uitgeleefd BN
- 1 multo vetule/vetere, decrepite
uitgeleide ZN
- 1
- iemand -- doen = accompaniar un persona (usque) al porta
uitgelezen BN
- 1 exquisite, selecte, raffinate
- -- wijn = vino exquisite/selecte/superior
- -- gerechten = plattos exquisite/raffinate
- -- gedichtenverzameling = collection exquisite de poemas
- -- troepen = truppas de élite (F)
- -- gezelschap = societate selecte, gruppo selecte de personas
uitgelezenheid ZN
- 1 exquisitate, exquisitessa
uitgeluld BN
- 1
- -- zijn = non haber altere cosas a dicer
uitgemaakt BN
- 1 decidite, irrevocabile
- dit is een --e zaak = isto es un cosa decidite, isto es irrevocabile
uitgemergeld BN
- 1 exhauste, emaciate, discarnate, skeletic
uitgenomen VW
- 1 salvo que, excepte que, exceptate que
uitgenomen VZ
- 1 salvo, excepte, exceptate, al exception de
uitgepaaid BN
- 1 que ha fregate
uitgeput ZN
- 1 (doodop) multo fatigate, exhauste, extenuate
- totaal -- = in un stato de exhaustion complete
- -- raken = exhaurir se
- 2 (leeg) exhauste, vacuate
- 3 (op) exhauste
uitgerafeld BN
- 1 exfrangiate, exfilate
uitgerekend BW
- 1 precisemente, justemente
uitgerekend BN
- 1 egoista, interessate, calculator
- een --e tante = un dama egoista/calculator
uitgerust BN
- 1 (fysiek) reposate
- een -- voorkomen = un aspecto reposate
- 2 (voorzien van) munite (de), dotate (de)
uitgeschulpt BN
- 1 undulate
uitgeslagen BN
- 1 mucide, mucite, coperte de mucor
uitgeslapen BN
- 1 (pienter) argute, intelligente
- 2 (sluw) astute
- 3 (uitgerust) ben reposate
uitgesloten BN
- 1 (onmogelijk) excludite, impossibile
- dat is -- = isto es impossibile
- 2 (buiten een kring geplaatst) excludite, expellite
- (JUR) -- aansprakelijkheid = responsabilitate excludite
uitgesproken BN
- 1 marcate, pronunciate, explicite, (duidelijk) manifeste, clar
- -- afkeer = aversion pronunciate
- --e gelaatstrekken = tractos de visage pronunciate
- -- mening = opinion manifeste
- met een -- voorkeur voor Interlingua = con un preferentia marcate pro Interlingua
- politicus met -- rechtse signatuur = politico de clar tendentias de dext(e)ra
uitgestorven BN
- 1 (zonder leven) deserte, morte, non habitate, abandonate
- de straat was -- = le strata esseva deserte
- 2 (niet meer bestaand) extincte
- een -- diersoort = un specie animal extincte
uitgestreken WW
- 1 impassibile
- met een -- gezicht = con un facie impassibile
uitgestrekt BN
- 1 vaste, late, extense, extendite, extensive, spatiose, ample
- plana -- = uitgestrekte vlakte
- 2 (voorover liggend) pron
uitgestrektheid ZN
- 1 Zie: uitgebreidheid-1-2-3
uitgestudeerd BN
- 1
- zij is nog niet -- = illa non jam ha finite su studios
- daar raak je nooit op -- = il ha sempre/semper nove cosas a apprender in illo
- -- in = esser maestro in
uitgeteerd BN
- 1 emaciate, discarnate, cachectic {sj}
- -- gezicht = visage emaciate
uitgeteld BN
- 1 (uitgeput) exhauste, extenuate
- 2 (mbt bokssport) knock-out (E), K.O.
uitgeven WW
- 1 (besteden) expender, dispensar, disbursar
- geld -- = expender/dispensar moneta
- 2 (in omloop brengen) emitter
- aandelen -- = emitter actiones
- een communiqué -- = emitter/facer un communicato
- 3 (in druk laten verschijnen) editar, eder, publicar
- een krant -- = publicar un jornal
- 4 (voor publicatie geschikt maken) editar
- een middeleeuwse tekst -- = editar un texto medieval
- 5 (laten doorgaan voor) facer passar (pro)
- zich voor iemand anders -- = facer se passar pro un altere persona
- 6 (verstrekken) dar, (uitlenen) prestar
- orders -- = dar ordines
- kaarten -- = distribuer cartas
uitgever ZN
- 1 (boekproducent) editor
- 2 (uitgeverij) editor, casa editorial/de edition
- 3 (tekstverzorger) editor
- 4 (verkwister) dilapidator, dissipator, guastator
uitgeverij ZN
- 1 (het uitgeven van boeken) edition
- 2 (uitgeverszaak) editor, casa editorial/de edition
uitgeverijbedrijf ZN
- 1 Zie: uitgeversbedrijf
uitgeversbedrijf ZN
- 1 editor, casa editorial/de edition
uitgeverscombinatie ZN
- 1 combination de editores
uitgeversfirma ZN
- 1 editor, casa editorial/de edition
uitgeversfonds ZN
- 1 fundo editorial
uitgeversmaatschappij ZN
- 1 compania/societate editorial/de edition/de publicationes
uitgeversrestanten ZN MV
- 1 libros de occasion
uitgeverssucces ZN
- 1 successo editorial/de edition
uitgeverszaak ZN
- 1 editor, casa editorial/de edition
uitgevloerd BN
- 1 knock-out (E), K.O.
uitgevoerd BN
- 1 realisate
- niet -- = irrealisate
uitgewekene ZN
- 1 emigrato, emigrante, (vluchteling) refugiato, (banneling) exiliato
uitgewerkt BN
- 1 (geheel bewerkt) elaborate
- een volledig -- plan = un plano completemente elaborate
- 2 (niet meer werkend) non plus habente effecto
- de verdoving is -- = le anesthesia ha exhaurite su effecto
- een --e vulkaan = un vulcano extincte
uitgewezene ZN
- 1 expulsato
uitgewoond BN
- 1 inhabitabile
uitgezakt BN
- 1 (futloos) collabite
- 2 (vormloos) deformate, deforme
- een -- lichaam = un corpore deforme
- 3 (MED) prolabite
uitgezocht BN
- 1 selecte, exquisite, excellente, superior, perfecte
- --e gelegenheid = occasion/opportunitate excellente/unic
- het is een -- weertje = il face un tempore superbe
uitgezonderd VZ
- 1 salvo, extra, preter, excepte, exceptate, a/con exception de
- iedereen was gekomen, -- hij = totes habeva venite, excepte ille
uitgieren WW
- 1 critar
- zij gierden hun blijdschap uit = illes manifestava ruitosemente lor joia/gaudio
uitgieten WW
- 1 effunder, versar, (leeggieten) vacuar
uitgifte ZN
- 1 (verstrekking van goederen) distribution
- 2 (het in omloop brengen) emission
- -- van aandelen = emission de actiones
- -- van obligaties = emission de obligationes
- -- van een lening = emission de un impresto
- koers van -- = curso/precio de emission
- 3 (het in druk bekend maken) publicar
uitgiftekoers ZN
- 1 curso/precio de emission
uitgillen WW
- 1 critar, dar critos
- zij gilde haar boosheid uit = illa critava su cholera/ira/furor
- zij gilde het uit van de pijn = illa critava de dolor
uitglijden WW
- 1 (van zijn plaats glijden) glissar
- de ladder gleed uit = le scala ha glissate
- 2 (glijdend vallen) glissar, (ook FIG) facer un passo false
- ik gleed uit door de modder = io ha glissate in le fango
- ik gleed uit over een bananeschil = io ha glissate super un pelle de banana
uitglijder ZN
- 1 error, (flater) gaffe
uitgloeien WW
- 1 calcinar, (van metalen) distemperar
uitgloeiing ZN
- 1 calcination
uitgommen
- 1 rader con le gumma, gummar
uitgooien WW
- 1 (uitwerpen) jectar, jectar foras
- een anker -- = jectar un ancora
- het raam -- = jectar per le fenestra
- iemand er uit gooien = jectar un persona in le strata
- 2 (nonchalant uitdoen) disembarassar se (de)
- zijn kleren -- = remover su vestimentos in haste
- 3 (al gooiend legen) vacuar
- 4 (SPORT) remitter in joco
uitgraven WW
- 1 cavar, excavar, disinterrar, exhumar, foder
- een sloot -- = excavar un fossato
- een lijk -- = disinterrar/exhumar un corpore morte
- schatten -- = disinterrar/exhumar tresores
uitgraving ZN
- 1 excavation, disinterramento, exhumation
uitgroeien WW
- 1 (ontwikkelen) crecer usque a, disveloppar se, evolver se, expander se
- die boom is flink uitgegroeid = iste arbore se ha disveloppate forte
- tot een onbeheersbaar probleem -- = evolver se usque a un problema insolubile
- 2 (groeiende boven iets komen) emerger se super
- boven anderen -- = emerger se super alteres
uitgroeisel ZN
- 1 excrescentia, protuberantia, prominentia
uitgroeven WW
- 1 cannellar
uitgummen WW
- 1 Zie: uitgommen
uithaal ZN
- 1 (het uitstrekken van arm of been) colpo (forte)
- 2 (het aanhouden van een toon) tono longe
- 3 (praal, ophef) pompa, apparato, ostentation, fasto
- 4 (SPORT) (ver/hard schot) tiro longe
- 5 (venijnige opmerking) remarca/observation con veneno, invectiva
uithakken WW
- 1 (uithollen) (ex)cavar (con le hacha {sj})
- 2 (door hakken vormen) taliar, sculper
- een reliëf in een gevel -- = facer un relievo in un faciada
- een beeld -- = sculper un sculptura
uithalen WW
- 1 (uitnemen) remover
- een schakel uit een ketting halen = distachar {sj} un anello de un catena
- een lade -- = tirar un tiratorio
- eieren -- = disannidar ovos
- draden -- = disfilar
- breiwerk -- = dismaliar tricots (F)
- een tand -- = extraher un dente
- 2 (leeghalen) vacuar
- een lade -- = vacuar un tiratorio
- een vogelnest -- = vacuar un nido, prender le ovos de un nido, disannidar le ovos
- 3 (uitvoeren) facer, committer
- een stomme streek -- = facer un imbecillitate
- 4 (baten) esser utile
- dat haalt niets uit = isto servira a nihil, isto non habera resultato(s)
- 5 (besparen) sparniar, economisar
- 6 (een arm/been uitstrekken) extender, extirar, (slaan) colpar, dar colpos/un colpo
- de kat haalde naar hem uit = le catto le ha date un colpo de pata
- 7 (kritiek leveren) fulminar (contra)
- fel -- naar iemand = inveher contra un persona, lancear un invectiva contra un persona
- 8 (zich flink inspannen) effortiar se multo
uitham ZN
- 1 lingua de terra
uithameren WW
- 1 martellar
uithangbord ZN
- 1 insignia
uithangen WW
- 1 (naar buiten hangen) mitter/poner foras
- wij hangen de vlag uit = nos pone foras le bandiera
- 2 (in zijn volle lengte ophangen) pender
- de gordijnen -- voordat je ze omzoomt = pender le cortinas ante que tu los orla
- 3 (zich bevinden) esser
- waar hangt je broer uit? = ubi es tu fratre?
- 4 (zich voordoen) jocar, facer
- de pias -- = jocar le buffon, buffonar, facer le paleasso/le clown (E)
- de held -- = facer le heroe
- de grote heer -- = dar se aeres de grande senior
uithangteken ZN
- 1 Zie: uithangbord
uitharden WW
- 1 siccar se ben, indurar se
uithebben WW
- 1 haber finite
- ik heb het boek uit = io ha finite le libro
uitheems BN
- 1 estranier, exotic
- --e planten = plantas exotic
- --e dieren = animales exotic
- --e zeden = mores estranier
- --e gewoonten = habitudes estranier
- -- gekleed gaan = esser vestite exoticamente/de maniera exotic, portar vestimentos exotic
uitheemsheid ZN
- 1 exotismo
uithoek ZN
- 1 angulo remote, loco isolate
- uit alle --en van het land = de tote le confinios del pais
uithoesten WW
- 1 expectorar, sputar, spuer
uithof ZN
- 1 dependentia
uithollen WW
- 1 (hol maken) render cave, cavar, excavar, vacuar, foder
- een boomstam -- = vacuar un trunco
- 2 (FIG) eroder, minar, sappar
- de democratie -- = sappar/minar le democratia
- iemands macht -- = sappar/minar le poter de un persona
- 3
- het huis -- = sortir currente del casa
uitholling ZN
- 1 (handeling) excavation, (FIG) erosion
- de -- van de democratie = le erosion/debilitation del democratia
- 2 (resultaat) excavation, (holle ruimte) cavo, cavitate
- de natuurlijke --en in de bodem = le cavitates/depressiones natural del solo
- -- overdwars = cammino irregular
uithongeren WW
- 1 affamar, facer patir fame, facer morir de fame
- een belegerde stad -- = affamar un citate assediate
uithongering ZN
- 1 fame
uithoren WW
- 1 (uitvragen) interrogar, questionar
- 2 (ten einde horen) ascoltar usque al fin
- een radioprogramma -- = ascoltar un programma de radio usque al fin
uithoring ZN
- 1 interrogation
uithouden WW
- 1 (verdragen) supportar, indurar, tolerar
- uit te houden = supportabile, indurabile
- de hitte was niet uit te houden = le calor esseva insupportabile/non esseva indurabile
- 2 (volhouden)
- het ergens lang -- = restar/remaner in alicun loco durante un longe tempore
- 3 (uitgespreid houden) tener extendite
uithoudingsvermogen ZN
- 1 perseverantia, perseveration, resistentia
uithouwen WW
- 1 (uithollen) (ex)cavar (con le hacha {sj})
- 2 (door hakken vormen) taliar, sculper
- in marmer -- = sculper in marmore
- traptreden -- = taliar scalones
- een weg door een bos -- = taliar un cammino a transverso un bosco
uithozen WW
- 1 vacuar le aqua, haurir
uithuilen WW
- 1 (huilen tot het over is) plorar usque al satietate
- uitgehuild zijn = haber finite de plorar
- 2 (huilend uiten) exprimer plorante/per lacrimas
- zij huilde haar droefheid uit = illa exprimeva su tristessa per lacrimas
uithuizig BN
- 1 absente, sempre/semper foras de casa
uithuizigheid ZN
- 1 habitude/costume de sortir multo, absentias frequente
uithuwelijken WW
- 1 maritar, dar in maritage
- weer -- = remaritar
uiting ZN
- 1 (het uiten) expression, manifestation
- de vrije -- van de gedachten = le libere expression del pensata/pensamento
- -- geven aan zijn tevredenheid = dar expression a/exprimer su satisfaction
- zijn dankbaarheid -- = exprimer su recognoscentia
- tot -- komen = exprimer se, manifestar se
- 2 (wat men uit) expression, manifestation, demonstration, exteriorisation
- --en van vreugde = manifestationes de joia/gaudio
- -- van genegenheid = signo de affection
- een verbaasde -- op zijn gezicht = un expression de surprisa in su facie
- honger is de -- van een behoefte = le fame es le expression de un besonio
uitingsmogelijkheid ZN
- 1 medio de expression
uitingsvorm ZN
- 1 forma de manifestation, modo de exteriorisation
uitjagen WW
- 1 expeller, expulsar, chassar {sj}
uitjanken WW
- 1 Zie: uithuilen
uitje ZN
- 1 (kleine ui) cepula, parve cibolla
- 2 (uitstapje) excursion
uitjoelen WW
- 1 Zie: uitjouwen
uitjouwen WW
- 1 conspuer, invectivar, insultar
- een spreker -- = conspuer un orator
uitjubelen WW
- 1
- het -- = jubilar
uitkafferen WW
- 1 injuriar, insultar, invectivar, rebuffar, critar contra, apostrophar (rudemente/grossiermente)
uitkakken WW
- 1 cacar
uitkammen WW
- 1 (doorzoeken) pectinar, cercar minutiosemente, passar al setasso
- een streek -- = pectinar un region
- 2 (kammend zuiveren) pectinar, (wol) cardar
- 3 (met een kam uit iets wegnemen) remover con un pectine
uitkappen WW
- 1 (door kappen vormen of aanbrengen) taliar, sculper
uitkauwen WW
- 1 masticar ben
- een uitgekauwd verhaal = un historia repetite usque a satietate
uitkauwsel ZN
- 1 morsello masticate
uitkavelen WW
- 1 parcellar
uitkaveling ZN
- 1 parcellation
uitkepen WW
- 1 intaliar
uitkeren WW
- 1 pagar, versar
- maandelijks wordt een vast bedrag uitgekeerd = un amonta fixe es pagate/versate tote le menses
- rente -- = pagar interesse
- dividend -- = pagar/distribuer un dividendo
- de hoofdprijs wordt belastingvrij uitgekeerd = le prime premio/precio es pagate libere/exempte de taxa
uitkering ZN
- 1 (het uitkeren) pagamento, versamento, prestation, allocation
- -- van dividend = distribution de dividendo
- 2 (uitgekeerd bedrag) pagamento, versamento, prestation, allocation, subvention (social), subsidio (social), (pensioen) pension, (schadeloosstelling) indemnitate
- eenmalige -- = pagamento/prestation/subvention unic
- maandelijkse -- = pagamento/versamento/allocation/subsidio mensual
- periodieke -- = prestation periodic
- vrijwilligerswerk met behoud van -- = travalio/labor benevole con mantenimento de allocation
- van een -- leven = viver del adjuta statal
uitkeringsfonds ZN
- 1 fundo/cassa de allocationes/de prestationes/de subsidios social
uitkeringsgerechtigd BN
- 1 habente derecto a/de un allocation/un prestation/un subsidio social
uitkeringsgerechtigde ZN
- 1 persona qui ha derecto a un allocation/un prestation/un subsidio social
uitkeringstrekker ZN
- 1 persona qui ha un allocation/un prestation/un subsidio social, beneficiario de un allocation/un prestation/un subsidio social
uitkermen WW
- 1 pulsar gemimentos de dolor, gemer, critar
uitkerven WW
- 1 intaliar
uitkerving ZN
- 1 intalio
uitketteren WW
- 1 injuriar, insultar
uitkiemen WW
- 1 germinar
- het -- = germination
uitkienen WW
- 1 calcular, excogitar, elucubrar
uitkiezen WW
- 1 eliger, seliger, selectionar
- iets met zorg -- = seliger un cosa con cura
uitkijk ZN
- 1 (het uitkijken) surveliantia, vigilia
- op de -- staan = vigilar, observar
- 2 (uitzicht) vista
- men heeft hier niet veel -- = le vista non es extendite hic
- 3 (plaats waar men uitkijkt) posto de observation/de vigilia
- 4 (persoon) homine de vigilia, surveliator
uitkijken WW
- 1 (oppassen) facer attention, esser attente/attentive
- goed -- hoor! = face ben attention!, sia attente/attentive!
- 2 (uitzicht hebben) haber vista (super), dar (super)
- wij kijken uit op een druk plein = nos ha vista super un placia animate
- deze kamer kijkt uit op de zee = iste camera da super le mar
- 3
- naar een andere baan -- = esser al recerca de/in cerca de un altere empleo
- 4
- naar iemand -- = attender un persona con impatientia
- 5
- zijn ogen -- = aperir dismesuratemente su oculos
- 6
- ik ben daar gauw op uitgekeken = io es rapidemente fatigate de illo
uitkijker ZN
- 1 Zie: uitkijk-4
uitkijkpost ZN
- 1 posto de observation/de vigilia, belvedere, mirador
uitkijktoren ZN
- 1 turre panoramic/de observation/de vigilia, belvedere, mirador
uitklapbaar BN
- 1 plicante, plicabile
- -- bed = lecto plicabile
- (in bioscoop, e.d.) -- stoeltje = strapuntin
uitklappen WW
- 1 (naar buiten opengaan) aperir se
- 2 (naar buiten opendoen) aperir
uitklaren WW
- 1 disdoanar
- goederen -- = disdoanar mercantias
uitklaring ZN
- 1 (handeling) disdoanamento
- 2 (akte) certificato de disdoanamento
uitklaringsbiljet ZN
- 1 certificato de disdoanamento
uitklauteren WW
- 1 quitar scalante
uitkleden WW
- 1 (van kleren ontdoen) disvestir
- (FIG) een bouwplan -- = simplificar un plano de construction
- (FIG) een voorstel -- = remover le essential de un proposition
- 2 (afzetten) dupar, fraudar, defraudar, lassar sin camisa
uitkloppen WW
- 1 batter, succuter (le pulvere de)
- een kleed -- = batter/succuter un tapis (F)/un tapete/un carpetta
- een pijp -- = vacuar un pipa
- 2
- een spijker -- = remover un clavo per le martello
- 3
- deuken -- = applanar
uitknijpen WW
- 1 (uitpersen) pressar, premer, exprimer
- een citroen -- = pressar/exprimer un citro
- een puistje -- = premer un button
- 2 (doven) pinciar, extinguer
- een kaars -- = pinciar un candela
- 3
- er -- = discampar, escappar
uitknippen WW
- 1 (met een schaar wegnemen) trenchar {sj}
- 2 (knippend vormen) taliar
- een kledingstuk -- = taliar un vestimento
- 3 (mbt een schakelaar) extinguer
- het licht -- = extinguer le lumine/luce
uitknipsel ZN
- 1 retalio de jornal/de pressa
uitknobbelen WW
- 1 Zie: uitkienen
uitkoken WW
- 1 (door koken ontdoen van bestanddelen) extraher per cocer/coction
- 2 facer bullir, (door koken reinigen OOK) sterilisar
- instrumenten -- = sterilisar/facer bullir instrumentos
- het uitgekookte vet = le grassia bullite
uitkomen WW
- 1 (terechtkomen, arriveren) arrivar, attinger
- wij komen uit op de binnenplaats = nos attinge le corte interne
- ik kom er wel uit = il non es necessari de accompaniar me usque al porta
- (FIG) na optelling van die cijfers kom ik uit op = le addition del cifras me da
- 2 (toegang geven tot) ducer (a), dar (super), disbuccar
- de gang komt uit op de slaapkamer = le corridor da super le camera de lecto
- die deur komt uit op de straat = iste porta da super le strata
- dat pad komt uit op de hoofdweg = iste sentiero duce al cammino principal
- 3 (uitspruiten) producer plantones, germinar
- de bloemen komen uit = le flores se aperi
- 4 (uit het ei komen) exir/sortir del ovo
- de eieren komen uit = le ovos sorti/se aperi
- 5 (bekend worden) revelar se, divulgar se
- het geheim is uitgekomen = le secreto se ha revelate
- 6 (bekennen) recognoscer, admitter
- ruiterlijk voor iets -- = recognoscer/admitter francamente un cosa
- 7 (kloppen) esser exacte/correcte
- de voorspelling kwam uit = le prediction esseva correcte
- het kwam precies uit zoals voorspeld was = illo ha finite exactemente como on lo habeva previdite
- 8 (SPORT) (deelnemen) participar, (tegen) jocar (contra), (gekozen zijn) esser selectionate (pro), jocar (in)
- in een wedstrijd -- = participar a/in un match (E), jocar in un match (E)
- Ajax komt uit met drie buitenlandse spelers = Ajax joca con tres jocatores estranier, il ha tres jocatores estranier in le equipa/team (E) de Ajax
- wedstrijd waarin twee teams tegen elkaar -- = match (E) que oppone duo equipas/teams (E)
- -- voor het nationale elftal = jocar in le equipa/team (E) national
- in de hoogste divisie -- = jocar in le prime division
- 9 (verschijnen) exir, sortir, parer, apparer
- hij komt het huis uit = ille sorti del casa
- een nieuw tijdschrift laten -- = publicar un nove revista
- 10 (tot slot/tot resultaat hebben) realisar se
- dat komt goed uit = isto ha un bon resultato
- 11 (rondkomen) poter viver con, sufficer, haber bastante
- met mijn salaris kom ik uit = mi salario suffice pro viver
- 12 (waarneembaar zijn) distachar {sj} se
- tegen de lichte achtergrond komen de kleuren goed uit = super le fundo clar le colores se distacha ben
uitkomst ZN
- 1 (einde) resultato
- de -- van de onderhandelingen = le resultato del negotiationes
- de --en van een wetenschappelijk onderzoek = le resultatos de un investigation scientific
- 2 (redding) solution
- -- brengen = offerer un solution
- 3 (resultaat) resultato, (van deling) quotiente, (van vermenigvuldiging) producto, (van optelling) summa, (van aftrekking) resto
uitkooksel ZN
- 1 decoction
uitkoop ZN
- 1 Zie: uitkoping
uitkopen WW
- 1 comprar toto
- een compagnon -- = comprar le parte de su socio
uitkoping ZN
- 1 compra total
uitkotsen WW
- 1 vomer, vomitar, regurgitar, expectorar
uitkraaien WW
- 1 critar, dar critos
- het kind kraaide het uit van plezier = le infante critava/dava critos de placer
uitkrabben WW
- 1 eveller
- iemand de ogen -- = eveller le oculos a un persona
uitkramen WW
- 1
- onzin -- = dicer nonsenso/absurditates
- geleerdheid -- = facer monstra de erudition
uitkrassen WW
- 1 rader
uitkrijgen WW
- 1 (erin slagen uit te trekken) poter remover
- tenslotte kreeg ik mijn laarzen uit = finalmente io poteva remover mi bottas
- 2 (ten einde lezen) leger usque al fin, terminar, finir, concluder
- een boek -- = concluder un libro
- ik krijg dit boek vanavond wel uit = io crede poter terminar iste libro iste vespere/vespera
- 3 (erin slagen op te lossen) resolvar, solutionar
- een som -- = resolver/solutionar un problema de arithmetica, trovar le responsa de un problema arithmetic
uitkrijsen WW
- 1 critar, dar critos
uitkrijten WW
- 1 critar, dar critos
uitkristalliseren WW
- 1 crystallisar se
- (FIG) haar ideeën moeten nog -- = su ideas debe ancora crystallisar se
uitkuisen WW
- 1 (schoonmaken) nettar, mundar, mundificar, (met water) lavar
uitlaat ZN
- 1 (van motor) (potto de) escappamento
- 2 (buis) tubo de escappamento
uitlaatbuis ZN
- 1 tubo de escappamento
uitlaatcenter ZN
- 1 garage (F) specialisate in le reparation de tubos de escappamento
uitlaatgas ZN
- 1 gas de escappamento
uitlaatklep ZN
- 1 valvula de escappamento
uitlaatpijp ZN
- 1 Zie: uitlaatbuis
uitlaatriool ZN
- 1 cloaca de discarga
uitlaatzijde ZN
- 1 latere de escappamento
uitlachen WW
- 1 rider (se), derider
- iemand -- = rider (se) de un persona
- iemand in zijn gezicht -- = rider in le facie de un persona
uitladen WW
- 1 discargar
- het -- = discarga, discargamento
- de auto -- = discargar le auto(mobile)
uitlader ZN
- 1 discargator
uitlading ZN
- 1 discarga, discargamento
uitlander ZN
- 1 estraniero, forastero
uitlandigheid ZN
- 1 sojorno al extero/estraniero
uitlands BN
- 1 Zie: uitheems
uitlaten WW
- 1 (naar buiten laten) lassar/facer exir/sortir
- de kat -- = facer exir/sortir le catto
- een bezoeker -- = accompaniar un visitante (usque) al porta
- 2 (niet aandoen) non mitter
- zijn schoenen -- = non mitter su scarpas/calceos
- 3 (niet aansteken) non accender
- het licht -- = non accender le lumine/luce
- 4
- (zich uiten) zich -- = pronunciar se, exprimer se, dar su (proprie) opinion
- zich over iets -- = pronunciar se super un cosa
- zich niet -- over een onderwerp = guardar le silentio super un subjecto, esser silente/reticente super un subjecto, dicer nihil super un subjecto
- zich optimistisch -- = exprimer un vista optimista/optimistic, esser optimista/optimistic
- zich gunstig over iets -- = exprimer un opinion favorabile super un cosa
- zich lovend over iemand -- = parlar de un persona in terminos laudative
- 5 (weglaten) omitter
uitlating ZN
- 1 (gezegde) declaration, opinion, remarca, observation, commento
- de -- is niet zeer vleiend voor hem = le observation non parla in su favor
- 2 (weglating) omission
uitlatingsteken ZN
- 1 apostropho
uitleenbalie ZN
- 1 banco de presto
uitleenbibliotheek ZN
- 1 biblioteca de presto
uitleenboekerij ZN
- 1 Zie: uitleenbibliotheek
uitleenbureau ZN
- 1 officio/bureau (F) de presto
uitleendiscotheek ZN
- 1 discotheca de presto
uitleenexemplaar ZN
- 1 exemplar de presto
uitleentermijn ZN
- 1 durata/duration/periodo del presto
- de -- is verstreken = le presto ha expirate
uitleg ZN
- 1 (tekstverklaring, i.h.b van de bijbel) exegese (-esis)
- 2 (toelichting) explication, explanation, interpretation, elucidation, clarification
- iemand tekst en -- geven = dar plen explanation a un persona, explicar/explanar puncto per puncto a un persona
- zonder verdere -- = sin altere explicationes
- vatbaar voor -- = interpretabile
- voor verkeerde -- vatbaar = aperte a misinterpretation
- voor tweeërlei -- vatbaar = ambigue, equivoc
- haar -- van wat er gebeurd is = su explanation del eventos
uitlegbaar BN
- 1 explicabile, interpretatabile
uitleggen WW
- 1 (uiteenzetten) explicar, explanar, enarrar, interpretar, clarar, clarificar, elucidar
- de situatie -- = explicar le situation
- de bijbel -- = explicar/interpretar le biblia
- dromen -- = explicar/interpretar sonios
- iets verkeerd -- = interpretar mal un cosa, misinterpretar un cosa
- lang en breed -- = perder se in explicationes
- hoe moet ik dat nu -- = como debe io leger isto?
- 2 (vergroten) extender, aggrandir, (breder/wijder maken) allargar, (langer maken) allongar
- een jas -- = allongar un mantello
- een zoom -- = allongar un orlo
- 3 (uitspreiden) displicar, extender
uitlegger ZN
- 1 explicator, explanator, interprete, elucidator, expositor, commentator, (FIL) hermeneuta, (i.h.b. van de bijbel) exegeta
uitlegging ZN
- 1 Zie: uitleg
- 2 (vergroting) extension, aggrandimento, (verbreding, verwijding) allargamento, (verlenging) allongamento
uitlegkunde ZN
- 1 (FIL, REL) hermenutica, (vooral van de bijbel) exegese (-esis)
uitlegkundige ZN
- 1 hermeneuta, (i.h.b. van de bijbel) exegeta
uitleiden WW
- 1 (over de grens zetten) deportar, expeller, expulsar
- 2
- iemand -- = accompaniar un persona (usque) al porta
- het nest is uitgeleid = le juvene aves ha quitate lor nido
uitleiding ZN
- 1 expulsion
uitlekgewicht ZN
- 1 peso nette
uitlekken WW
- 1 (uitdruipen) effluer gutta a gutta, guttar
- een schaal laten -- = facer guttar un platto
- 2 (wegsijpelen) filtrar, percolar
- 3 (bekend worden) transpirar, divulgar se
- het nieuws is uitgelekt = le nova ha transpirate
uitlenen WW
- 1 prestar, dar in presto/prestation
- het -- = prestation
- een boek -- = prestar un libro
uitlener ZN
- 1 prestator
uitlening ZN
- 1 presto
uitlepelen WW
- 1 servir con un coclear
- 2 mangiar con un coclear, vacuar a coclearatas
uitleren WW
- 1 apprender a fundo
- men is nooit uitgeleerd = on apprende semper/sempre, on fini nunquam de apprender
uitleven WW
- 1
- zich -- = displicar tote su energias vital, exhaurir su energias/fortias vital
uitleveren WW
- 1 extrader, livrar
- het -- = extradition, livration
- een misdadiger -- = extrader/livrar un criminal
uitlevering ZN
- 1 extradition, livration
- -- van een misdadiger = extradition/livration de un criminal
- verzoek tot -- = requesta/petition/demanda de extradition
uitleveringstraktaat ZN
- 1 Zie: uitleveringsverdrag
uitleveringsverdrag ZN
- 1 tractato de extradition
uitleveringsverzoek ZN
- 1 requesta/demanda/petition de extradition
uitlezen WW
- 1 (selecteren) seliger, selectionar, (ziften, builen) cerner
- 2 (geheel lezen) leger usque al fin, leger toto, (tot het eind lezen) terminar/finir de leger
- ik heb het boek uitgelezen = io ha finite (de leger) le libro
- een roman -- = terminar le lectura de un roman(ce)
- 3 (COMP) leger
- het geheugen van een computer -- = leger le memoria de un computator/computer (E)
uitlichten WW
- 1 (uit iets lichten) prender de, levar de, extraher de
- een deur -- = prender/levar un porta ex su cardines, discardinar un porta
- een passage uit een geschrift lichten = prender/extraher un passage de un scripto
- 2 (FOTO) illuminar
uitlijnen WW
- 1 (TECHN) alinear, (mbt auto's OOK) equilibrar
- de wielen van een auto -- = equilibrar/alinear le rotas de un auto(mobile)
uitlijnfout ZN
- 1 error de alineamento
uitlijnmerk ZN
- 1 marca de alineamento
uitlikken WW
- 1 (likkend leegmaken) leccar, lamber
- een pot suiker -- = leccar un potto de sucro
- 2 (likkend zuiveren) leccar, lamber
- honden likken hun wonden uit = le canes lecca lor vulneres
uitlogen WW
- 1 lixiviar, alcalisar, (SCHEI) eluer
- het -- = lixiviation, alcalisation
- uitgeloogde grond = solo lixiviate
uitloging ZN
- 1 lixiviation, alcalisation, (SCHEI) elution
uitlokken WW
- 1 (het doen van iets bevorderen) provocar, stimular, incoragiar
- een beslissing -- = provocar un decision
- commentaar -- = provocar commentarios
- een conflict -- = provocar un conflicto
- een discussie -- = provocar un discussion
- een strafbaar feit -- = provocar un acto/facto delictuose
- het ene woord lokte het andere uit = un parola duceva a un altere
- 2 (verleiden) invitar (a), seducer
uitlokker ZN
- 1 provocator
uitlokking ZN
- 1 provocation
uitloodsen WW
- 1 pilotar foras del porto
uitloop ZN
- 1 (mogelijkheid tot meer) possibilitate de un prolongation, extension
- met een -- van twee weken = con un possibile prolongation de duo septimanas, con un margine de duo septimanas
- een -- tot vier jaar = un extension usque a quatro annos, un durata/duration que pote attinger usque a quatro annos
- de vergadering duurt tot vier uur met een -- tot half vijf = le reunion va durar usque a quatro horas con un extension possibile usque a quatro horas e medie
- 2 (uitstroming) exfluxo, defluxo, (opening) bucca, (afvoerbuis) tubo
- 3 (afstand nodig om tot stilstand te komen) distantia de arresto
- 4 (riviermond) bucca, imbuccatura
uitloopmogelijkheid ZN
- 1 (om functie te bereiken) possibilitate de promotion, (tijdsduur) possibilitate de prolongation, (hoeveelheid, bedrag) possibilitate de augmentation
uitlooppoging ZN
- 1 (SPORT) tentativa de escappar/fuga
uitlopen WW
- 1 (lopend uitgaan) exir de, sortir de, quitar
- het gebouw -- = exir del/sortir del/quitar le edificio
- de kamer -- = exir del/sortir del/quitar le camera
- 2 (geleidelijk snelheid verliezen) decelerar
- een auto laten -- = lassar decelerar un auto(mobile)
- 3 (uitbotten) (van plant/boom) gemmar, pullular, (van zaad/bol/knol) germinar
- in het voorjaar lopen de planten uit = in le primavera le plantas gemma
- 4 (uitkomen in/op) disbuccar (in/super), ducer (a)
- in zee -- = disbuccar in le mar
- dit straatje loopt op de markt uit = iste parve strata disbucca in/super le mercato/duce al mercato
- 5 (leiden tot) disbuccar (super), resultar (in), ducer (a), terminar (in), finir (in)
- dat loopt op ruzie uit = isto duce a un disputa/querela
- op een volslagen fiasco -- = resultar/finir in un fiasco complete
- 6 (SPORT) (een voorsprong nemen) prender un avantia, (een grotere voorsprong nemen) augmentar su avantia
- de thuisclub liep uit tot 6-0 = le equipa local augmentava su avantia a 6-0
- 7 (meer tijd in beslag nemen) prolongar se, prender un tempore plus longe
- de vergadering liep uit tot middernacht = le reunion se prolongava usque a medienocte
- 8 (breder worden) allargar se
- een broek met uitlopende pijpen = un pantalon con gambas que se allarga
- 9 (mbt schoenen)
- deze schoenen moeten nog -- = iste scarpas/calceas debe ancora adaptar se al pedes
- schoenen -- = facer prender le forma del pedes al scarpas/calceas
- 10 (door wrijving uitslijten) abrader se (per friction)
- uitgelopen lagers = cossinettos abradite (per friction)
- 11 (een bepaald eind hebben) terminar se (in)
- puntig uitlopende messen = cultellos punctute
- 12 (met een doel ergens heen gaan) partir
- de vissersvloot is uitgelopen = le flotta de pisca ha quitate le porto
- het hele dorp was uitgelopen = tote le village esseva illac
- 13 (uitvloeien) effluer
- 14 (tot het einde lopen) terminar, finir
- een wedstrijd -- = terminar/finir un cursa
uitloper ZN
- 1 (tak van een bergketen) contraforte
- 2 (van plant) nove ramo, stolon
- --s vormend = stolonifere
- 3 (SPORT) (iemand met voorsprong) persona qui ha un avantia
- 4
- --s van de depressie = extremos del zona de basse pressiones
uitloten WW
- 1 (door loten uitsluiten) excluder/eliminar per tirage/tiramento al sorte
- 2 (door loting trekken) tirar al sorte
uitloting ZN
- 1 tirage/tiramento al sorte
uitloven WW
- 1 offerer, proponer, promitter (publicamente)
- een hoge beloning -- = offerer/promitter un grande recompensa
uitloving ZN
- 1 offerta, proposition, promissa
uitlozen WW
- 1 Zie: lozen
uitlozing ZN
- 1 Zie: lozing
uitlozingsbuis ZN
- 1 tubo/conducto de escolamento/disaquamento
uitlozingskanaal ZN
- 1 canal de escolamento/disaquamento
uitluchten WW
- 1 aerar, ventilar, renovar le aere de
uitluchting ZN
- 1 (blootstelling aan frisse lucht) aerage, aeration, ventilation
uitluiden WW
- 1 (door klokgelui het einde aankondigen van) sonar le fin de, annunciar le fin al sono del campanas
- 2 (het einde vieren van) celebrar le fin de
- het schooljaar -- met een sportdag = celebrar le fin del anno scholar con un die/jorno de sports (E)
- 3 (naar zijn laatste rustplaats begeleiden) accompaniar/conducer (un persona) a su ultime demora
- 4 (iemands verdiensten bespreken bij zijn vertrek) facer le elogio de
- 5 (ten einde luiden) finir de sonar
uitluisteren WW
- 1 ascoltar usque al fin
- de toespraak -- = ascoltar le discurso usque al fin, ascoltar tote le discurso
uitmaken WW
- 1 (verbreken) rumper, (beëindigen) finir, terminar, mitter fin a
- een verloving -- = rumper un fidantiamento
- een partij -- = finir un partita
- een relatie -- = mitter fin a un relation
- 2 (zijn, vormen) constituer, formar, facer
- een belangrijk deel van de kosten -- = constituer/formar un parte importante del costos
- de waarde van iets -- = constituer/determinar le valor de un cosa
- deel -- van = formar/facer parte de, pertiner a
- de vreugde van iemand -- = facer le joia/gaudio/delicias de un persona
- de hoop van de familie -- = esser le sperantia del familia
- de koning en de ministers maken de regering uit = le rege e le ministros forma/constitue le governamento
- 3 (van belang zijn) facer, haber importantia, esser importante, importar
- dat maakt niets uit = isto non ha importantia, isto non es importante
- wat maakt dat uit? = que es le importantia de isto?
- wat maakt nu tien gulden op de hele rekening uit? = que es dece florinos considerante tote le factura/nota?
- heel wat -- = facer un grande differentia
- weinig -- = importar pauco/poco, esser de pauc/poc importantia
- 4 (beslissen) decider, resolver, determinar
- een kwestie -- = resolver un question
- dat is moeilijk uit te maken = isto es difficile a determinar
- dat moet ieder voor zich -- = tote le mundo debe decider pro se
- dat maak ik zelf wel uit = io ipse debe decider lo
- het is een uitgemaakte zaak dat = il es un cosa decidite que
- 5 (noemen) tractar (de)
- iemand -- voor alles wat mooi en lelijk is = vilipender/injuriar un persona, coperir un persona de insultos/injurias
- 6 (blussen) extinguer
- een brand -- = extinguer un incendio
- 7
- vlekken -- = facer disparer maculas, dismacular
uitmalen WW
- 1 (naar buiten malen) pumpar via, disaquar per medio de un machina hydraulic/un molino
- polderwater -- = pumpar via le aqua de un polder (N), evacuar le aqua de un polder (N), disaquar un polder (N)
- 2 (droogmalen) siccar per medio de un machina hydraulic/un molino
- een plas -- = siccar un laco
uitmelken WW
- 1 (melkend legen) mulger completemente
- de uiers -- = extraher tote le lacte del uberes
- 2 (FIG) (persoon) exploitar {plwa}
- 3
- een onderwerp -- = exhaurir un subjecto, tractar un subjecto exhaustivemente
uitmergelen WW
- 1 exhaurir, (mager maken) discarnar, emaciar
- een akker -- = exhaurir un campo
- een uitgemergeld paard = un cavallo discarnate/emaciate
uitmergeling ZN
- 1 exhaustion, emaciation, (MED) (uitgeteerde toestand) cachexia
uitmesten WW
- 1 (van mest reinigen) levar/remover le stercore de, nettar le stabulo
- 2 (ontdoen van rommel) nettar a fundo
uitmeten WW
- 1 (iets uitvoerig bespreken) ponderar tote le aspectos de un cosa, ponderar detaliatemente un cosa, tractar de maniera exhaustive
- 2 (afmeten) mesurar, mensurar, prender le mesura/mensura de
- het -- = mesura, mesuration, mensuration
- iemand die uitmeet = mensor, mesurator, mensurator
uitmeting ZN
- 1 me(n)suration
uitmiddelpuntig BN
- 1 excentric, eccentric
uitmiddelpuntigheid ZN
- 1 excentricitate, eccentricitate
uitmikken WW
- 1 (afpassen) mesurar, mensurar, calcular
- ik kon het niet zo precies -- = io non poteva calcular lo con tante precision
- 2 (regelen) arrangiar, organisar
uitmonden WW
- 1 (uitlopen in) disbuccar (in), imbuccar (in), disaquar (in), (con)fluer (in), jectar su aquas (in), discargar se (in)
- een rivier die in zee uitmondt = un fluvio que disbucca in le mar
- 2 (uitlopen op) finir (in) terminar (in), resultar (in), ducer (a)
- het gesprek mondde uit in een enorme ruzie = le conversation finiva in un disputa violente
uitmonding ZN
- 1 bucca, imbuccatura, disbuccamento, orificio
uitmonsteren WW
- 1 Zie: uitdossen
- 2 (voorzien van garnering) passamentar, guarnir, ornar, adornar, decorar
- 3 (uitrusten met) equipar (de)
uitmonstering ZN
- 1 (tooi) adornamento, parure (F)
- 2 (kleding) vestimentos
- 3 (kraag en opslagen op uniformen) passamenteria
- 4 (benodigde uitrusting) equipamento
uitmoorden WW
- 1 massacrar, exterminar
- een geheel dorp -- = massacrar tote un village
uitmoording ZN
- 1 massacro, extermination
uitmunten WW
- 1 exceller, distinguer se
- boven allen -- = exceller inter totes
- hij munt uit door zijn gedrag en zijn bekwaamheid = ille se distingue per su comportamento/conducta e per su capacitates
- in iets -- = exceller in un cosa, esser un experto in un cosa
uitmuntend BN
- 1 excellente, eminente, superior, egregie, perfecte, de prime categoria/classe
- -- schrijver = scriptor excellente
- -- verstand = intelligentia superior
- van --e kwaliteit = de qualitate superior
- een --e gelegenheid = un occasion/opportunitate excellente
uitmuntendheid ZN
- 1 excellentia
uitneembaar BN
- 1 (uitgenomen kunnende worden) distachabile {sj}, amovibile, separabile
- 2 (demontabel) dismontabile, clastic
uitnemen WW
- 1 remover, distachar {sj}
uitnemend BN
- 1 eminente, preeminente, excellente, egregie, optime
uitnemendheid ZN
- 1 excellentia
- bij -- = per excellentia, in multo alte grado
uitnodigen WW
- 1 (inviteren) invitar, convitar
- opnieuw -- = reinvitar
- iemand die uitnodigt = invitator
- hij nodigde mij uit voor een etentje = ille me ha invitate/convitate a dinar
- wij hebben hem uitgenodigd voor een paar dagen = nos le ha invitate pro alicun dies/jornos
- 2 (verleiden, aanmoedigen) invitar, convitar
- het fraaie weer nodigt uit tot wandelen = le belle tempore invita/convita a un promenada
uitnodiger ZN
- 1 invitator, invitante
uitnodiging ZN
- 1 invitation
- op een -- ingaan = acceptar un invitation
- een -- afslaan = refusar/declinar un invitation
- een -- versturen = expedir/inviar un invitation
- een -- ontvangen = reciper un invitation
- een -- voor de lunch = un invitation a lunchar {sj}
- op -- van = a(l) invitation de
uitnodigingsbrief ZN
- 1 (littera de) invitation
uitnodigingskaart ZN
- 1 (carta de) invitation
uitnodigingsschrijven ZN
- 1 (littera/carta de) invitation
uitoefenen WW
- 1 (bedrijven) practicar, exercer, facer
- een kunst -- = practicar un arte
- een ambacht -- = practicar un mestiero
- een beroep -- = practicar un profession
- praktijk/de geneeskunst -- = practicar/exercer le medicina
- het onbevoegd -- van de geneeskunde = le exercitio illegal del medicina
- 2 (laten gelden) exercer, facer valer
- gezag -- = exercer su autoritate, commandar
- een recht -- = facer valer un derecto
- kritiek -- op iets = criticar un cosa, facer le critica de un cosa
- toezicht -- op = exercer controlo super
- tucht -- = exercer disciplina
- invloed -- = exercer influentia, influer, influentiar
uitoefening ZN
- 1 practica, exercitio, exercitation
- -- van de geneeskunde = exercitio/exercitation del medicina
- onbevoegde -- van de geneeskunde = exercitio illegal/illicite del medicina
- -- van de regeringsmacht = exercitio del governamento
- -- van een functie = exercitio/exercitation de un function
- in de -- van zijn functie = in le exercitio de su functiones
uitpakken WW
- 1 (uit de verpakking nemen) disimballar, dispacchettar, (uit de doos nemen) discassar, disincassar
- goederen -- = disimballar mercantias/merces
- een cadeau -- = aperir un presente
- 2 (van zijn inhoud ontdoen) disfacer, vacuar, dispacchettar
- de koffer -- = disfacer le valise (F)
- een doos -- = vacuar un cassa
- 3 (aflopen) finir, terminar
- verkeerd -- = finir/terminar mal
- 4 (royaal voor de dag komen) esser generose
- 5 (zijn gemoed luchten) fulminar, tempestar, discargar su bile
uitpakkerij ZN
- 1 Zie: uitpakking
uitpakking ZN
- 1 disimballage, dispacchettage, (uit de doos) discassage, discassamento, disincassamento
uitpellen WW
- 1 Zie: pellen
- 2 (MED) (van gezwel, etc.) enuclear
- het -- = enucleation
uitpersen WW
- 1 (door persen van vocht ontdoen) exprimer, pressar
- het -- = expression
- een citroen -- = exprimer/pressar un citro
- 2 (afpersen) extorquer, exploitar {plwa}
uitpersing ZN
- 1 expression
uitpeuteren WW
- 1 (wegnemen) remover
- zijn oren -- = nettar se le aures
uitpikken WW
- 1 (uitkiezen) eliger, seliger
- iemand er zo maar -- = eliger uno al hasardo
- 2 (pikkend wegnemen) remover per colpos de becco
uitplanten WW
- 1 plantar
uitpletten WW
- 1 Zie: pletten
uitpluizen WW
- 1 disfilar, (FIG) examinar minutiosemente
uitpluizing ZN
- 1 (FIG) examine minutiose
uitplukken WW
- 1 plumar, displumar
- een vogel de veren -- = (dis)plumar un ave
uitplunderen WW
- 1 (een stad) piliar, sacchear, (iemand) spoliar
- het -- = piliage, saccheamento, spoliation, spoliamento
uitplundering ZN
- 1 (een stad) piliage, saccheamento, (iemand) spoliamento, spoliation
uitplussen WW
- 1 recercar minutiosemente
uitpoepen WW
- 1 (uit de darm ontlasten) defecar
- 2 (een hekel hebben aan) execrar
uitpoetsen WW
- 1 (glanzend maken) facer brillar, lustrar
- 2 (wegvegen) rader, obliterar
uitpompen WW
- 1 (legen) vacuar con le pumpa, exhaurir
- 2 (naar buiten brengen) pumpar foris
- water -- = pumpar foris aqua
uitponden WW
- 1 vender in libras
- 2 vender individualmente/in singule partes/in lotes
uitporren WW
- 1 eveliar
uitpoten WW
- 1 plantar
uitpraten WW
- 1 (ten einde praten) parlar usque al fin, finir
- iemand laten -- = lassar finir un persona
- hij liet haar niet -- = ille la ha interrumpite
- ze was gauw uitgepraat = illa habeva pauco/poco a dicer
- 2 (tot een oplossing brengen) regular (per un discussion)
uitprinten WW
- 1 imprimer
uitproberen WW
- 1 essayar, testar, provar, probar, experimentar, tentar
- een nieuw produkt -- = essayar/testar un nove producto
uitproesten WW
- 1 erumper in riso/risada
uitpuilen WW
- 1 salir, inflar se, excrescer
- zijn ogen puilden uit = su oculos saliva
uitpuilend WW
- 1 saliente
- --e ogen = oculos saliente/globulose
uitpuiling ZN
- 1 inflation, excrescentia, turgescentia
uitputten WW
- 1 (opmaken, legen) exhaurir, vacuar
- de voorraad raakt uitgeput = le stock (E) se exhauri
- een onderwerp --, een onderwerp --d behandelen = exhaurir un subjecto, tractar completemente un subjecto
- iemands geduld -- = exhaurir le patientia de un persona
- daarmee zijn de mogelijkheden nog niet uitgeput = isto non exhauri le possibilitates
- een --de opsomming = un enumeration exhausitive/complete
- zich -- in lofprijzingen = cantar le elogios de
- zich -- in superlatieven = esser profuse in superlativos
- 2 (afmatten) exhaurir, extenuar
- zich -- = exhaurir se, extenuar se
- 3 (puttend leegmaken) disaquar
uitputtend BN
- 1 exhaustive
- --e opsomming = enumeration exhaustive
- een onderwerp -- behandelen = exhaurir un thema, tractar un thema exhaustivemente/a fundo
uitputting ZN
- 1 (het leeghalen) exhaustion
- -- van de gasvoorraad = exhaustion del reservas de gas
- 2 (grote vermoeidheid) exhaustion, extenuation
- toestand van -- = stato de extenuation
- de -- nabij = al bordo del exhaustion
- sterven van -- = morir exhauste
- 3 (door gebrek aan voedsel) inanition
uitputtingsoorlog ZN
- 1 guerra de extenuation
uitputtingsslag ZN
- 1 battalia extenuante
uitpuzzelen WW
- 1 decifrar, calcular, escogitar
uitrafelen WW
- 1 (in draden uiteen doen gaan) disfilar, exfilar
- een stof -- = exfilar un texito
- een touw -- = exfilar un corda
- gevoelens -- = dissecar/analysar sentimentos
- 2 (in draden uiteengaan) disfilar se, exfilar se
uitragen WW
- 1 remover le telas de aranea
uitrangeren WW
- 1 (ook FIG) collocar/mitter super un via lateral, (FIG) excluder
uitrazen WW
- 1 (van een storm) calmar (se)
- 2 (van een woedende) dar libere curso a/discargar su cholera/su furor/su ira
uitredden WW
- 1 salvar
uitredder ZN
- 1 salvator
uitredding ZN
- 1 salvation
uitregenen WW
- 1 cessar de pluver
uitreiken ZN
- 1 dar, remitter, distribuer, livrar, erogar, conferer
- beloningen -- = distribuer recompensas
- diploma's -- = remitter diplomas
- iemand een onderscheiding -- = dar/conferer un distinction a un persona
uitreiker ZN
- 1 distributor
uitreiking ZN
- 1 distribution
uitreis ZN
- 1 viage de ition
uitreisvisum ZN
- 1 visa de ition
uitrekbaar BN
- 1 Zie: rekbaar
uitrekbaarheid ZN
- 1 Zie: rekbaarheid
uitrekenen WW
- 1 calcular, facer le calculo de, computar
- het bedrag -- = calcular le amonta
uitrekening ZN
- 1 calculo
uitrekken WW
- 1 (langer/breder maken) extender, extirar, distender, elongar
- het -- = extension, distension, elongation
uitrekking ZN
- 1 extension, distension, extiramento, elongation
uitrichten WW
- 1 (doen) facer, effectuar
- niet iets anders kunnen -- dan = non poter facer altere cosa que
- dat zal niet veel -- = isto non va haber effecto
- 2 (in de lijn plaatsen) alinear, (centreren) centrar
uitrijden WW
- 1 (ten einde rijden) ir usque al fin
- een wielerwedstrijd -- = terminar un cursa cyclistic
- 2 (verlaten) quitar, sortir (de), exir (de), (te paard) exir a cavallo
- de trein reed langzaam het station uit = le traino sortiva/exiva lentemente del station
uitrijstrook ZN
- 1 via de deceleration
uitrijzen WW
- 1 elevar se (super), dominar
- de torens die boven de stad uitrijzen = le turres que se eleva super/que domina le urbe
uitrit ZN
- 1 exito, entrata (de vehiculos)
uitroeien WW
- 1 (rooien) extirpar, eradicar
- 2 (verdelgen) exterminar, destruer, eradicar, extinguer, extirpar
- ongedierte -- = exterminar vermina
- het kwaad -- = extirpar le mal
- 3 (ten einde roeien) remar/canotar usque al fin
- een wedstrijd -- = terminar un cursa de remage/canotage
uitroeier ZN
- 1 exterminator, extirpator, destructor, desolator, eradicator
- een onverbiddelijke -- van alle vormen van corruptie = un inflexibile extirpator de omne formas de corruption
uitroeiing ZN
- 1 extermination, destruction, desolation, extirpation, extirpamento, eradication, extinction, annihilation
- -- van de ketterij = extirpation/extirpamento del heresia
- -- van het kwaad = eradication del mal
- stelselmatige -- = destruction methodic
uitroeiingsoorlog ZN
- 1 guerra de extermination
uitroep ZN
- 1 exclamation, crito
- --en van verbazing, verwonderde --en = exclamationes/critos de surprisa
- -- van vreugde = crito de joia/gaudio
uitroepen WW
- 1 (roepend uiten) clamar, exclamar
- zijn onschuld -- = clamar su innocentia
- 2 (proclameren) proclamar, instaurar
- het -- = proclamation, instauration
- de republiek -- = proclamar/instaurar le republica
- het -- van de republiek = le proclamation/instauration del republica
- 3 (proclameren) proclamar
- iemand tot koning -- = proclamar un persona rege
- zij werd tot Miss Holland uitgeroepen = on la ha proclamate Miss (E) Hollanda
uitroeping ZN
- 1 (bekendmaking) proclamation
- -- van de republiek = proclamation del republica
- 2 (uitroep) exclamation
uitroepteken ZN
- 1 signo/puncto exclamative/de exclamation
uitroken WW
- 1 (ten einde roken) fumar usque al fin
- een pijp -- = fumar un pipa usque al fin
- 2 (door roken verdrijven) exterminar per fumigation
- dassen -- = exterminar taxones per fumigation
- 3 (zuiveren) fumigar
- het -- = fumigation
- iemand die uitrookt = fumigator
uitroking ZN
- 1 (zuivering) fumigation
- 2 (verdelging) extermination per fumigation
uitrollen WW
- 1 (los/openrollen) disrolar, disinrolar, extender
- een kaart -- = disrolar/extender un carta/mappa
- de rode loper voor iemand -- = disrolar le tapete rubie ante un persona
- deeg -- = extender pasta con le rolo
uitruimen WW
- 1 rangiar, disincombrar, vacuar
- een kast -- = vacuar un armario
uitrukken WW
- 1 (trekkend verwijderen) eveller, aveller
- het -- = evulsion, avulsion
- 2 (naar buiten rukken) sortir, mitter se/poner se in marcha {sj}
uitrukking ZN
- 1 (het trekkend verwijderen) evulsion, avulsion
uitrusten WW
- 1 (rusten tot men niet moe meer is) reposar
- even --! = que nos reposa un momento!
- 2 (toerusten) equipar, fornir, dotar (de), (mbt een schip) armar
- goed uitgeruste troepen = truppas ben equipate
- een schip -- = armar un nave
uitrusting ZN
- 1 (outillage) equipamento, material, fornimento
- de -- van een soldaat = le equipamento/fornimento de un soldato
- toegevoegde -- = equipamento additional/auxiliar
- 2 (het uitrusten) equipamento, (van een schip) armamento
uitrustingskosten ZN MV
- 1 costos de equipamento
uitrustingsstukken ZN MV
- 1 equipamento
uitschakelaar ZN
- 1 interruptor (de currente), disjunctor
uitschakelen WW
- 1 (door schakeling buiten werking stellen) disconnecter, interrumper
- een toestel -- = disconnecter un apparato
- de stroom -- = interrumper le currente
- het licht -- = disconnecter/extinguer le lumine/luce
- het alarm -- = disconnecter le alarma
- de motor -- = arrestar le motor
- 2 (FIG) eliminar, neutralisar
- een mogelijkheid -- = eliminar/excluder un possibilitate
- een tegenstander -- = neutralisar/liquidar un adversario
- de tegenpartij -- voor de strijd om de Europacup = eliminar su adversario del Cuppa de Europa
- een paar mededingers -- = neutralisar alicun concurrentes
uitschakeling ZN
- 1 (verbreking van de verbinding) disconnexion
- 2 (FIG) elimination
- de -- van Ajax = le elimination de Ajax
uitschateren WW
- 1
- het -- van het lachen = erumper in riso/risada
uitscheiden WW
- 1 (afzonderen) isolar, separar
- 2 (naar buiten afscheiden) eliminar, excretar, secretar
- vochten -- = eliminar liquidos
- 3 (ophouden) cessar, discontinuar, finir, terminar
uitscheiding ZN
- 1 elimination, excretion, secretion
uitscheidingsorgaan ZN
- 1 organo excretori/de excretion
uitscheidingsprodukten ZN MV
- 1 (FYSIOL) productos de excretion
- 2 (excrementen) materias excrementose
uitschelden WW
- 1 insultar, invectivar, injuriar, apostrophar, coperir de insultos
- iemand -- = insultar un persona
uitschenken WW
- 1 (leegschenken) vacuar
- een fles bier -- = vacuar un bottilia de bira
- 2 (schenkend laten uitvloeien) versar
uitscheppen WW
- 1 (leegscheppen) vacuar, exhaurir
- een put -- = vacuar un puteo
uitscheren WW
- 1 rasar
- de nek -- = rasar le nuca
uitscheuren WW
- 1 (scheurend wegnemen) eveller, aveller, distachar {sj}
- een blad -- = distachar un folio
- 2 (scheurend van elkaar gaan) lacerar se
- het knoopsgat is uitgescheurd = le buttoniera se ha lacerate
uitscheuring ZN
- 1 evulsion, avulsion
uitschieten WW
- 1 (plotselinge beweging maken) derapar
- het mes schoot uit = le cultello ha derapate
- 2 (heftig uitvallen) exploder, fulminar
- tegen iemand -- = fulminar contra un persona
- 3 (mbt wind) saltar
- 4 (uitlopen) gemmar, (knol, bol, zaad) germinar
- de aardappels schieten uit = le patatas germina
- 5 (uitsteken) salir, (FIG) exceller, distinguer se
- hij schiet ver uit boven zijn klasgenoten = ille es multo plus grande que le altere alumnos de su classe
- 6 (haastig uittrekken) remover in haste
- 7 (door schieten wegnemen) remover per un colpo de foco
- iemand een oog -- = remover un oculo de un persona per un colpo de foco
- 8 (naar buiten werpen) jectar (foras)
- ballast -- = jectar (bal)last
uitschieter ZN
- 1 puncta, aberrantia, grande deviation
- een slecht seizoen met enkele --s = un mal saison (F) con alicun punctas
- --s naar boven en naar beneden = punctas verso le alto e verso le basso, altos e bassos
- 2 (onverwacht succes) successo inexpectate
- 3 (van de wind) salto del vento
uitschiften WW
- 1 (afzonderen) separar, (selecteren) seliger, selectionar
- 2 (zeven) cribrar, tamisar, passar per un cribro/un tamis
uitschijten WW
- 1 (lozen via anus) cacar
uitschilderen WW
- 1 pinger, facer le portrait (F) de
uitschoffelen WW
- 1 Zie: schoffelen
uitschoppen WW
- 1 remover per un colpo de pede
- 2 (SPORT) (re)mitter (le ballon) in joco
uitschot ZN
- 1 (slechte waar) pacotilia
- 2 (afval) residuo(s), resto(s)
- 3 (geboefte) canalia, gentalia
- het -- van de maatschappij = le fece/scuma del societate
uitschrapen WW
- 1 raspar, grattar
uitschrappen WW
- 1 rader, deler, expunger
- het -- = radimento, deletion, expunction
uitschreeuwen WW
- 1 clamar, exclamar, critar
- het -- = exclamation
- zijn pijn -- = clamar su dolor, critar de dolor
uitschreien WW
- 1 Zie: uithuilen
uitschrijven WW
- 1 (op schrift uitwerken) scriber, rediger, (overschrijven) copiar, transcriber
- aantekeningen -- = transcriber/recopiar notas
- de dokter heeft een recept voor me uitgeschreven = le medico/doctor me ha scribite un recepta
- 2 (bekendmaken) annunciar, convocar
- een lening -- = emitter un presto
- een prijsvraag -- = annunciar/organisar un concurso
- een vergadering -- = convocar un reunion/assemblea
- 3 (schrappen uit een register) rader
- iemand als lid -- = rader le nomine de un persona del lista de membrato
- zich laten -- uit Beverwijk = notificar al stato civil su partita de Beverwijk
- 4 (invullen) rediger
- rekeningen -- = facer facturas
- een cheque -- = emitter un cheque (E)
uitschroeven WW
- 1 disvitar
uitschudden WW
- 1 (door schudden afscheiden) separar succutente
- 2 (leegschudden) vacuar succutente, succuter
- de dekens -- = succuter le coperturas
- de hond schudt zich uit = le can se succute
- 3 (plunderen) spoliar, robar
uitschudding ZN
- 1 (het uitschudden) le succuter
- 2 (beroving) spoliamento, robamento
uitschuieren WW
- 1 brossar
uitschuifbaar BN
- 1 extensibile, extendibile, allongabile, telescopic
- --e paraplu = parapluvia extensibile/extendibile
- --e ladder = scala extensibile/extendibile
- --e hengel = canna a/de pisca/de piscar telescopic
- --e antenne = antenna telescopic
- --e tafel = tabula allongabile
- -- statief = tripode telescopic
uitschuifladder ZN
- 1 scala extensibile/extendibile/allongabile
uitschuiftafel ZN
- 1 tabula extensibile/extendibile/allongabile
uitschuiven WW
- 1 (naar buiten schuiven) pulsar, aperir
- een la -- = aperir/tirar un tiratorio
- 2 (door uit elkaar te schuiven vergroten) extender, allargar, allongar
- een statief -- = extender un (tri)pede
- een tafel -- = extender/allongar un tabula
uitschuld ZN
- 1 debita passive
uitschuren WW
- 1 (reinigen) mundar, nettar, mundificar
- 2 (door schuren uithollen of uitgehold worden) eroder, abrader
- de rivier schuurt de oever uit = le fluvio abrade le ripa
uitschurend BN
- 1 abrasive, erosive
- -- vermogen = abrasivitate, erosivitate
uitschuring ZN
- 1 (reiniging) mundification
- 2 (uitholling) erosion, abrasion
uitselecteren WW
- 1 selectionar
- de gegevens -- = selectionar le datos
uitserveren WW
- 1 (opdienen) servir
- 2 (SPORT) servir out (E)
uitslaan WW
- 1 (uitvouwen) extender, aperir, displicar
- de armen -- = extender/aperir le bracios
- de vleugels -- = displicar/aperir/extender le alas
- 2 (door slaan uitdrijven) facer sortir per colpos
- een spijker -- = facer sortir un clavo con un martello
- iemand een tand -- = rumper un dente a un persona
- de bodem van een ton -- = remover le fundo de un tonnello
- 3 (door slaan verwijderen) succuter
- het stof -- = succuter le pulvere
- 4 (zuiveren) succuter
- de sla -- = succuter le salata
- een stofdoek -- = succuter un pannello de dispulverar
- 5 (pletten) applattar, applanar
- tin -- = applattar stanno
- 6 (uiten) dicer
- vuile taal -- = dicer obscenitates, imprecar
- 7 (naar buiten komen) exir foris, sortir
- de vlammen slaan uit = le flammas exi foris
- 8 (bedekt worden met aanslag) esser coperite de mucor, exsudar, perspirar, transpirar
- het -- = exsudation, perspiration, transpiration
- de muren slaan uit = le muros exsuda
- 9 (ten einde slaan) finir/terminar de batter
- 10 (mbt wijzers) deviar
- 11 (in balspel beginnen) servir
- 12
- de huid slaat uit = le pelle se coperi de eruptiones
- 13
- water -- = pumpar aqua, disaquar
uitslag ZN
- 1 (wat van een vast oppervlak te voorschijn komt) (schimmel) mucor, (op muur) salpetra, (vocht) humiditate exsudate, (op huid) eruption cutanee, (puistjes) buttones, (bij besmettelijke ziekten) exanthema, eruption erythematose
- koorts met -- = febre eruptive
- -- van puistjes = eruption de buttones
- 2 (afloop, uitkomst) resultato, (mbt punten, stemmen OOK) score (E)
- -- van de verkiezingen = resultato del electiones
- -- van een studie = resultato de un studio
- -- van het examen = resultato del examine
- goede -- = bon resultato, resultato favorabile, successo
- (sport)--en = resultatos sportive
- 3 (mbt een wijzer) deviation, deflexion
- -- van het kompas = deviation/deflexion del bussola
- 4 (het uitslaan) (mbt water) pumpage, escolamento, disaquamento, (mbt balspel) servicio, (beweging) displicamento
uitslagenbord ZN
- 1 pannello del scores (E)
uitslagkoorts ZN
- 1 febre eruptive
uitslapen WW
- 1 dormir tarde/assatis
- tot tien uur -- = dormir usque a dece horas
- (FIG) goed uitgeslapen zijn = esser astute
uitslepen WW
- 1 (naar buiten slepen) traher foras
- een schip de haven -- = remolcar un nave foras del porto
uitslibben WW
- 1 eroder
- uitgeslibde oever = ripa erodite
uitslijten WW
- 1 eroder, abrader
uitslijting ZN
- 1 erosion, abrasion
uitsloven WW
- 1
- zich -- = effortiar se multo
uitslover ZN
- 1 persona qui se effortia multo/troppo
uitsluiten WW
- 1 (buitensluiten) excluder
- het een sluit het ander niet uit = un cosa non exclude le altere, le duo cosas non es incompatibile
- de mogelijkheid -- = excluder/eliminar le possibilitate
- dat is uitgesloten = isto es excludite
- ik sluit niet uit dat = io non exclude que
- ik acht het uitgesloten dat = secundo me il es impossibile que
- zij wordt van verdere deelname uitgesloten = illa es excludite de participation ulterior, illa es disqualificate
- 2 (uitzonderen) excluder, exceptar
- dit risico is uitgesloten van de dekking = iste risco non es coperte
- 3 (onmogelijk maken) excluder, precluder
- om vergissingen uit te sluiten = pro precluder errores
- elkaar -- = esser incompatibile, esser mutualmente exclusive
uitsluitend BN
- 1 (enkel en alleen) unic, sol, exclusive
- -- volwassenenen = solmente adultos
- hij denkt -- aan zichzelf = ille pensa solo a se ipse
- 2 (bij uitsluiting) exclusive
- -- recht = derecto exclusive, monopolio
- -- voor intern gebruik = exclusivemente pro uso interne
uitsluiting ZN
- 1 (het uitsluiten) exclusion, (van te voren) preclusion, (SPORT) disqualification, (van arbeiders) lock-out (E)
- 2 (uit/afzondering) exclusion, exception
- bij -- = exclusivemente
- met -- van = a/con exclusion/exception de, exclusive de
uitsluitingsclausule ZN
- 1 clausula de exclusion
uitsluitsel ZN
- 1 information, explication, explanation, exclaramento, elucidation, responsa definitive/decisive
- daarover kan ik u nog geen -- geven = in iste momento io non pote dar vos un responsa definitive
uitslurpen WW
- 1 sorber/absorber/biber rumorosemente
uitsmelten WW
- 1 extraher per fusion, (metalen) funder
uitsmeren WW
- 1 (smerend uitspreiden) extender
- boter -- = extender butyro
- 2 (gelijkmatig over tijd verdelen) repartir
- de kosten -- over drie jaar = repartir le costos super tres annos
uitsmijten WW
- 1 jectar foras, expeller, expulsar
- iemand de deur -- = jectar/poner un persona in le strata
uitsmijter ZN
- 1 (persoon) portero robuste
- 2 (gerecht) uitsmijter (N) (= pan con ovo(s) frite e caseo o gambon)
- 3 (slotnummer) numero final de un spectaculo, fin de festa
uitsnijden WW
- 1 (door snijden wegnemen) secar, trenchar {sj}, taliar
- 2 (MED) excisar, excider, (een deel wegsnijden) resecar, (gezwel, likdoorn) extirpar
- een tumor -- = extirpar/excisar un tumor
- een likdoorn -- = extirpar un callo
- 3 (door snijden vormen) taliar, intaliar, (beeldhouwen) sculper
- in hout -- = (in)taliar in ligno
uitsnijding ZN
- 1 (het uitsnijden) trenchamento {sj}, taliatura
- 2 (MED) excision, extirpation, resection
- -- van een tumor = extirpation de un tumor
- -- van een likdoorn = extirpation de un callo
- 3 (resultaat) taliatura, (in kleding) décolleté (F)
uitsnuiten WW
- 1 Zie: snuiten
uitsoldering ZN
- 1 elimination de soldatura
uitsorteren WW
- 1 separar, eliminar
- het -- = separation, elimination
uitspannen WW
- 1 (uitstrekken) tender, extender
- de vingers -- = extender le digitos
- 2 (een trekdier) disjunger, (paard OOK) disharnesar, levar/remover le harnese
- ossen -- = disjunger boves
- een paard -- = disjunger/disharnesar un cavallo
uitspanning ZN
- 1 (vermaak) distraction, recreation
- 2 (café) café (F), caffe
uitspansel ZN
- 1 firmamento, celo, (DICHTERL) volta celeste/etheree, domo del celo
uitsparen WW
- 1 (besparen) sparniar, economisar
- dertig gulden -- = sparniar/economisar trenta florinos
- tijd -- = ganiar tempore
- 2 (openlaten) lassar aperte/libere/in blanco
- openingen -- = lassar spatios aperte
uitsparing ZN
- 1 (besparing) sparnio, economia
- 2 (opengelaten ruimte) spatio vacue, parte libere
- 3 (inkeping) intalio
uitspatten WW
- 1 (spattend uiteen vliegen) erumper
- 2 (losbandig zijn) viver dissolutemente, esser sin frenos
uitspatting ZN
- 1 excesso, dissolution, intemperantia, licentia, extravagantia
uitspelen WW
- 1 (ten einde spelen) terminar/finir de jocar/le joco, jocar usque al fin, (MUZ) terminar/finir de sonar
- haar rol is uitgespeeld = su rolo es terminate/finite
- 2 (in het spel werpen) jocar
- een troef -- = jocar un triumpho
- 3
- twee tegenstanders tegen elkaar -- = profitar del rivalitate inter duo adversarios/opponentes
uitspellen WW
- 1 orthographiar integremente, delitterar
- de krant -- = leger le jornal del prime al ultime linea
uitspinnen WW
- 1 filar
- die wol spint goed uit = iste lana es avantagiose a filar
- 2 (uitvoerig behandelen) tractar amplemente, detaliar
- een uitgesponnen verhaal = un historia detaliate
uitspitten WW
- 1 (spittend uithalen) cavar, excavar
- 2 (FIG) tractar amplemente, ir al fundo de
uitsplitsen WW
- 1 (uit elkaar werken) distorquer, disfacer
- een touw -- = disfacer un corda
- 2 (in onderdelen uit elkaar halen) divider, subdivider, separar, detaliar
- naar leeftijd -- = divider secundo le etate
- een rekening -- = detaliar un factura
- een totaalbedrag -- per artikel = subdivider/detaliar le total per articulos
uitspoelen WW
- 1 (reinigen) rinciar, (MED) irrigar
- flessen -- = rinciar botellas
- 2 (uithollen) cavar, minar, eroder
uitspoeling ZN
- 1 (reiniging) rinciage, rinciamento, (MED) irrigation
- 2 (uitholling) erosion
uitspoken WW
- 1 tramar, facer
uitspraak ZN
- 1 (wijze van uitspreken) pronunciation, articulation, accento, elocution
- de -- van Interlingua = le pronunciation de Interlingua
- correcte -- van Interlingua = pronunciation correcte de Interlingua
- gebrekkige/slechte -- = pronunciation defectuose
- hij heeft een duidelijke -- = ille ha un pronunciation clar
- oefeningen ter verbetering van de -- = exercitios corrective de pronunciation
- vreemde -- = accento estranie
- het aangeven van de -- = transcription phonetic
- 2 (oordeel) judicamento, judicio
- een -- doen = pronunciar un judicio
- ergens geen -- over kunnen doen = non poter pronunciar se super un cosa
- 3 (uitlating, bewering) parolas, affirmation, assertion, phrase
- een bekende -- = un phrase celebre
- bevestigende -- = affirmativa
- een -- herroepen = retraher/retractar un assertion
- 4 (gezegde) aphorismo, maxima, sententia, dicto
- --en van een beroemd schrijver = maximas de un autor celebre
- een -- van Cervantes = un dicto de Cervantes
- 5 (JUR) sententia, verdicto, judicio, judicamento, decision
- definitieve -- = judicamento/judicio/sententia definitive
- arbitrale -- = judicamento/judicio/sententia arbitral
- een -- doen = pronunciar un sententia, judicar
- tegen een -- in beroep gaan = appellar de un sententia
- een -- uitstellen = remitter un judicamento
- -- van de jury = verdicto del juratos/jury (E)
- akkoord gaan met een -- = conformar se a un decision
- zich aan een scheidsrechterlijke -- onderwerpen = submitter se a un decision de arbitros
uitspraakkundige ZN
- 1 orthoepista
uitspraakleer ZN
- 1 orthoepia
uitspraakverandering ZN
- 1 cambio de pronunciation
uitspreekbaar BN
- 1 pronunciabile, articulabile
uitspreekbaarheid ZN
- 1 pronunciabilitate
uitspreiden WW
- 1 extender, displicar
- een jas op de grond -- = extender un mantello super le solo
- zijn armen -- = aperir su bracios
- de krant -- = aperir largemente/displicar le jornal
uitspreken WW
- 1 (sprekend laten horen) pronunciar
- duidelijk -- = pronunciar ben, articular
- (FON) met aanblazing -- = aspirar
- hoe moet je dit woord --? = como debe on pronunciar iste parola?, como se pronuncia iste parola
- dit woord is nauwelijks uit te spreken = iste parola es a pena pronunciabile
- een woord goed -- = pronunciar un parola correctemente
- deze letter wordt niet uitgesproken = iste littera non se pronuncia
- 2 (uiten) exprimer, formular, proferer, emitter, enunciar
- zijn irritatie -- = exprimer su irritation
- een mening -- = emitter un opinion
- een oordeel -- = exprimer/emitter/enunciar un judicio/judicamento
- een formule -- = enunciar un formula
- een wens -- = exprimer/formular un desiro/desiderio
- een gebed -- = dicer un precaria
- zich tegen iets -- = declarar se contra un cosa
- 3 (bekendmaken) pronunciar
- een vonnis -- = pronunciar un sententia
- 4
- zich -- voor = pronunciar se/declarar se pro/in favor de
- 5 (ten einde spreken) finir/terminar (de parlar)
- iemand laten -- = lassar terminar un persona, non interrumper un persona, lassar explicar se un persona
uitspringen WW
- 1 (vooruitsteken) salir, projectar
- die twee huizen springen een beetje uit = iste duo casas sali un pauco/un poco
- de garage springt iets naar buiten = le garage (F) ha un angulo saliente
- 2 (opvallen) distinguer se
- zij is er bij de selectie uitgesprongen = illa se ha distinguite al/in/durante le selection
- 3
- ergens mooi -- = liberar se de un cosa
uitspringend BN
- 1 saliente, protuberante
- --e hoek = angulo saliente
- --e tanden = dentes saliente
uitspringer ZN
- 1 (iets) puncta
- 2 (persoon) asse, crack (E)
uitsprong ZN
- 1 (BOUWK) projectura
uitspruiten WW
- 1 gemmar, germinar
- de aardappels spruiten uit = le patatas germina
uitspruitsel ZN
- 1 (PLANTK) planton
uitspugen WW
- 1 Zie: uitspuwen
uitspuging ZN
- 1 Zie: uitspuwing
uitspuiten WW
- 1 (van sperma) ejacular
- 2 (blussen) extinguer
- het vuur -- = extinguer le foco
uitspuiting ZN
- 1 (van sperma) ejaculation
- 2 (blussing) extinction
uitspuwen WW
- 1 exspuer, spuer, sputar, expectorar, (braken) vomer, vomitar
- zijn gal over iets -- = sputar veneno super un cosa
uitspuwing ZN
- 1 exspuition, expectoration, (braking) vomito
uitstaan WW
- 1 (uitsteken) salir
- 2 (uitgezet zijn) esser placiate/ponite
- --de schuld = debita active
- 3 (te doen hebben) esser in relation (con)
- dat heeft er niets mee uit te staan = il non ha un relation
- 4 (verduren, verdragen) supportar, suffrer, indurar
- koude/hitte/lawaai niet kunnen -- = non poter supportar/indurar le frigido/le calor/le ruito
- iemand niet kunnen -- = non supportar/non poter suffrer un persona
- doodsangsten -- = esser tormentate de/suffrer angustias mortal
- veel pijn -- = indurar multe dolor
uitstalkast ZN
- 1 vitrina, monstra
uitstallen WW
- 1 exponer, exhiber, mitter in monstra/vitrina
- zijn koopwaar -- = exponer su mercantias
- zijn kennis -- = exhiber su cognoscentia/cognoscimentos/saper
uitstalling ZN
- 1 exhibition, exposition
uitstalraam ZN
- 1 monstra, vitrina
uitstamelen WW
- 1 balbutiar
uitstampmachine ZN
- 1 machina a/de stampar, stampator
uitstansen WW
- 1 stampar
uitstapje ZN
- 1 (plezierreis) excursion
- een-- maken = facer un excursion
- 2 (uitweiding) divagation
uitstappen ZN
- 1 (uit bus/trein, etc.) descender
- het -- = descendita, descension
- uit de trein stappen = descender del traino
- de buschauffeur heeft alle passagiers laten -- = le conductor del autobus ha facite descender tote le passageros
uitstedig BW
- 1 foras/foris del citate/del urbe, absente
uitstedigheid ZN
- 1 absentia
uitsteeksel ZN
- 1 projection, prominentia, protuberantia, (ANAT) processo, (BOUWK) projectura
- gevaarlijke --s = projectiones periculose
- --s van de ruggegraat = processos spinal/del columna vertebral
uitstek ZN
- 1 (BOUW) projectura
- 2
- bij -- = per excellentia, in multo alte grado, preeminentemente
uitsteken WW
- 1 (naar buiten steken) (ONOVERG WW) salir
- --de jukbeenderen = ossos jugal/zygomas saliente/prominente
- 2 (reiken, komen) salir
- de toren steekt boven de huizen uit = le turre domina le casas
- (FIG) boven alle anderen -- = superpassar tote le alteres
- 3 (naar buiten steken) (OVERG WW) tender, extender
- de vlag -- = extender le bandiera
- tegen iemand de tong -- = tirar foris/monstrar le lingua a un persona
- 4 (uitstrekken) tender, extender
- de hand -- = tender/extender le mano
- 5
- een figuur -- = gravar un figura
- (FIG) iemand de ogen -- = provocar le invidia de un persona
uitstekend BN
- 1 saliente, prominente, protuberante
- --e rand = bordo saliente
- --e neus = naso prominente/saliente
- --e jukbeenderen = ossos jugal/zygomas prominente/saliente
uitstekend BN
- 1 excellente, eminente, preeminente, egregie, superior, exquisite, de prime classe, de prime ordine, de prime categoria, de qualiate superior
- -- idee = idea excellente
- --e maaltijd = repasto excellente
- --e vertaling = traduction excellente
- produkt van --e kwaliteit = producto de qualitate superior/excellente
- --e wijn = vino excellente/exquisite/superior
- streek die bekend is om zijn --e wijnen = region cognite pro le excellentia de su vinos
uitstekendheid ZN
- 1 excellentia, eminentia
uitstel ZN
- 1 procrastination, ajornamento, prorogation, suspension, mora, demora, retardo, retardamento, retardation, temporisation
- -- van schuldbetaling = moratorio
- -- is geen afstel = differer non significa abandonar
- -- van betaling = prorogation (del data) de pagamento
- -- van betaling geven = prorogar le data del pagamento
- -- verlenen aan iemand = conceder/accordar un prorogation a un persona
- de zaak kan geen -- lijden = le cosa non admitte demora
- zonder -- = sin retardo
uitstellen WW
- 1 differer, procrastinar, postponer, suspender, ajornar, prorogar, morar, remitter, retardar, temporisar
- (JUR) een uitspraak -- = remitter un judicamento
- het antwoord -- = differer le responsa
- een huwelijk -- = suspender un matrimonio/maritage
- de betalingen -- = prorogar/differer/procrastinar le pagamentos
- de verkiezingen -- = procrastinar le electiones
- de voltrekking van een vonnis -- = differer/postponer le execution de un sententia
- voor onbepaalde tijd -- = postponer indefinitemente/pro tempore illimitate
uitsteller ZN
- 1 procrastinator, temporisator
uitstelling ZN
- 1 (R.K.) exposition (del Sanctissime Sacramento)
uitsterven WW
- 1 extinguer se
- --de dieren = animales menaciate de extinction
- uitgestorven dieren = animales extincte
- bijna uitgestorven zijn = esser quasi extinguite, esser in via de extinction
- het dorp was uitgestorven = le village esseva deserte
uitsterving ZN
- 1 extinction, disparition
- -- van een soort = extinction/disparition de un specie
uitstijgen WW
- 1 (uitstappen) descender
- 2 (overtreffen) superar, superpassar
- boven het aardse -- = transcender le materia
uitstippelen WW
- 1 provider de punctos conductor
- 2 (FIG) jalonar, traciar, delinear, definir, (plan) elaborar
- een route -- = jalonar un itinerario
- de weg -- = traciar le via
- een strategie -- = delinear/definir un strategia
uitstoffen ZN
- 1 dispulverar
uitstomen WW
- 1 (van schip) salir/sortir del porto, quitar le porto
- 2 (met stoom reinigen) nettar con/al vapor
uitstoming ZN
- 1 nettation al vapor
uitstoot ZN
- 1 (wat wordt uitgestoten) emissiones de residuos industrial, discargas, restos, (van gassen) exhalationes, (van vulkaan) dejectiones
- -- van giftige gassen = exhalationes toxic
- 2 (aantal werknemers dat ontslagen wordt) numero de licentiamentos
uitstorten WW
- 1 (stortend ledigen) versar, vacuar, disgorgar, (uitgieten) effunder
- een mand met cadeaus -- = vacuar un paniero de presentes
- sperma -- = ejacular
- de rivier stort zich in de Rijn = le riviera se jecta/se discarga/flue in le Rheno
- 2 (FIG) (openhartig zijn) effunder
- zijn hart -- = aperir su corde
- 3 (REL) infunder
- het -- van de Heilige Geest = le infusion del Spirito Sancte
uitstorting ZN
- 1 (het (zich) uitstorten) disgorgamento, effusion, (mbt bloed) hemorrhagia, (van sperma) ejaculation, emission
- 2 (REL) infusion, descendita
- -- van de Heilige Geest = infusion del Sancte Spirito
uitstoten WW
- 1 (verstoten) expeller, expulsar, excluder, ostracisar, (excommuniceren) excommunicar
- iemand uit de groep -- = excluder un persona del gruppo
- 2 (uiten, voortbrengen) emitter, proferer
- onverstaanbare klanken -- = emitter/proferer sonos inintelligibile
- kreten -- = critar, dar critos
- zijn hart bij iemand -- = aperir su corde a un persona
- 3 (naar buiten stoten) expulsar, expeller, emitter, ejectar, (uitbraken) disgorgar, (van sperma) ejacular
- verbrandingsgassen -- = expulsar/expeller/emitter/evacuar gases combustibile/de combustion
- 4 (NAT) emitter, emaner
- 5
- een raam -- = rumper un vitro
uitstoter ZN
- 1 (TECHN) ejector
uitstoting ZN
- 1 (verstoting) expulsion, exclusion, (excommunicatie) excommunication, (ban) banno
- 2 (van sperma) ejaculation
- 3 (NAT) emanation, emission
- -- van een klank = emission de un sono
uitstotteren WW
- 1 balbutiar
uitstralen WW
- 1 (van zich laten uitgaan) emitter, radiar, irradiar
- warmte -- = emitter/(ir)radiar calor
- licht -- = emitter lumine/luce
- de vuurtoren straalt zijn licht uit over de zee = le pharo irradia su luce super le mar
- 2 (FIG) (van pijn, vertrouwen, etc.) irradiar, radiar
- zelfvertrouwen -- = radiar/irradiar confidentia in se mesme
uitstralend BN
- 1 radiante, irradiante
- --e pijn = dolor irradiante/diffuse
uitstraler ZN
- 1 irradiator
uitstraling ZN
- 1 radiation, irradiation, radiantia, emission, emanation
- warmteverlies door -- = perdita de calor per radiation
- 2 (FIG) (van pijn, etc.) irradiation
- -- van pijn = irradiation dolorose
- 3 (FIG) aura, effluvio, charisma
- een enorme -- hebben = haber/posseder multe charisma
- iemand met -- = un persona charismatic
uitstralingspunt ZN
- 1 puncto radiante, centro de radiation
uitstralingsvermogen ZN
- 1 poter radiante
uitstralingswarmte ZN
- 1 calor radiante
uitstrekken WW
- 1 (zo ver mogelijk strekken) tender, extender, allongar
- de hals -- = tender le collo
- de hand -- = tender/extender le mano
- de arm -- naar iets = tender/extender/allongar le bracio verso un cosa
- zich op de grond -- = tender/extender se super le solo
- 2 (doen reiken) extender
- zijn macht verder -- = extender su poter
- 3
- deze wouden strekken zich uit tot de horizon = iste forestes se extende usque al horizonte
- deze bepaling strekt zich niet uit tot ons geval = iste mesura/stipulation non se extende a/non include nostre caso
uitstrijken WW
- 1 extender
- boter -- = extender butyro
- terugbetaling -- over vier jaar = extender/repartir un reimbursamento super quatro annos
uitstrijkje
- 1 (MED) frottis (F)
- een -- maken = facer un frottis
uitstrijkpreparaat ZN
- 1 Zie: uitstrijkje
uitstromen WW
- 1 (stromend naar buiten komen) escolar se, effluer, effunder, (van licht/warmte) emanar
- 2 (uitmonden) fluer, disbuccar, imbuccar
- veel rivieren stromen in zee uit = multe fluvios disbucca in le mar
uitstroming ZN
- 1 escolamento, (van licht/warmte) emanation
uitstromingsbuis ZN
- 1 Zie: uitlozingsbuis
uitstrooien WW
- 1 (strooiend verspreiden) disseminar
- 2 (overal vertellen) divulgar, diffunder
uitstrooiing ZN
- 1 (het strooiend verspreiden) dissemination, dispersion
- 2 (FIG) divulgation
uitstrooisel ZN
- 1 rumor false, mentita
uitstroom ZN
- 1 fluxo, currente, (van personen) exodo
uitstroomopening ZN
- 1 (van sponsdieren) osculo
uitstuffen WW
- 1 rader con le gumma
uitstulpen WW
- 1 protuberar
- 2 (MED) evaginar, prolaber
uitstulping ZN
- 1 protuberantia
- 2 (MED) diverticulo, (prolaps) prolapso, evagination, (eversie) eversion
uitsturen WW
- 1 inviar
- iemand op iets -- = inviar un persona pro haber novas/un cosa, etc.
- 2 (wegzenden) expeller, expulsar
- (SPORT) een speler het veld -- = expulsar un jocator del campo
uittanden WW
- 1 dentar, indentar
uittanding ZN
- 1 dentation, indentation
uittarnen WW
- 1 dissuer
uittarten WW
- 1 provocar, defiar
uittarting ZN
- 1 provocation, defia, defiantia
uittekenen WW
- 1 designar
- ik kan die plaats wel -- = io cognosce iste urbe a fundo/como mi tasca, io sape cata detalio de iste urbe
uittellen WW
- 1 (uitbetalen) pagar
- ik heb hem zijn geld uitgeteld = io le ha pagate su moneta
- 2 (BOKSEN) contar usque a dece
- 3 (ten einde tellen) contar
- 4
- tel uit je winst = (LETT) face le calculo, (FIG) reguarda/mira lo que isto te costa, calcula lo que tu gania
- 5
- (FIG) uitgeteld zijn = esser completemente extenuate
uitteren WW
- 1 (doen vermageren) emaciar, discarnar, consumer
- langzaam teerde hij uit = ille consumeva lentemente
- de ziekte teerde hem uit = le maladia le ha emaciate/discarnate
uitterend BN
- 1 (MED) atrophe, atrophic
uittering ZN
- 1 emaciation, consumption, marasmo
uittesten WW
- 1 testar
- een computerprogramma -- = testar un programma de computator/computer (E)
uittikken WW
- 1 (typen) typar, scriber a machina
- 2 (SPEL) eliminar
uittillen WW
- 1 (uitlichten) levar, sublevar, altiar
- 2 (tot een hoger niveau brengen) levar le nivello de
uittocht ZN
- 1 exodo
- (BIJBEL) Uittocht = Exodo
- massale -- = exodo massive
- het was een hele -- = isto esseva un exodo complete
- de jaarlijkse -- naar de zee = le exodo annual verso le mar
uittorenen WW
- 1 dominar, elevar se super
- het flatgebouw torent boven de oude stad uit = le edificio de appartamentos domina le vetere urbe
- (FIG) hoog boven iemand -- = superpassar un persona
uittornen WW
- 1 dissuer
uittrap ZN
- 1 colpo de pede del goal-keeper (E), (colpo de) remissa in joco
uittrappen WW
- 1 (uitdoen) quitar per un colpo de pede
- zijn schoenen -- = discalcear se per un colpo de pede
- 2 (doven) extinguer con le pede
- het vuur -- = extinguer le foco con le pede
- 3 (de bal door een uittrap in het spel brengen) (re)mitter in joco
- 4 (uit het speelveld trappen) inviar le ballon foris del/foras del terreno (per un colpo de pede)
uittreden WW
- 1 (naar buiten gaan) salir, exir
- 2 (mbt ambt/functie, etc.) retirar se, dimitter se
- vervroegd -- = retirar se prematurmente/anticipatemente
- uit de regering treden = quitar le governamento
- een uitgetreden priester = un ancian prestre, un ex-prestre
uittreding ZN
- 1 (mbt functie, etc.) dimission, retiro
- 2 (PARAPSYCH) emersion
uittrekbaar BN
- 1 (extraheerbaar) extractibile
- 2
- een tafel met -- blad = un tabula extensibile/allongabile
uittrekken WW
- 1 (uitdoen) levar, remover
- zijn kleren -- = levar su vestimentos, levar se le vestimentos, disvestir se
- zijn schoenen/kousen, etc. -- = discalcear se
- 2 (door trekken verwijderen) extraher, remover, eveller, aveller
- een kurk -- = remover un corco
- onkruid -- = extirpar mal herbas
- tanden -- = extraher/aveller dentes
- zich de haren -- = extraher se le capillos
- 3 (bestemmen) destinar, reservar, assignar
- een bedrag voor iets -- = destinar un amonta a un cosa
- twee uur voor iets -- = reservar duo horas pro un cosa
- 4 (uittreksel maken) extraher, excerper, facer un extracto/excerpto de, resumar, epitomar
- een boek -- = facer le résumé (F) de un libro, resumer/extraher un libro
- 5 (uithalen) disfacer
- 6 (naar buiten trekken) tirar, traher
- een lade -- = tirar/aperir un tiratorio
- een uitschuiftafel -- = allongar un tabula extensibile
- 7 (onttrekken aan) extraher
- kruiden -- = facer extractos herbal, macerar herbas
- vocht -- = extraher molliatura/liquido
- 8 (langer maken) extirar
- iets tot een draad -- = extirar un cosa usque a devenir un filo
- 9 (weggaan) sortir, exir, partir
- de stad -- = sortir del urbe
uittrekking ZN
- 1 (het door trekken verwijderen) extraction, evulsion, avulsion
- 2 (bestemming) destination, assignation
- 3 (het onttrekken aan) extraction
uittreksel ZN
- 1 excerpto, extracto, abbreviation, abbreviamento, condensation, compendio, epitome, texto condensate, summa, summario, summarisation
- een -- maken = resumar, excerper, extraher, epitomar, abbreviar, summarisar, condensar, compendiar
- -- uit het doopregister = extracto de baptismo
- -- uit het sterfteregister = extracto mortuari
- --s maken = facer extractos
uittrekselboek ZN
- 1 libro de excerptos
uittrekselperiodiek ZN
- 1 digesto
uittrekselverzameling ZN
- 1 collection de excerptos
uittrektafel ZN
- 1 tabula allongabile/extendibile/extensibile
uittrompetten WW
- 1 Zie: uitbazuinen
uittypen WW
- 1 scriber a machina, dactylographar, typar
- zij moest die brief nog -- = illa debeva ancora typar iste littera
uitvaagsel ZN
- 1 (vuil) immunditias, (personen) vermina, canalia, gentalia
uitvaardigen WW
- 1 proclamar, promulgar, (bij/als decreet) decretar
- het -- = proclamation, promulgation
- een wet -- = promulgar un lege
- een decreet -- = promulgar un decreto
- een bevel/gebod -- = promulgar un ordine
- een voorschrift -- = decretar un regulamento
uitvaardiging ZN
- 1 proclamation, promulgation
- -- van een decreet = promulgation de un decreto
uitvaart ZN
- 1 ceremonia/pompa funebre, funeres, exequias, inhumation/interramento solemne, obsequias
uitvaartdienst ZN
- 1 servicio mortuari/funeral/funebre/de interramento
uitvaartmis ZN
- 1 missa mortuari/funeral/funebre/de interramento
uitvaartonderneming ZN
- 1 interprisa de pompas funebre
uitvaartplechtigheden ZN MV
- 1 Zie: uitvaart
uitvaartstoet ZN
- 1 convoyo/procession mortuari/funeral/funebre/de interramento
uitvaartverzekering ZN
- 1 assecurantia funeral
uitvaartverzekeringsbedrijf ZN
- 1 interprisa de assecurantias funeral
uitvagen WW
- 1 rader
uitval ZN
- 1 (losbarsting in woorden) eruption, explosion, (boze) apostrophe, (hevige) diatriba
- 2 (MIL) (aanval op belegeraars) sortita
- 3 (SCHERMEN) assalto, attacca, passe (F)
- 4 (het uitvallen van haar/veren) cadita
uitvallen WW
- 1 (uitbarsten in woorden) erumper, exploder, fulminar
- tegen iemand -- = fulminar contra un persona
- 2 (losgaande vallen) cader, (van bladeren) exfoliar se
- zijn tanden/haren vallen uit = ille perde su dentes/su capillos
- 3 (wegvallen) abandonar, non haber loco, non participar, supprimer se
- er zijn drie man bij die race uitgevallen = tres personas ha abandonate in iste cursa
- Jan valt uit = Jan se retira
- de radioverbinding is uitgevallen = le radiocommunication ha essite trenchate {sj}
- de stroom is uitgevallen = il ha un panna de electricitate/de currente
- deze trein is uitgevallen = on ha cancellate iste traino
- 4 (het genoemde resultaat hebben) resultar
- in iemands voordeel -- = resultar avantagiose pro un persona, tornar al avantage/favor de un persona
- goed -- = resultar ben, succeder
- slecht -- = resultar mal, faller
- hoe zal de stemming -- ? = como va esser le resultato del votation?
- 5 (de genoemde aard hebben)
- hij is niet mak uitgevallen = ille non es docile del toto
- 6 (een uitval doen) (MIL) facer un sortita, (SCHERMEN) facer assalto/attacca/un passe (F)
uitvaller ZN
- 1 persona qui se retira, curritor/footballero {foet} etc. qui abandona
uitvalsbasis ZN
- 1 (MIL) base de operationes
uitvalsweg ZN
- 1 cammino de exito/sortita
uitvaltijd ZN
- 1 tempore de inactivitate
uitvaren WW
- 1 (naar zee varen) sortir del/quitar le porto, levar le ancora, prender le vela, facer vela
- 2 (tieren) inveher, invectivar, fulminar, tempestar, vituperar
uitvarend BN
- 1 (tierend) fulminatori
uitvechten WW
- 1 decider per le armas
- een verschil van mening -- = solutionar un disaccordo
uitveegsel ZN
- 1 scopatura
uitvegen WW
- 1 (door vegen reinigen) scopar, essugar, nettar
- een kast -- = essugar un armario
- (FIG) iemand de mantel -- = reprobar/reprehender/reprimendar/admoner/admonestar severmente un persona
- 2 (door vegen wegmaken) rader
- een woord -- = rader un parola
uitveging ZN
- 1 nettation
uitventen WW
- 1 facer le commercio ambulante
uitverdedigen WW
- 1 (SPORT) sortir del defensa, contraattaccar, passar del defensa al offensiva, passar al contraattacco
uitvergroten WW
- 1 aggrandir, ampliar
- uitvergrote foto = photo(graphia) aggrandite
- een detail -- = aggrandir/ampliar un detalio
uitvergroting ZN
- 1 aggrandimento, ampliation
- -- van een foto = aggrandimento de un photo(graphia)
uitverkiezen WW
- 1 eliger, (pre)seliger, selectionar, (REL) predestinar
- velen zijn geroepen, weinigen zijn uitverkoren = multes es le appellatos, pauches/poches es le eligitos
uitverkiezing ZN
- 1 (het verkiezen uit) election, (pre)selection
- 2 (REL) predestination
uitverkocht BN
- 1 (niet meer verkrijgbaar) exhauste, exhaurite, toto vendite
- dit boek is -- = iste libro es exhauste
- wij zijn totaal -- = nos ha exhaurite nostre stock (E)
- 2 (vol) complete, plen
- --e schouwburg = theatro complete
uitverkoop ZN
- 1 liquidation, vendita total, saldo(s)
- totale -- = liquidation total (del stock)
- volgende week is het -- = le septimana proxime il ha saldos, le saldos es in le septimana proxime
- -- houden = saldar, liquidar
uitverkoopprijs ZN
- 1 precio de saldo
uitverkopen WW
- 1 saldar, liquidar
- het -- = liquidation
uitverkoren BN
- 1 electe, eligite, de election, predestinate, (geliefd) favorite, special, preferite
- -- volk = populo electe/eligite/de election/del promissa
- -- vat = vaso de election
- -- vaderland = patria/terra de election
- -- zoon = filio favorite
- zijn -- plekje/hoekje = su angulo favorite/de predilection
uitverkorene ZN
- 1 (iemand die uitverkoren is) electo, eligito, predestinato
- 2 (geliefde) favorito, preferito, amato
- hij is haar -- = ille es su preferito
uitvertellen WW
- 1 contar usque al fin, finir (un conto)
uitveteren WW
- 1 Zie: uitvaren-2
uitvezelen WW
- 1 disfilar
uitvieren WW
- 1
- een touw -- = laxar un corda
uitvinden WW
- 1 (voor het eerst vinden) inventar
- hij heeft het buskruit niet uitgevonden = ille non ha inventate le pulvere
- 2 (te weten komen) discoperir, trovar
- heb je al uitgevonden hoe laat je daar moet zijn? = ha tu jam discoperite a que hora tu debe esser ibi?
uitvinder ZN
- 1 inventor
- ingenieuze -- = inventor ingeniose
- -- van de telescoop = inventor del telescopio
uitvinding ZN
- 1 invention
- -- van de boekdrukkunst = invention del imprimeria
- ingenieuze -- = invention ingeniose
- de nieuwste -- = le ultime invention
- een -- doen = facer un invention, inventar un cosa
uitvindingsgave ZN
- 1 spirito inventive
uitvindsel ZN
- 1 invention, fabula
uitvissen WW
- 1
- een vijver -- = dispopular un stagno
- 2 (essayar de) discoperir, investigar
- hoe heb je dat uitgevist? = como ha tu discoperite isto?
uitvlakken WW
- 1 rader, (met gummetje) rader con le gumma, gummar
- (FIG) dat moet je niet -- = isto non es un cosa sin importantia, tu non debe subestimar le importantia de isto
- je moet zijn vasthoudendheid niet -- = tu non debe sub(e)valutar/subestimar su tenacitate
uitvliegen WW
- 1 volar via, quitar/abandonar le nido, exir del nido, (van bijen) essamar
uitvloeien WW
- 1 escolar se, fluer de, effluer, defluer
uitvloeiing ZN
- 1 escolamento, fluxo
uitvloeiingsgesteente ZN
- 1 rocca de effusion
uitvloeisel ZN
- 1 consequentia, implication, corollario, resultato, effecto
- een -- van deze visie = un consequentia/corollario de iste vision
uitvloeken WW
- 1 injuriar, invectivar
uitvlokken WW
- 1 floccular
- het -- = flocculation
uitvlokking ZN
- 1 flocculation
uitvlooien WW
- 1 (van vlooien ontdoen) expulicar
- 2 (FIG) Zie: uitvissen
uitvlucht ZN
- 1 pretexto, subterfugio, excusa, escappatoria
- een -- verzinnen/bedenken = inventar un pretexto/subterfugio, subterfugir
uitvoegen WW
- 1 cambiar de via
uitvoegstrook ZN
- 1 via de deceleration
uitvoer ZN
- 1 (export) exportation
- invoer en -- = importation e exportation
- de -- uit Nederland = le exportationes de Hollanda
- 2 (uitvoering) execution
- ten -- brengen/leggen = applicar, executar, exequer, realisar, effectuar, implementar, poner/mitter a execution
- een gerechtelijk vonnis ten -- leggen = executar un sententia judicial
- een bevel ten -- brengen = executar un ordine
- een wet ten -- brengen = applicar un lege
- 3 (COMP) output (E)
uitvoerartikel ZN
- 1 articulo/producto de exportation
uitvoerbaar BN
- 1 (exporteerbaar) exportabile
- 2 (doenlijk) realisabile, facibile, effectuabile, executabile, agibile, operabile, practicabile, possibile
- gemakkelijk -- plan = projecto facilemente executabile/practicabile
- 3 (JUR) executori, executabile
- een vonnis -- verklaren = render executabile un judicio
uitvoerbaarheid ZN
- 1 facibilitate, realisabilitate, agibilitate, effectuabilitate, practicabilitate
- -- van een plan = effectuabilitate de un projecto
uitvoerbelasting ZN
- 1 taxa de exportation
uitvoerbelemmering ZN
- 1 Zie: uitvoerbeperking
uitvoerbepaling ZN
- 1 disposition de exportation
uitvoerbeperking ZN
- 1 restriction del exportation
uitvoerconsent ZN
- 1 autorisation de exportation
uitvoerder ZN
- 1 executor, realisator, (van muziekstuk) executante
- 2 (exporteur) exportator
uitvoerdokument ZN
- 1 documento de exportation
uitvoeren WW
- 1 (exporteren) exportar
- het -- = exportation
- weer -- = reexportar
- goederen -- = exportar merces/mercantias
- 2 (verrichten) facer, executar, exequer, effectuar, complir, implementar
- hij voert niets/geen steek uit = ille face nihil, ille otia
- wat zal ik hier mee --? = que facera io con isto?
- handwerk -- = facer/executar/exequer/effectuar travalios manual
- een dienst -- = facer un servicio
- caracoles -- = caracolar
- 3 (volbrengen) executar, exequer, realisar, effectuar, complir, implementar
- een concert -- = dar/executar/exequer un concerto
- een contract -- = executar/exequer/complir un contracto
- een plan -- = realisar/executar/exequer/effectuar un plano
- een berekening -- = executar/exequer/effectuar un calculo/un operation arithmetic
- de wet -- = executar/exequer/complir le lege
- een belofte -- = complir un promissa
- een opdracht -- = complir un ordine/mission
- instructies -- = complir instructiones
- een taak -- = complir un carga
- 4 vertonen
- een ballet -- = representar un ballet
- 5
- een sieraad in goud -- = realisar un joiel in auro
- het boek is goed uitgevoerd = le libro ha essite ben facite
uitvoerend BN
- 1 executive
- -- comité = committee (E)/commission executive
- -- bestuur van de Union Mundial pro Interlingua = consilio executive del Union Mundial pro Interlingua
- --e macht = poter executive
- 2 exportator
- olie -- land = pais exportator de petroleo
uitvoerende ZN
- 1 (MUZ) executante
uitvoergoederen ZN MV
- 1 merces/mercantias de exportation
uitvoerhandel ZN
- 1 commercio exportator/de exportation
uitvoerhaven ZN
- 1 porto de exportation
uitvoerig BN
- 1 detaliate, minute, minutiose, ample, exhaustive, (BW ook) in detalio, extensemente
- --e beschrijving = description minute
- --e inlichtingen = informationes detaliate
- --e inhoudsopgave = tabula de contento detaliate
- --e aantekeningen = annotationes detaliate
- --e voorbereidselen = preparativos/preparationes minutiose/elaborate
- -- diner = dinar copiose
- een zaak -- beschrijven = describer un cosa in detalio
uitvoerigheid ZN
- 1 extension, profusion de detalios, (wijdlopigheid) prolixitate, circumstantialitate
uitvoering ZN
- 1 (voltrekking) realisation, effectuation, execution
- -- van een plan = realisation de un projecto
- -- van een besluit = realisation de un decision
- -- van een bouwwerk = realisation de un construction
- -- van een vonnis = execution de un judicamento
- -- geven aan = dar execution a, poner/mitter in practica
- 2 (het spelen) (muziek) execution, interpretation, (toneelstuk) representation
- de -- van het toneelstuk was schitterend = le representation del pièce (F) esseva superbe
- integrale -- = interpretation integral
- 3 (wijze van bewerking) execution, presentation, version
- wij hebben deze auto in twee --en = nos ha iste auto(mobile) in duo modellos/versiones
- in een goedkopere -- = in un version plus economic
- normale -- = modello currente
- 4 (presentatie) presentation
- de -- van een artikel = le presentation de un articulo
uitvoeringsfase ZN
- 1 phase executive
uitvoeringskosten ZN MV
- 1 costos del execution
uitvoeringstechniek ZN
- 1 (TONEEL, MUZ) technica interpretative
uitvoerland ZN
- 1 pais exportator
uitvoerlijk BN
- 1 Zie: uitvoerbaar-2
uitvoermarkt ZN
- 1 mercato de exportation
uitvoermogelijkheden ZN MV
- 1 possibilitates de exportation
uitvoeroverschot ZN
- 1 excesso/excedente/surplus (F) de exportation
uitvoerpremie ZN
- 1 premio de exportation
uitvoerprijs ZN
- 1 precio de exportation
uitvoerprodukt ZN
- 1 producto de exportation
uitvoerrechten ZN MV
- 1 derectos de exportation, doana
- vrij van -- = exempte de doana
uitvoerstatistiek ZN
- 1 statistica del exportation
uitvoerverbod ZN
- 1 interdiction/prohibition de exportation, embargo
uitvoervergunning ZN
- 1 licentia/permisso de exportation
uitvoervolume ZN
- 1 volumine de exportation
uitvoerwaarde ZN
- 1 valor de exportation
uitvogelen WW
- 1 discoperir, trovar un medio, examinar detaliatemente
uitvorsen WW
- 1 scrutar, investigar, inquirer, sondar
- een geheim -- = essayar de penetrar un secreto, ir al fundo de un secreto
- iemands bedoelingen -- = scrutar/sondar le intentiones de un persona
uitvorsing ZN
- 1 investigation, inquesta, sondage
uitvouwbaar BN
- 1 displicabile
- --e kaart = carta/mappa displicabile
uitvouwen WW
- 1 displicar, extender, aperir
uitvragen WW
- 1 (uithoren) interrogar, questionar
- een krijgsgevangene -- = interrogar un prisionero de guerra
- 2 (ten einde vragen)
- ik ben nu uitgevraagd = io non ha questiones ulterior
uitvrager ZN
- 1 interrogator, questionator
uitvraging ZN
- 1 interrogation
uitvreten WW
- 1 (uitspoken) facer
- 2 (uitbijten) roder, corroder
- de roest vreet het staal uit = le oxydo corrode le aciero
- 3
- de muizen hebben de kaas uitgevreten = le muses/mures ha mangiate un parte del caseo
uitvreter ZN
- 1 parasito
uitvuller ZN
- 1 (DRUKK) justificator
uitwaaien WW
- 1 (gedoofd worden) extinguer se per le vento
- 2 (naar buiten gaan staan) displicar se
- de vlaggen waaien uit = le bandieras se displica
- 3 (een frisse neus halen) prender un halito/buccata de aere fresc, prender aere
- 4 (ophouden met waaien) cessar de sufflar
- de wind is uitgewaaid = le vento se ha calmate
- 5 (doven) extinguer
uitwaaieren WW
- 1 radiar, extender se
- de startbanen waaieren uit naar alle richtingen = le pistas de volo se extende/radia in tote le directiones
uitwaarts BW
- 1 foras, foris
uitwalsen WW
- 1 laminar
uitwandelen WW
- 1 marchar {sj}/ir usque al fin
- een straat -- = marchar usque al fin de un strata
- de vierdaagse -- = ir usque al fin del quatro dies/jornos de marcha {sj}
uitwannen WW
- 1 vannar
uitwas ZN
- 1 (uitgroeisel) protuberantia, excrescentia, (gezwel) tumor
- -- aan planten = excrescentias super plantas
- (MED) vlezige -- = excrescentia carnose
- (MED) sponsachtige -- = fungo
- 2 (ongewenste ontwikkeling) excesso, excrescentia
- --sen van de beschaving = excessos/excrescentias del civilisation
uitwasbaar BN
- 1 delibile
uitwasemen WW
- 1 (als wasem verspreiden) exhalar, emanar, perspirar, transpirar, evaporar, (zweten) sudar
- de bloemen wasemen heerlijke geuren uit = le flores exhala perfumes meraviliose
uitwaseming ZN
- 1 exhalation, emanation, evaporation, perspiration, transpiration, effluvio, (mbt rottin) miasma, (zweet) sudor
- 2 (MED) diaphorese (-esis)
uitwassen WW
- 1 (door wassen reinigen) lavar, nettar
- vuil linnengoed -- = lavar lino immunde
- vlekken -- = nettar/remover maculas
- 2 (tot zijn volle lengte komen) attinger su plen disveloppamento, disveloppar se
- 3 (uitlopen) germinar
- 4 (uit iets opgroeien) crescer
uitwassing ZN
- 1 lavage
uitwateren WW
- 1 disaquar (in), escolar (in), evacuar su aquas (in), discargar su aquas (in)
- het kanaal waarop de polder uitwatert = le canal in le qual disaqua le polder (N)
- rivieren die in de Oostzee -- = fluvios que discarga su aquas in le Baltico/in le Mar Baltic
uitwatering ZN
- 1 escolamento, disaquamento, evacuation
uitwateringskanaal ZN
- 1 canal de escolamento/disaquamento/evacuation, emissario
uitwateringssluis ZN
- 1 esclusa de escolamento/disaquamento/evacuation
uitwedstrijd ZN
- 1 partita/match (E) jocate foris de casa
uitweg ZN
- 1 (uitgang) via de exito, exito, egresso
- het water moet een -- hebben = le aqua debe poter escolar se
- recht van -- hebben = haber derecto de exito/egresso
- 2 (uitkomst) escappatoria, expediente, (oplossing) solution
- een -- zoeken = cercar un expediente
- iemand geen andere -- laten = accular un persona a un cosa, non lassar un altere apertura a un persona
- hij zag geen -- meer = ille videva necun escappatoria
- hij wist een -- = ille habeva un solution
- een -- voor zijn opgekropte gevoelens = un escappatoria pro su sentimentos reprimite
uitwegen WW
- 1 (afwegen) pesar
- een half pond -- = pesar un medie libra
- 2 (bij gewicht verkopen) vender al peso
- kersen -- = vender ceresias al peso
- 3 (veel volume hebben voor zijn gewicht) esser legier, esser avantagiose al peso
- deze koekjes wegen uit = iste biscuites es avantagiose al peso
uitweiden WW
- 1 extender se, discurrer, disserer, dissertar, digreder, facer un digression, divagar
- over een onderwerp -- = extender se super un thema
uitweiding ZN
- 1 digression, (nutteloze) divagation
- -- vooraf = preambulo
uitwendig BN
- 1 (uiterlijk) externe, exterior
- --e hoofdslagader = carotide externe
- --e gehoorgang = canal auditori externe, conducto auditive externe
- -- oor = aure externe
- --e kenmerken = characteristicas exterior/externe
- -- gebruik = application/uso/usage externe
- --e diameter = diametro externe/exterior
- -- bespeurt men geen verandering = exteriormente on non percipe/vide un cambiamento, il non ha un cambiamento externe
- aan het --e blijven hangen = restar/remaner superficial
- 2 (van buiten komend) extrinsec, externe
- --e oorzaak = causa extrinsec/externe/alien
- 3 (MED) topic, externe
- -- geneesmiddel = medicamento (pro/de uso) topic/externe, topico
uitwendige ZN
- 1 exterior
uitwendigheid ZN
- 1 aspecto/apparentia exterior, exterioritate
uitwenen WW
- 1 Zie: uithuilen
uitwerken WW
- 1 (in bijzonderheden bewerken) elaborar, disveloppar, (lijst van details opmaken) detaliar
- een programma -- = elaborar un programma
- de punten voor een plan -- = elaborar le punctos pro un plano/projecto
- met uitgewerkte plannen voor de dag komen = presentar projectos elaborate/detaliate
- een idee -- = disveloppar un idea
- een formule -- = disveloppar un formula
- een plot voor een roman -- = disveloppar un intriga pro un roman(ce)
- steno-aantekeningen -- = transcriber notas stenographiate
- 2 (helemaal berekenen) calcular, computar
- sommen -- = (re)solver problemas
- 3 (bewerkstelligen) effectuar, realisar, operar
- hij kan daar niets -- = ille non pote realisar nihil illac
- 4 (figuren snijden in) sculper, cisellar
- 5 (uitwerking hebben) haber effecto, consequer
- 6 (uitgisten) cessar de fermentar
uitwerking ZN
- 1 (bewerking) disveloppamento, elaboration
- -- van een plan = elaboration de un plano/un projecto
- deze verhandeling is de -- van een voordracht = iste tractato ha essite elaborate secundo un conferentia
- de -- van een voorstel = le detalios ulterior de un proposition
- 2 (resultaat) effecto, consequentia, resultato
- -- hebben = operar, haber effecto
- de beoogde -- hebben = haber/producer le effecto volite/intendite/desirate/desiderate, esser effective
- een averechtse -- hebben = esser contraproducente/contraproductive, haber un effecto contrari
- een negatieve -- hebben = consequer negativemente
- de medicijnen hadden geen -- = le medicamentos non habeva effecto
- zonder -- = inoperante, inefficace, inefficiente
- 3 (berekening) calculo, computation, resultato
uitwerpen WW
- 1 (naar buiten werpen) jectar, ejectar, expeller, expulsar
- een anker -- = jectar un ancora
- zijn netten -- = jectar su retes
- 2 (door werpen verwijderen) rejectar, evacuar, vomer, ejectar, (FYSIOL) excretar
- de vulkaan wierp as en lava uit = le vulcano vomeva/ejectava cineres e lava
- 3 (uitstoten) excluder, ejectar
- 4 (SPORT) remitter (le ballon) in joco
- de doelman wierp de bal uit naar de libero = le goal-keeper (E) ha jectate le ballon in le direction del libero (I)
uitwerper ZN
- 1 (TECHN) ejector
uitwerpsel ZN
- 1 excremento, fece, excretion, dejection
- --en = excrementos, feces, materias fecal, residuos excrementicie
- dierlijke --en = excrementos de animales
- vervuiling door --en = pollution fecal/de feces
uitwieden WW
- 1 disherbar, sarcular
- het onkruid -- = extirpar le mal herbas
uitwijkeling ZN
- 1 exiliato, emigrato, refugiato
uitwijken WW
- 1 (uit de weg gaan) deviar, obliquar, ir a un latere
- plotseling -- = executar un deviation brusc
- naar rechts/links -- = deviar/obliquar al dext(e)ra/al sinistra
- 2 (uit het land gaan) quitar su pais, ir in exilio, emigrar, expatriar se, exiliar se, refugiar se
- 3 (uit elkaar wijken) (twee lijnen) diverger
- de muur wijkt uit = le muro non es perpendicular/a plumbo
uitwijkhaven ZN
- 1 (SCHEEP) porto alternative
- 2 (LUCHTV) aeroporto/aerodromo alternative
uitwijking ZN
- 1 (emigratie) emigration, exilio, expatriation
uitwijkmanoeuvre ZN
- 1 deviation, (FIG) manovra evasive
uitwijkmogelijkheid ZN
- 1 (mogelijkheid om uit te wijken naar elders) alternativa, solution de reimplaciamento
- 2 (mogelijkheid om een naderende mogelijkheid te voorkomen) possibilitate de escappamento, escappatoria
uitwijzen WW
- 1 (aantonen) monstrar, demonstrar, revelar
- de tijd zal het -- = le tempore lo monstrara
- dat zal zich spoedig -- = on lo videra tosto
- het onderzoek heeft uitgewezen dat = le investigation ha demonstrate que
- 2 (uit het land zetten) expeller, expulsar
- 3 (uitleveren) extrader
- 4 (beslissen) decider
- de rechter moet het -- = le judice debe decider
uitwijzing ZN
- 1 (uitzetting) expulsion
- 2 (uitlevering) extradition
uitwijzingsbevel ZN
- 1 mandato de expulsion
- 2 mandato de extradition
uitwinnen WW
- 1 ganiar, economisar, sparniar
- 2 (JUR) evincer, expropriar
uitwinning ZN
- 1 ganio, economisation, sparnio
- 2 (JUR) eviction, expropriation
uitwippen WW
- 1 sortir un instante/momento
uitwisbaar ZN
- 1 delibile, que on pote rader
- --e inkt = tinta delibile
uitwisselbaar BN
- 1 intercambiabile, trocabile
- 2 compatibile
uitwisselen WW
- 1 intercambiar, excambiar
- gevangenen -- = excambiar prisioneros
- meningen -- = excambiar opiniones
- indrukken -- = excambiar impressiones
- ervaringen -- = intercambiar experientias
- hoogleraren -- = intercambiar professores universitari
uitwisseling ZN
- 1 excambio, intercambio
- culturele -- = excambio/intercambio cultural
- intellectuele -- = intercambio intellectual
- -- van gegevens = excambio de datos
- -- van ideeën = intercambio de ideas
- -- van gevangenen = excambio de prisioneros
uitwisselingsenergie ZN
- 1 energia de excambio
uitwisselingsprogramma ZN
- 1 programma de excambio
uitwisselingsverdrag ZN
- 1 tractato de excambio/intercambio
uitwissen WW
- 1 (laten verdwijnen) remover, facer disparer, rader, expunger, deler, obliterar
- het -- = rasura, radimento, expunction, deletion, obliteration
- een spoor op een magneetband -- = remover/rader un pista super un banda magnetic
- iets uit zijn geheugen wissen = rader un cosa de su memoria
- 2 (reinigen) nettar
uitwoeden WW
- 1 calmar se
- de storm was uitgewoed = le tempesta se habeva calmate
- de epidemie woedde uit = le epidemia finiva
uitwonen WW
- 1 ruinar/deteriorar un habitation, render inhabitabile
- ze hebben het huis totaal uitgewoond = illes ha ruinate le casa, illes ha facite un ruina del casa
uitwonend BN
- 1 externe, non residente
- --e leerling = scholar/discipulo/alumno externe
uitworp ZN
- 1 (SPORT) le remitter in joco (del goal-keeper (E))
- 2 (wat uitgestoten wordt) discarga, residuos, emission, emanationes
- -- van zwaveldioxyde = emission/emanationes de dioxydo de sulfure
uitwrijven WW
- 1 (reinigen) fricar
- het -- = fricamento, friction
- zijn ogen -- = fricar se le oculos
- (FIG) zich de ogen -- = aperir grande oculos
- de schoenen -- = facer lustrar/brillar le scarpas/calceos
- 2 (uitspreiden) extender, (met was) cerar, incerar
- de parketwas -- = incerar le parquet (F)
uitwringen WW
- 1 torquer, exprimer
- zijn natte sokken -- = torquer su calcettas molliate
uitwringing ZN
- 1 torsion, expression
uitwuiven WW
- 1 salutar con le mano, dicer adeo con le mano, accompaniar (un persona qui parti)
uitzaai ZN
- 1 semination
uitzaaien WW
- 1 (zaaiend verspreiden) seminar, disseminar
- het -- = semination, dissemination
- 2
- (MED) zich -- = disseminar se, reproducer se, producer metastases
- het gezwel had zich uitgezaaid = le tumor se habeva disseminate
uitzaaiing ZN
- 1 (het uitzaaien) semination, dissemination
- 2 (MED) dissemination, metastase (-asis), (mbt cellen) proliferation
- -- van een gezwel = metastase (-asis) de un tumor
- --en van kanker door het hele lichaam = generalisation del cancer
- --en in de lever = metastase (-asis) in le hepate/ficato
uitzagen WW
- 1 serrar
- iemand -- = liberar un persona con le serra
uitzakken WW
- 1 (uit zijn vorm zakken) deformar se
- de muur is uitgezakt = le muro non es perpendicular/a plumbo
- 2 (MED) prolaber
- de endeldarm is uitgezakt = le recto ha prolabite, il ha un prolapso del recto
uitzakking ZN
- 1 (het uit zijn vorm zakken) deformation
- 2 (MED) prolapso, evagination
- aan een -- lijden = evaginar
uitzege ZN
- 1 victoria in campo contrari/foris de casa
uitzeilen WW
- 1 partir, prender le vela, facer vela
- wij zeilen zeven mei uit = nos parti le septe de maio
uitzendarbeid ZN
- 1 Zie: uitzendwerk
uitzendbureau ZN
- 1 agentia de placiamento/de empleo/de travalio/labor interimari/temporanee/temporari
uitzenden WW
- 1 (RADIO, TV) diffunder, emitter, transmitter, (RADIO ook) radiodiffunder, (TV ook) telediffunder
- een concert -- = diffunder un concerto
- nieuws over de radio -- = diffunder novas per radio
- 2 (NAT) emitter
- stralen -- = emitter radios
- golven -- = emitter undas
- 3 (met een opdracht wegzenden) distachar {sj}, inviar
- een technicus naar een ontwikkelingsland -- = inviar/distachar un technico a un pais subdisveloppate
- iemand om boodschappen -- = inviar un persona pro facer commissiones/emptiones
- 4 (rondzenden) facer circular
- diners -- = portar dinares a domicilio
uitzending ZN
- 1 (RADIO, TV) (het uitzenden) diffusion, emission, transmission
- de -- van een radioprogramma = le transmission de un programma radiophonic
- 2 (RADIO, TV) (programma) emission, programma
- live-uitzending = emission derecte
- een -- aankondigen = presentar un emission
- 3 (NAT) (uitstraling, afgifte) emission
uitzendkracht ZN
- 1 empleato interime/interimari/temporanee/temporari
uitzendkrachten ZN MV
- 1 personal/mano de obra interime/interimari/temporanee/temporari
uitzendpost ZN
- 1 posto de emission
uitzendwerk ZN
- 1 travalio/labor interime/interimari/temporanee/temporari
uitzet ZN
- 1 dote, trousseau (F)
- een -- geven aan = dotar
uitzetbaar BN
- 1 elastic, extensibile, extendibile, expandibile, expansibile, dilatabile, distensibile
uitzetbaarheid ZN
- 1 dilatabilitate, extendibilitate, expansibilitate, distensibilitate
uitzetten WW
- 1 (buiten iets zetten) expeller, expulsar, mitter/poner foras
- ongewenste vreemdelingen -- = expeller/expulsar estranieros indesirabile
- het vaderland -- = expatriar
- 2 (neerlaten)
- de sloepen -- = mitter le chalupas {sj}/lanchas al mar
- 3 (uitspreiden) tender, displicar
- een net -- = tender un rete
- de zeilen -- = displicar le velas
- de pauw zet zijn staart uit = le pavon aperi le cauda
- 4 (verspreid zetten) placiar, disponer
- schildwachten -- = postar sentinellas
- 5 (uitplanten) plantar
- 6 (op interest zetten) placiar
- 7 (buiten werking stellen) arrestar, clauder, disconnecter
- de radio -- = clauder/disconnecter le radio
- 8 (uitmeten, aftekenen) jalonar, picchettar, traciar, delimitar
- een parcours voor een marathon -- = traciar/delimitar le percurso de marathon
- (WISK) op de lijn AC een stuk AD --, gelijk aan PQ = traciar super le linea AC un segmento AD, equal a PQ
- 9 (in omvang doen toenemen) expander, dilatar, distender, extender
- --de kracht = fortia expansive, expansibilitate
- uitgezet hart = corde dilatate
- 10
- een parcours -- = delimitar un percurso
uitzetting ZN
- 1 (verwijdering) expulsion, (JUR) eviction
- -- van ongewenste vreemdelingen = expulsion de estranieros indesirabile
- -- van een huurder die zijn huur niet betaalt = expulsion de un locatario qui non paga su location
- bevel tot -- = ordine/mandato de expulsion
- 2 (vergroting) dilatation, expansion, distension, extension
- -- van een gas = expansion de un gas
- lineaire -- = dilatation linear
- kubieke -- = dilatation cubic
- 3 (MED) (zwelling) turgor, turgiditate, turgescentia, (in)tumescentia
- 4 (ontscheping) disbarcamento, disimbarcation
uitzettingsbevel ZN
- 1 mandato/ordine de expulsion/eviction
uitzettingscoëfficiënt ZN
- 1 coefficiente de dilatation (thermic)
- lineaire/kubieke -- = coefficiente de dilatation linear/cubic
uitzettingsgraad ZN
- 1 grado de expansion
uitzettingsscheur ZN
- 1 fissura de dilatation
uitzettingsvermogen ZN
- 1 dilatabilitate, expansibilitate, fortia/poter expansive
- het grote -- van de gasses = le grande dilatabilitate del gases
uitzeven WW
- 1 Zie: uitziften
uitzicht ZN
- 1 (gelegenheid om naar buiten te zien) vista, prospecto
- -- in 't rond, wijds/panoramisch -- = vista panoramic
- iemand het -- belemmeren = celar le vista a un persona
- 2 (datgene waar men op uitkijkt) vista, panorama, prospecto
- een fraai -- = un belle panorama/vista
- -- op zee hebben = haber le vista del mar
- van een mooi -- genieten = gauder de un belle vista
- het -- bewonderen = admirar le panorama
- 3 (vooruitzicht) perspectiva, prospecto
- hij had geen -- op promotie = ille non habeva le perspectiva de un promotion
uitzichtlengte ZN
- 1 distantia de visibilitate
uitzichtloos BN
- 1 sin perspectiva, sin futuro, sin sperantia
- --e liefde = amor sin spero/sin sperantia
- --e situatie = situation desperate/sin spero/sin sperantia/sin perspectiva
uitzichtloosheid ZN
- 1 manco/mancantia de perspectiva
uitzichtpunt ZN
- 1 puncto de vista
uitzichtterras ZN
- 1 belvedere, mirador
uitzichttoren ZN
- 1 turre panoramic/de observation/de vigilia, belvedere, mirador
uitzieken WW
- 1 lassar le maladia sequer su curso
uitzien WW
- 1 (verlangend wachten) expectar/desirar/desiderar con impatientia
- -- naar de vakantie = expectar le vacantias con impatientia
- 2 (proberen te krijgen) esser al recerca (de)/in cerca de
- -- naar een andere baan = esser al recerca de un altere empleo
- 3 (tot uitzicht hebben) dar (super), haber vista (super)
- het raam ziet uit op de tuin = le fenestra da super le jardin
- 4 haber le aere/aspecto/apparentia
- er bedroefd -- = haber le aere/apparentia triste
- er gelukkig -- = haber le aere/apparentia felice
- 5 (ten einde zien) reguardar/vider usque al fin, vider integremente
- een toneelstuk -- = vider un pecia de theatro usque al fin
- 6
- het ziet ernaar uit dat hij niet komt = il pare/sembla que ille non veni
- het ziet naar regen uit = il pare que il va pluver
uitziften WW
- 1 cribrar, tamisar, passar per un cribro/un tamis
- het -- = tamisation
uitzijgen WW
- 1 filtrar
uitzijging ZN
- 1 filtration
uitzingen WW
- 1 (volhouden) perseverar
- 2 (ten einde zingen) cantar integralmente/usque al fin
- 3 (zingend uiten) cantar
uitzinnig BN
- 1 delirante, exultante, phrenetic, folle, discatenate
- --e vreugde = gaudio/joia delirante
- -- publiek = publico delirante
- --e woede = furia discatenate
uitzinnigheid ZN
- 1 delirio, phrenesia, follia
uitzitten WW
- 1 complir, expiar
- zijn straf -- = complir/expiar su pena
- ik heb de vergadering niet helemaal uitgezeten = io ha partite ante le fin del reunion
uitzoeken WW
- 1 (uitpuzzelen) examinar, recercar, investigar
- iets tot op de bodem -- = examinar/investigar un cosa a fundo
- 2 (sorteren) assortir, classar, classificar
- 3 (uitkiezen) eliger, seliger, selectionar
uitzonderen WW
- 1 exceptar, excluder
- het -- = exception, exclusion
- dit geval is van de regel uitgezonderd = iste caso es un exception al regula
uitzondering ZN
- 1 exception
- de --en bevestigen de regel = le exceptiones confirma le regula
- dat is een -- = isto es un exception
- een -- maken = facer un exception, exceptar
- een -- maken voor = facer un exception in favor de
- een -- vormen = constituer un exception
- met één enkele -- = con un sol exception
- op een enkele -- na = salvo pauc/poc exceptiones
- bij -- = exceptionalmente, per exception
- met -- van = a(l) exception de, con le exception de
- zonder -- = sin exception
uitzonderingsbepaling ZN
- 1 exception
- er zijn enige --en gemaakt = on ha introducite alicun exceptiones
uitzonderingsgeval ZN
- 1 caso exceptional/special/isolate/de exception
uitzonderingsmaatregel ZN
- 1 mesura exceptional/special/de exception
uitzonderingspositie ZN
- 1 situation/position exceptional/special
- zich in een -- bevinden = trovar se/esser in un situation exceptional
uitzonderingstarief ZN
- 1 tarifa de preferentia
uitzonderingstoestand ZN
- 1 stato de exception/de emergentia/de urgentia
uitzonderingswet ZN
- 1 lege de exception
uitzonderlijk BN
- 1 (een uitzondering vormend) exceptional, inusual, insolite, particular, special
- 2 (zeer groot/intens) excessive
- --e koude = frigido excessive
- -- begaafd = exceptionalmente dotate
uitzonderlijkheid ZN
- 1 character exceptional, exceptionalitate
uitzouten WW
- 1 dissalar
uitzuigen WW
- 1 (zuigend ledigen) suger, exsuger, extraher per suction
- 2 (uitbuiten) suger le sanguine, exploitar {plwa}, extorquer
- het volk -- = exploitar le populo
uitzuiger ZN
- 1 (uitbuiter) exploitator {plwa}, sanguisuga, vampir
uitzuigerij ZN
- 1 exploitation {plwa}
uitzuiging ZN
- 1 (het zuigend ledigen) (ex)suction
- 2 (het uitbuiten) exploitation {plwa}
uitzuinigen WW
- 1 sparniar, economisar
uitzuiniging ZN
- 1 sparnio, economia
uitzwaaien WW
- 1 dicer adeo/adieu (F) con le mano
- vrienden -- = accompaniar amicos (usque) al porta/a lor auto(mobile), etc.
uitzwavelen WW
- 1 sulfurar
- het -- = sulfuration
uitzwaveling ZN
- 1 sulfuration
uitzwemmen WW
- 1 (ten einde zwemmen) natar usque al fin
- zij heeft de hele wedstrijd uitgezwommen = illa ha finite le cursa de natation
- 2 (rustig verder zwemmen) natar
uitzwenken WW
- 1 deviar, obliquar, girar, curvar
- de weg zwenkt naar links uit = le cammino face un curva a sinistra
uitzwermen WW
- 1 (van bijen, etc.) essamar
- het -- = essamage, essamatura
- 2 (naar alle kanten uittrekken) dispersar se
uitzwerming ZN
- 1 (van bijen, etc.) essamage, essamatura
uitzweten WW
- 1 sudar, transsudar, exsudar, perspirar, transpirar
- het -- = transsudation, exsudation, perspiration, transpiration
- de muren zweten vocht uit = le muros exsuda humiditate
uitzweting ZN
- 1 transsudation, exsudation, perspiration, transpiration, (MED ook) diaphorese (-esis)
uiver ZN
- 1 ciconia
uiversnest ZN
- 1 nido de ciconia
uivormig BN
- 1 bulbiforme
uk ZN
- 1 (multo) parve infante, nano
U.K.
- 1 (Afk.: United Kingdom) Regno Unite
ukkepuk ZN
- 1 Zie: uk
ukulele ZN
- 1 ukulele
ulaan ZN
- 1 ulano
ulceratie ZN
- 1 ulceration
ulceratief BN
- 1 ulcerative
ulcereren WW
- 1 ulcerar se
ulcerogeen BN
- 1 ulcerogene
ulema ZN
- 1 ulema
ulevel ZN
- 1 pastilla de caramello
ullucus ZN
- 1 ulluco
ulna ZN
- 1 cubito
Ulster ZN EIGN
- 1 Ulster (E)
- (korte winterjas) ulster = ulster
ulterieur BN
- 1 ulterior, posterior, subsequente
ultiem BN
- 1 ultime, ultimate, final, definitive
- een --e poging = un ultime tentativa
ultimatief BN
- 1 ultimative, como un ultimatum (L)
ultimatum ZN
- 1 ultimatum (L)
- aan het -- was een tijdslimiet verbonden = un limite de tempore esseva attachate {sj} al ultimatum
- een -- stellen = presentar un ultimatum
- een -- laten verlopen = lassar expirar un ultimatum
ultimo BW
- 1
- -- januari = le 31 de/al fin de januario
ultra ZN
- 1 (radicaal, extremist) ultra
ultracentrifuge ZN
- 1 ultracentrifuga, ultracentrifugator
ultracentrifugeren WW
- 1 ultracentrifugar
- het -- = ultracentrifugation
ultracentrifugering ZN
- 1 ultracentrifugation
ultraconservatief BN
- 1 ultraconservative, ultraconservatori
ultrafijn BN
- 1 ultrafin
- --e snede = section ultrafin
ultrafilter ZN
- 1 ultrafiltro
ultrafiltrabel BN
- 1 ultrafiltrabile
ultrafiltratie ZN
- 1 ultrafiltration
ultrafiltreerbaar BN
- 1 ultrafiltrabile
ultrafiltreren WW
- 1 ultrafiltrar
ultrageluidgolf ZN
- 1 unda ultrasonic
ultragevoelig BN
- 1 ultrasensibile
ultrakort BN
- 1 ultracurte, ultrabreve
- --e golf = unda ultracurte/ultrabreve
ultralaagfrequentie ZN
- 1 frequentia ultrabasse
ultraliberaal BN
- 1 ultraliberal
ultralicht BN
- 1 ultralegier
- --e metalen = metallos ultralegier
ultralinks BN
- 1 de extreme sinistra
ultramarijn BN
- 1 ultramarin
ultramarijn ZN
- 1 color ultramarin
ultramicrobalans ZN
- 1 ultramicrobalancia
ultramicrometer ZN
- 1 ultramicrometro
ultramicroscoop ZN
- 1 ultramicroscopio
ultramicroscopie ZN
- 1 ultramicroscopia
ultramicroscopisch BN
- 1 ultramicroscopic
ultramicrosoom ZN
- 1 ultramicrosoma
ultramicrotoom ZN
- 1 ultramicrotomo
ultramodern BN
- 1 ultramoderne
ultramontaan ZN
- 1 ultramontano
ultramontaans BN
- 1 ultramontan
ultramontanisme ZN
- 1 ultramontanismo
ultraradicaal BN
- 1 ultraradical
ultrarechts BN
- 1 ultraderecte, ultraconservatori, de extreme dext(e)ra
ultrasnel BN
- 1 ultrarapide
- --e fotografie = photographia ultrarapide
ultrasonisch BN
- 1 ultrasonic
ultrasonoor BN
- 1 ultrasonic
- --e detector = detector ultrasonic
- --e generator = generator ultrasonic
- --e ontvanger = receptor ultrasonic
- --e stroboscoop = stroboscopio ultrasonic
- --e zender = transmissor ultrasonic
ultrasoon BN
- 1 ultrasonic
- --e trilling = vibration ultrasonic, ultrasono
ultrasoonlassen ZN
- 1 soldatura per ultrasonos
ultrasoontherapie ZN
- 1 ultrasonotherapia
ultrasoontrilling ZN
- 1 vibration ultrasonic
ultrastraling ZN
- 1 radiation cosmic
ultrastructureel BN
- 1 ultrastructural
- -- onderzoek = recercas ultrastructural
ultrastructuur ZN
- 1 ultrastructura
ultraviolet BN
- 1 ultraviolette
- -- spectrum = spectro ultraviolette
- radios -- = ultraviolette stralen
ultravioletfotografie ZN
- 1 photographia ultraviolette
ultravioletspectroscopie ZN
- 1 spectroscopia ultraviolette
ultravioletstraling ZN
- 1 radiation ultraviolette
ultravirus ZN
- 1 ultravirus
ultra-zuiver BN
- 1 ultra-pur
- -- water = aqua ultra-pur
Ulysses ZN EIGN
- 1 Ulysses
Umbrië ZN EIGN
- 1 Umbria
Umbriër ZN
- 1 umbro
Umbrisch BN
- 1 umbre
Umbrisch ZN
- 1 (dialect) umbro
umlaut ZN
- 1 (teken) umlaut (D)
- 2 (klankwijziging) inflexion/mutation vocalic
umlautsfactor ZN
- 1 factor de umlaut (D)/de inflexion/mutation vocalic
umpire ZN
- 1 arbitro, umpire (E)
unaniem ZN
- 1 unanime
- --e bijval = approbation unanime
- zij antwoordden -- = illes respondeva como un sol homine
- zij verklaarden -- = illes declarava unanimemente
unanimisme ZN
- 1 unanimismo
unanimist ZN
- 1 unanimista
unanimistisch BN
- 1 unanimista
- de --e groep = le gruppo unanimista
unanimiteit ZN
- 1 unanimitate
unanimiteitsbeginsel ZN
- 1 principio/regula del unanimitate
unciaal BN
- 1 uncial
unciaalletter ZN
- 1 littera uncial
unciaalschrift ZN
- 1 scriptura uncial
underdog ZN
- 1
- de --s van de maatschappij = le gruppos le plus disfavorate del societate
- het team startte in de rol van -- = le equipa ha initiate in position de inferioritate
underground BN
- 1 underground (E)
undergroundcultuur ZN
- 1 cultura underground (E)
undergroundmuziek ZN
- 1 musica underground (E)
understatement ZN
- 1 litote
undine ZN
- 1 Zie: ondine
undulatie ZN
- 1 undulation
undulatietheorie ZN
- 1 theoria del undulation
unduleren WW
- 1 undular
UNESCO
- 1 (Afk.: United Nations Educational Scientific and Cultural Organisation) UNESCO, Organisation del Nationes Unite pro le Education, le Scientia e le Cultura
unfair BN
- 1 disloyal, injuste
uni BN
- 1 unicolor, monochrome
unicaat ZN
- 1 pecia unic
UNICEF
- 1 (Afk.: United Nations International Children's Emergency Fund) UNICEF (Fundo International del Nationes Unite pro le Adjuta al Infantia)
uniciteit ZN
- 1 unicitate
- de -- van een geval = le unicitate de un caso
- de -- van een voorbeeld = le unicitate de un exemplo
unicum ZN
- 1 (iets unieks) cosa/evento/caso unic
- dit is een -- in de geschiedenis van de sport = isto es evento/caso unic in le historia del sport (E)
- 2 (enig exemplaar) exemplar/pecia unic
unicursaal BN
- 1 (WISK) unicursal
unie ZN
- 1 (vereniging, verbond) union
- 2 (aaneensluiting van staten) union
- Unie van Socialistische Sovjetrepublieken = Union del Republicas Socialista Sovietic
- Atlantische Unie = Union Atlantic
- personele -- = union personal
uniek BN
- 1 (enig) unic, sin par, sin precedente, sol in su specie, inimitabile, incomparabile, sin parallel
- -- exemplaar = exemplar unic
- --e gelegenheid = occasion unic
- -- geval = caso unic/exceptional/sin exemplo
- dat is -- = isto es alco unic
- 2 (heerlijk, kostelijk) unic, inimitabile, meraviliose, splendide
- -- gezicht = spectaculo unic
uniekheid ZN
- 1 unicitate
uniëren WW
- 1 unir
unificatie ZN
- 1 unification
- -- van een land = unification de un pais
unificeren WW
- 1 unificar
unifocaal BN
- 1 unifocal
uniform BN
- 1 uniforme
- --e prijzen = precios uniforme
- -- reglement = regulamento uniforme
- -- tarief = tarifa uniforme
- (WISK) --e convergentie = convergentia uniforme
- -- maken = uniformar, uniformisar
uniform ZN
- 1 uniforme
- in -- steken = uniformar, uniformisar
- in -- = in uniforme, uniformate
uniformeren WW
- 1 uniformar, uniformisar
uniformering ZN
- 1 uniformisation
uniformiteit ZN
- 1 uniformitate
- -- van papierformaat = uniformitate de formato de papiro
- de -- van de verklaringen = le conformitate del declarationes
uniformjas ZN
- 1 tunica
uniformpet ZN
- 1 kepi (F)
uniformstof ZN
- 1 stoffa pro uniformes
unilateraal BN
- 1 unilateral
- -- contract = contracto unilateral
unilateraliteit ZN
- 1 unilateralitate
- -- van een con-tract = unilateralitate de un contracto
unimodulair BN
- 1 unimodular
- --e matrix = matrice unimodular
unimoleculair BN
- 1 unimolecular
unionisme ZN
- 1 unionismo
unionist ZN
- 1 unionista
unionistisch BN
- 1 unionista
uniovulair BN
- 1 uniovular, uniovulate
unipolair BN
- 1 unipolar
- --e inductie = induction unipolar
unipolariteit ZN
- 1 unipolaritate
uniregionaal BN
- 1 uniregional
uniseks BN
- 1 (mbt kleding) unisex
uniseksmode ZN
- 1 moda unisex
unisono BW
- 1 (MUZ) in unisono
unit ZN
- 1 (afdeling) unitate
- 2 (eenheid voor prijsnotering) unitate
- 3 (bij elkaar horende zaken) unitate
- visual display -- = unitate de visualisation
unitair BN
- 1 unitari
unitariër ZN
- 1 (voorstander van eenheid) unitario
- 2 (THEOL) unitario
unitarisme ZN
- 1 unitarismo
unitarist ZN
- 1 unitarista
unitaristisch BN
- 1 unitari, unitarista
- Unitaristische Kerk = Ecclesio Unitari
uniteit ZN
- 1 unitate, unicitate
uniteitstheorema ZN
- 1 theorema de unitate/unicitate
universalisme ZN
- 1 universalismo
universalist ZN
- 1 universalista
universalistisch BN
- 1 universalista, universalistic
- --e geschiedschrijving = conception universa-lista/universalistic del historia
universaliteit ZN
- 1 universalitate
universeel BN
- 1 universe, universal
- -- erfgenaam = herede/hereditario/successor universe/universal
- -- middel = remedio universe/universal
- -- verschijnsel = phenomeno universal
- --e taal = lingua universal
- --e verklaring van de rechten van de mens = declaration universal del derectos del homine
- voor -- gebruik = pro uso universal
universeelheid ZN
- 1 universalitate
universitair BN
- 1 universitari
- -- onderwijs = inseniamento universitari
- --e studies = studios universitari
- --e opleiding = formation universitari
universiteit ZN
- 1 universitate
- -- van Groningen = universitate de Groningen
- open -- = universitate aperte
- hij is op de -- = ille es (studente/studiante) al universitate
- aan de -- studeren = studer/studiar in le universitate
universiteitsbibliotheek ZN
- 1 bibliotheca universitari/del universitate
universiteitscentrum ZN
- 1 centro universitari
universiteitscomplex ZN
- 1 citate universitari
universiteitsgebouw ZN MV
- 1 edificio universitari/del universitate, universitate
- (complex) --en = centro universitari
universiteitsgemeenschap ZN
- 1 communitate universitari
universiteitsgids ZN
- 1 guida del studente/del studiante/del universitate
universiteitskringen ZN MV
- 1 circulos universitari
universiteitslaboratorium ZN
- 1 laboratorio universitari
universiteitsraad ZN
- 1 consilio del universitate
universiteitsstad ZN
- 1 citate/urbe universitari
universiteitswijk ZN
- 1 quartiero universitari
universum ZN
- 1 universo
- onmetelijkheid/oneindigheid van het -- = immensitate del universo
- uitdijing van het -- = expansion del universo
- schepping van het -- = creation del universo
univociteit ZN
- 1 univocitate
UNO
- 1 (Afk.: United Nations Organisation) ONU (= Organisation del Nationes Unite)
unster ZN
- 1 balancia roman
Untermensch ZN
- 1 subhomine
updaten WW
- 1 actualisar
uperisatie ZN
- 1 uperisation
upgraden WW
- 1 actualisar un programma de computator/computer (E)
uppercut ZN
- 1 (BOKSEN) uppercut (E)
upper ten
- 1 elite (F), aristocratia, alte societate, alte circulos
uppie ZN
- 1
- in z'n -- = toto sol
ups en downs ZN MV
- 1 le altos e le bassos
up-to-date BN
- 1 up-to-date (E), actual
- een schoolboek -- maken = actualisar un manual scholar
uraan ZN
- 1 uranium
uraanpekerts ZN
- 1 pechblende (D)
uraanzuur ZN
- 1 acido uranic
uraat ZN
- 1 urato
uracil ZN
- 1 uracil
uranaat ZN
- 1 uranato
Urania ZN EIGN
- 1 Urania
urania ZN
- 1 (vlinder) urania
uraniet ZN
- 1 uranite
uranisme ZN
- 1 uranismo
uranium ZN
- 1 uranium
- -- verrijken = inricchir uranium
- verrijkt -- = uranium inricchite
uraniumatoom ZN
- 1 atomo de uranium
uraniumerts ZN
- 1 mineral de uranium
uraniumhoudend BN
- 1 uranifere
- --e ertsen = minerales uranifere
- --e laag = jacimento uranifere
uraniumisotoop ZN
- 1 isotopo de uranium
uraniumlaag ZN
- 1 jacimento de uranium
uraniummijn ZN
- 1 mina de uranium
uraniumverbinding ZN
- 1 composito de uranium
uraniumverrijking ZN
- 1 inricchimento del uranium
uraniumwinning ZN
- 1 extraction de uranium
uraniumzout ZN
- 1 sal de uranium
uranograaf ZN
- 1 uranographo
uranografie ZN
- 1 uranographia
uranografisch BN
- 1 uranographic
uranologie ZN
- 1 uranologia
uranologisch BN
- 1 uranologic
uranometrie ZN
- 1 uranometria
uranometrisch BN
- 1 uramometric
Uranus ZN EIGN
- 1 (MYTH) Urano
- van -- = uranie
- 2 (ASTRON) Urano
- van -- = uranie
uranyl ZN
- 1 uranyl
uranylzout ZN
- 1 sal de uranyl
urbaan BN
- 1 (mbt het stadsleven) urban
- 2 (wellevend) urban
urbanisatie ZN
- 1 (verstedelijking) urbanisation
- 2 (trek naar de stad) urbanisation
urbanisatiegraad ZN
- 1 grado de urbanisation
urbaniseren WW
- 1 urbanisar
- het -- = urbanisation
urbanisering ZN
- 1 urbanisation
urbanisme ZN
- 1 urbanismo
urbanist ZN
- 1 urbanista
urbanistisch BN
- 1 urbanista, urbanistic
urbaniteit ZN
- 1 (stedelijk karakter) character urban
- 2 (wellevendheid) urbanitate
urbi et orbi ZN
- 1 urbi et orbi (L)
urdu ZN
- 1 urdu
ure ZN
- 1 hora
- in de -- des gevaars = al hora del periculo
- te(r) elfder -- = al ultime hora/minuta
uredo ZN
- 1 urtication
uredospore ZN
- 1 uredospora
uremie ZN
- 1 uremia
urenlang BW
- 1 (durante) horas e horas, durante horas integre
urenlang BN
- 1 que dura (multe) horas, interminabile
- --e vergadering = reunion interminabile/que dura/ha durate horas
urenteller ZN
- 1 contator de horas
urenwijzer ZN
- 1 agulia del horas
ureometer ZN
- 1 ureometro
ureometrie ZN
- 1 ureometria
ureter ZN
- 1 ureter, conducto urinari
- van de -- = ureteral
- operatie aan de -- = ureterotomia
ureterontsteking ZN
- 1 ureteritis
urethra ZN
- 1 (pisbuis) urethra
- van de -- = urethral
- sluitspier van de -- = sphincter del urethra
- ontsteking van de -- = urethritis
urethritis ZN
- 1 urethritis
urethroscoop ZN
- 1 urethroscopio
urethroscopie ZN
- 1 urethroscopia
ureum ZN
- 1 urea
- van -- = ureal, ureic
ureumfabricage ZN
- 1 fabrication de urea
ureumfabriek ZN
- 1 fabrica de urea
ureumhars ZN
- 1 resina de urea
urgent BN
- 1 urgente
- -- geval = caso urgente
- -- zijn = esser urgente, urger
urgentie ZN
- 1 (het spoedeisende) urgentia
- 2 (dringende noodzaak) urgentia, emergentia
urgentiegeval ZN
- 1 caso de urgentia
urgentiegraad ZN
- 1 grado de urgentia
urgentieplan ZN
- 1 plano de urgentia
urgentieprogramma ZN
- 1 programma de urgentia
urgentieschema ZN
- 1 schema de urgentia
urgentieverklaring ZN
- 1 declaration de urgentia
urgentverklaring ZN
- 1 Zie: urgentieverklaring
urgeren WW
- 1 urger, esser urgente
urikemie ZN
- 1 uricemia
urinaal ZN
- 1 urinal
urine ZN
- 1 urina
urine(af)drijvend BN
- 1 diuretic
- -- middel = diuretico
urineachtig BN
- 1 urinose
urineblaas ZN
- 1 vesica urinari/del urina
urineblaasontsteking ZN
- 1 cystitis
urinebuis ZN
- 1 urethra
- van de -- = urethral
- ontsteking van de -- = urethritis
urinekanaaltjes ZN MV
- 1 (in de nieren) tubos urinifere
urineleider ZN
- 1 conducto urinari, ureter
- van de -- = ureteral
- operatie aan de -- = ureterotomia
urinelozing ZN
- 1 emission/excretion/discarga de urina, urination, miction
- onwillekeurige -- = miction involuntari(e), incontinentia de urina
- pijnlijke -- = miction dolorose, dysuria
urinelucht ZN
- 1 odor urinose
urinemonster ZN
- 1 monstra de urina
urineonderzoek ZN
- 1 uroscopia, analyse (-ysis)/examine del urina
urineren WW
- 1 urinar
urineretentie ZN
- 1 retention de urina
urineuitscheiding ZN
- 1 Zie: urinelozing
urinevergiftiging ZN
- 1 uremia
urine-waarzeggerij ZN
- 1 uromantia
urinewegen ZN MV
- 1 vias urinari
- ziekte van de -- = uropathia
urinezuur ZN
- 1 acido uric/lithic
urinoir ZN
- 1 urinatorio, (PEJ) pissatorio
urmen WW
- 1 lamentar se
urn ZN
- 1 urna
- (ROM GESCH) bewaarplaats voor --en = columbario
urnengalerij ZN
- 1 columbario
urnenveld ZN
- 1 campo de urnas
urobiline ZN
- 1 urobilina
urobilinurie ZN
- 1 urobilinuria
urochroom ZN
- 1 urochromo
urogenitaal BN
- 1 urogenital, genito-urinari
- -- systeem = systema urogenita/genito-urinari
urologie ZN
- 1 urologia
urologisch BN
- 1 urologic
- --e aandoening = affection urologic
- --e kliniek = clinica urologic
uroloog ZN
- 1 urologo, urologista
urometer ZN
- 1 urometro
uropepsine ZN
- 1 uropepsina
uroscopie ZN
- 1 uroscopia
uroscopisch BN
- 1 uroscopic
urotropine ZN
- 1 urotropina
ursuline ZN
- 1 ursulina
Uruguay ZN EIGN
- 1 (rivier, republiek) Uruguay
Uruguees BN
- 1 uruguyan
U.S.A.
- 1 U.S.A. (E), Statos Unite de America
usance ZN
- 1 uso, usage, usantia
usantie ZN
- 1 Zie: usance
usotarra ZN
- 1 tara usual
U.S.S.R.
- 1 U.R.S.S. (= Union del Republicas Socialista Sovietic)
usucapio ZN
- 1 usucapio (L)
usucapio ZN
- 1 usucapion
usueel BN
- 1 usual, currente, normal
- --e betekenis van een woord = senso usual/currente/habitual de un parola
usufructuarius ZN
- 1 usufructuario
usufructus ZN
- 1 usufructo
usurpatie ZN
- 1 usurpation
usurpator ZN
- 1 usurpator
usurperen WW
- 1 usurpar
- het -- = usurpation
usurperend BN
- 1 usurpatori
usus ZN
- 1 uso, costume
ut ZN
- 1 (MUZ) ut, do
uterologie ZN
- 1 uterologia
uterorectaal BN
- 1 uterorectal
uterus ZN
- 1 utero, matrice
uteruscarcinoom ZN
- 1 carcimoma del utero
utilisatie ZN
- 1 utilisation
utiliseren WW
- 1 utilisar
utilistisch BN
- 1 Zie: utilitair
utilitair BN
- 1 utilitari, practic
utilitarisme ZN
- 1 utilitarismo
utilitarist ZN
- 1 utilitarista, utilitario
utilitaristisch BN
- 1 utilitarista, utilitaristic, utilitari
- een --e ethiek = un ethica utilitaristic
- --e prin-cipes = principios utilitarista/utilitaristic
utiliteit ZN
- 1 utilitate
utiliteitsbeginsel ZN
- 1 Zie: utiliteitsprincipe
utiliteitsbouw ZN
- 1 construction de edificios utilitari
utiliteitsoverweging ZN
- 1 consideration utilitari/de utilitate
utiliteitsprincipe ZN
- 1 principio utilitari/de utilitate
Utopia ZN EIGN
- 1 Utopia
- utopia = utopia, chimera
utopiaans BN
- 1 Zie: utopisch
utopisch BN
- 1 utopic, chimeric
- -- plan = plano/projecto utopic
- --e idealen = ideales utopic
- -- socialisme = socialismo utopic
utopisme ZN
- 1 utopismo
utopist ZN
- 1 utopista
utopistisch BN
- 1 utopista, utopistic, utopic
- --e ideeën = ideas utopista/utopistic
- -- socialisme = socialismo utopic/utopistic
utriculus ZN
- 1 utriculo
uur ZN
- 1 hora
- half -- = medie hora
- anderhalf -- = un hora e medie
- twaalf -- = (middaguur) mediedie, meridie, (in de nacht) medienocte
- om twaalf -- = a mediedie/meridie
- voor twaalf -- = ante mediedie/meridie
- tegen twaalf -- = verso mediedie/meridie
- na twaalf -- = post mediedie/meridie
- de twaalf slagen van twaalf -- = le deceduo colpos de mediedie
- over een uur = de hic a un hora
- een -- gaans = un hora de marcha {sj}
- (BIOL) 24-uurs-ritme = rhythmo circadian
- (stervensuur) het laatste -- = su ultime hora/hora supreme
- een laat -- = un hora avantiate
- een goed -- = un grande hora
- in de --e des gevaars = in le hora del periculo
- te(r) elfder --e = a ultime hora
- snelheid per -- = velocitate horari
- het -- des onheils nadert = le hora del catastrophe approcha {sj}
- per uur betaald worden = esser pagate al hora
uurcirkel ZN
- 1 (ASTRON) circulo horari
uurdienst ZN
- 1 servicio horari
uurdocent ZN
- 1 professor qui insenia a tempore partial
uurgemiddelde ZN
- 1 media horari
uurglas ZN
- 1 sabliero horari
uurhoek ZN
- 1 (ASTRON) angulo horari
- -- van een ster = angulo horari de un astro
uurloner ZN
- 1 persona pagate al hora
uurloon ZN
- 1 salario/paga horari/al hora
uurrecord ZN
- 1 record (E) horari/del hora
- het -- staat op naam van deze wielrenner = iste curritor detene le record del hora
uursnelheid ZN
- 1 velocitate horari
uurtarief ZN
- 1 tarifa horari/per hora
uurwerk ZN
- 1 (klok) horologio
- digitaal -- = horologio digital
- wijzers van een -- = agulias de un horologio
- slinger van een -- = pendulo de un horologio
- 2 (binnenwerk van een klok) mechanismo
uurwerkindustrie ZN
- 1 industria horologier, horologieria
uurwerkmaker ZN
- 1 horologiero
uurwijzer ZN
- 1 agulia del horas, parve agulia
uvd
- 1 (Afk.: uiterste verkoopdatum) vender ante ...
uvea ZN
- 1 uvea
- ontsteking van de -- = inflammation uveal, uveitis
uveïtis ZN
- 1 uveitis
U.V.-filter ZN
- 1 (FOTO) filtro U.V.
U-vormig BN
- 1 in (forma de) U
uvulair, uvulaar BN
- 1 uvular
- -- foneem = phonema uvular
uvulitis ZN
- 1 uvulitis
uw
- 1 (BEZ VNW) vostre
- 2 (BEZ VNW BIJV) vostre
uwent ZN
- 1
- te(n) -- = in vostre casa/urbe
uwenthalve BW
- 1 (wat u betreft) quanto a vos
- 2 (van uw kant, uit uw naam) de vostre parte
- 3 (ten behoeve van u) pro vos, in favor de vos
uwentwil(le) BW
- 1 pro vos, in favor de vos
uwerzijds BW
- 1 de vostre parte
Uzbeek ZN
- 1 uzbek
Uzbekistan ZN EIGN
- 1 Uzbekistan
uzi ZN
- 1 uzi